gepubliceerd op 25 juli 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der harsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden
27 JUNI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der harsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der harsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der harsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 juni 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der harsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017 Beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 17 januari 2018 onder het nummer 143727/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied - Classificatie - Uurlonen
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.
Onder "werknemers" worden de werklieden en werksters verstaan.
Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten te coördineren en te actualiseren en mag geen afbreuk doen aan de gunstigere ondernemingsovereenkomsten die reeds gesloten zijn, noch aan de gunstigere loonstelsels die effectief worden toegepast.
Art. 2.Classificatie :
Uitgeoefende functie -
Categorie -
Artikel -
Dienst
Frezer
1
7
Mechanisch houwen
Hulparbeider zwaar werk
5
Hulpmagazijnier
5
Hulpmijnwerker
5
Beginnend arbeider
5
Bestuurder auto-hijswerktuig < 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
5
Bestuurder auto-hijswerktuig >= 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden > = 35 ton
5
Bestuurder laadmachine, graafmachine of hydraulische kraan
5
Vrachtwagenbestuurder < 20 ton
7
1 ste kliefmachinist
7
Kraanman
7
2de legger van kettingen
7
Kraanmachinist
7
Bediener zaagketting (geen zager)
5
Polijster met de machine
7
Bediener punthamermachine/vlammachine
7
1ste legger van kettingen
9
Slijper
7
Mechanisch houwen
Steenzager
7
Mechanisch houwen
Zager mouleerder
7
Mechanisch houwen
Boorder
5
Breker
Springstaafsteker
5
Breker
Bediener diamantbladzaag
12
Magazijnier
14
Steenhouwer
20
Smeerder
7
2de mecanicien
7
Onderhoudswerkplaats
2de elektricien
7
Onderhoudswerkplaats
2de elektromecanicien
7
Onderhoudswerkplaats
Vrachtwagenbestuurder < 20 ton
20
Bediener/regelaar zaagketen
7
Steenhouwer
21
6
Steenhouwer + steenopvuller
21
6
Bediener zaagmachine
21
6
Bediener hydraulische boormachine
21
6
Bediener draadmachine
21
6
(loonschaal idem zager)
Steenklover in de laag
4
1ste elektricien
7
Onderhoudswerkplaats
Lasser
7
Onderhoudswerkplaats
Houwer
9
1ste mecanicien
7
1ste elektrotechnicus
7
Bediener breekmolen
5
Brigadier : loon effectief betaald voor de uitgeoefende functie, verhoogd met een minimumbedrag van 0,5608 EUR (op 1 januari 2017) in arbeidsregeling van 39 uren/week, geïndexeerd en geïntegreerd in het loon en gekoppeld aan de uitoefening van de functie van brigadier.
De uurlonen opgenomen in de volgende artikelen van dit hoofdstuk (artikelen 3 tot 9) zijn die welke vastgesteld zijn op 1 januari 2017, volgens de afgevlakte gezondheidsindex 101,13.
Zij werden verhoogd met 1,1 pct. op 1 juli 2017, overeenkomstig het sectoraal protocolakkoord van 22 juni 2017, ter aanvulling van de koppeling van de lonen aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex (cfr. hoofdstuk IV).
Art. 3.Uurlonen in de verschillende arbeidsregelingen
Categorieën
Stelsel van 40 uur/week
Productiepremie inbegrepen
Stelsel van 39 uur/week
Productiepremie inbegrepen
Stelsel van 38 uur/week
Productiepremie inbegrepen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
1ste
12,6117
-
12,9351
-
13,2755
-
2de
12,7063
-
13,0321
-
13,3750
-
3de
12,7317
-
13,0581
-
13,4017
-
4de
12,7482
12,8422
13,0751
13,1714
13,4192
13,5180
5de
12,7863
12,8646
13,1142
13,1943
13,4592
13,5415
6de
12,8401
13,3406
13,1694
13,6827
13,5159
14,0427
7de
12,8608
12,9363
13,1906
13,2680
13,5376
13,6172
8ste
12,8899
-
13,2204
-
13,5683
-
9de
12,9290
13,0053
13,2606
13,3389
13,6095
13,6899
10de
12,9553
-
13,2875
-
13,6372
-
11ste
12,9868
-
13,3198
-
13,6704
-
12ste
13,0021
-
13,3355
-
13,6864
-
13de
13,0188
-
13,3525
-
13,7039
-
14de
13,0614
-
13,3962
-
13,7487
-
15de
13,0622
-
13,3971
-
13,7497
-
16de
13,0779
-
13,4132
-
13,7663
-
17de
13,1157
-
13,4521
-
13,8060
-
18de
13,1336
-
13,4703
-
13,8249
-
19de
13,1503
-
13,4875
-
13,8426
-
20ste
13,1878
-
13,5260
-
13,8818
-
21ste
13,4502
-
13,7950
-
14,1580
-
22ste
13,8973
-
14,2536
-
14,6288
-
23ste
14,0649
-
14,4254
-
14,8051
-
N.B. : onder de bovenstaande lonen wordt verstaan met gereedschap inbegrepen (steenklovers in de laag, kanthouwers van blokken).
Art. 4.De loonschaal van de steenklover in de laag in opleiding is de volgende :
In regeling 40 uur/week
In regeling 39 uur/week
In regeling 38 uur/week
EUR
EUR
EUR
Aanvang (kanthouwers van blokken)
13,4662
13,8113
14,1748
Klover 3 maanden
13,5754
13,9234
14,2899
Klover 6 maanden
13,6845
14,0354
14,4048
Klover 9 maanden
13,7938
14,1475
14,5198
Klover 12 maanden
13,9196
14,2765
14,6521
In de "Carrières du Hainaut" moeten de vier trimestriële verhogingen worden verhoogd met 0,0250 EUR.
Art. 5.De onderstaande categorieën worden betaald aan de minimumlonen :
In regeling 40 uur/week
In regeling 39 uur/week
In regeling 38 uur/week
EUR
EUR
EUR
van
tot
van
tot
van
tot
Bestuurder auto-hijswerktuig < 10 ton
12,8580
-
13,1876
-
13,5348
-
Bestuurder auto-hijswerktuig >= 10 ton
13,2671
-
13,6072
-
13,9652
-
Bestuurder laadschop graafmachine of hydraulische kraan
12,8580
13,4033
13,1876
13,7469
13,5348
14,1085
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
12,8580
-
13,1876
-
13,5348
-
Bestuurder laadmachine op rubberbanden >= 35 ton
13,4033
-
13,7469
-
14,1085
-
Personeel dat werkt aan de breekmolen
In regeling 40 uur/week
In regeling 39 uur/week
In regeling 38 uur/week
EUR
EUR
EUR
van
tot
van
tot
van
tot
Vrachtwagenbestuurder < 20 ton
13,2952
-
13,6358
-
13,9948
-
Vrachtwagenbestuurder 20 ton en meer
13,5722
-
13,9203
-
14,2866
-
Bediener breekmolen
13,6654
13,8515
14,0159
14,2066
14,3845
14,5803
Boorder - springstaafsteker
12,9517
13,4689
13,2837
13,8142
13,6332
14,1775
Art. 6.De steenopvullers hebben geen vast loon; zij ontvangen een toeslag op hun loon van steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, namelijk :
In regeling 40 uur/week
In regeling 39 uur/week
In regeling 38 uur/week
EUR
EUR
EUR
0,0947
0,0971
0,0997
Art. 7.De lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch houwen zijn de volgende : a) Onderhoudsatelier
In regeling 40 uur/week
In regeling 39 uur/week
In regeling 38 uur/week
EUR
EUR
EUR
Lasser
13,5185
13,8651
14,2301
1ste elektricien
13,5185
13,8651
14,2301
2de elektricien
13,3274
13,6690
14,0286
1ste bankwerker-mecanicien
13,5930
13,9415
14,3084
1ste elektromecanicien
13,5930
13,9415
14,3084
b) Mechanisch houwen
In regeling 40 uur/week
In regeling 39 uur/week
In regeling 38 uur/week
Frezer
Steenzager
Frezer
Steenzager
Frezer
Steenzager
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Aanvang
12,6822
12,9403
13,0072
13,2720
13,3497
13,6213
Na 3 maanden
13,1223
13,1223
13,4586
13,4586
13,8128
13,8128
Na 6 maanden
13,2910
13,6318
13,9903
Na 12 maanden
13,4235
13,2917
13,7677
13,6325
14,1300
13,9913
Na 18 maanden
13,4235
13,7674
14,1297
Elite
13,4555
13,4928
13,8003
13,8384
14,1636
14,2027
(1)
(2)
(1)
(2)
(1)
(2)
Aanvang
12,9349
12,9349
13,2662
13,2662
13,6153
13,6153
Na 3 maanden
13,2079
13,3234
13,5464
13,6650
13,9027
14,0245
Na 12 maanden
13,3696
13,4474
13,7123
13,7922
14,0730
14,1550
Na 18 maanden
13,4928
13,5792
13,8384
13,9274
14,2027
14,2940
Elite
13,5796
13,6569
13,9274
14,0071
14,2940
14,3754
(1) Steendraaier, steenzager mouleerder
(2) Slijper
Art.8. De non-stop diamantzagers ontvangen : a) ofwel een uurtoeslag van : - 0,0559 EUR in een arbeidsregeling van 40 uren/week; - 0,0573 EUR in een arbeidsregeling van 39 uren/week; - 0,0588 EUR in een arbeidsregeling van 38 uren/week; b) ofwel een premie waarvan het bedrag binnen elke onderneming wordt bepaald.
Art. 9.De werknemers die het brevet van mijnwerker hebben verkregen, ontvangen het volgende loon : - 13,5459 EUR in een arbeidsregeling van 40 uren/week; - 13,8932 EUR in een arbeidsregeling van 39 uren/week; - 14,2588 EUR in een arbeidsregeling van 38 uren/week. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verschoven arbeidstijdregelingen
Art. 10.Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen ter zake, worden de ploegenpremies als volgt vastgesteld op 1 januari 2017, aan de afgevlakte gezondheidsindex 101,13. De ploegenpremies worden geïndexeerd zoals de lonen (cfr. artikel 12). a) in een arbeidsregeling van 40 uren/week : - 0,5781 voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,1291 voor de prestaties tussen 22 en 6 uur; b) in een arbeidsregeling van 39 uren/week : - 0,5930 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,1836 voor de prestaties tussen 22 en 6 uur; c) in een arbeidsregeling van 38 uren/week : - 0,6086 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,2411 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur.
Deze toeslagen worden toegekend aan de werknemers die werken met verschoven uurrooster voor zover het tijdsverschil overeenstemt met één van de bestaande pauzes in de onderneming.
In geval van tijdelijke schorsing van het ploegenstelsel, trachten de werkgevers de beoogde werknemers in te zetten in een categorie die overeenstemt met het vorige loon, inclusief toeslag voor ploegenarbeid.
Met toepassing van dit artikel worden in sommige ondernemingen de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur. HOOFDSTUK III. - Premies voor moeilijke werken Deze premies zijn die welke vastgesteld zijn op 1 januari 2017, aan de afgevlakte gezondheidsindex 101,1 3.
Art. 11.a) Werken in een kast of opgehangen boven de afgrond om een muur te schilderen : uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon. b) Herstelling van de brug boven de groeve : beperkt tot de herstelling van de trolleydraden : - uurpremie van 0,1622 EUR in een arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,1661 EUR in een arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,1705 EUR in een arbeidsregeling van 38 uren/week; c) Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve : - uurpremie van 0,4212 EUR in een arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,4321 EUR in een arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,4435 EUR in een arbeidsregeling van 38 uren/week; d) Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer : premie van 0,0707 EUR per uur. De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan de bovenvermelde, blijven verworven. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 12.a. Met toepassing van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, vervangen door de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, wordt het indexcijfer van de consumptieprijzen vervangen door de afgevlakte gezondheidsindex. b. De minimumuurlonen, de effectief betaalde lonen, alsook de verschillende premies worden opnieuw gekoppeld aan het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, behalve uitzonderingen vermeld in deze overeenkomst.
Art. 13.Deze lonen en premies schommelen naar boven of naar onder toe per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met hetzelfde percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.
De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en ploegenpremies worden vastgesteld aan het afgevlakte gezondheidsindexcijfer 101,13.
Het eerste spilindexcijfer naar boven toe is dat wat van toepassing zal zijn, dit is vastgesteld op 102,14. De opeenvolgende spillen naar boven toe zijn dus : 103,16 - 104,19 - 105,23 - 106,28 - 107,34 - 108,41,...
Art. 14.De schommelingen van de in artikel 12 bedoelde lonen en premies gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het spilindexcijfer wordt overschreden. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie
Art. 15.1° Er wordt een jaarlijkse uitkering toegekend naar verhouding van het aantal gewerkte en gelijkgestelde uren. Zij wordt eveneens toegekend aan de rechthebbenden van een werknemer die overleden is in de loop van het boekjaar, aan de werknemers die in werkloosheid met bedrijfstoeslag of gepensioneerd zijn. Ze wordt ook pro rata temporis uitbetaald aan de arbeiders die de onderneming verlaten, met uitzondering van de gevallen van ontslag of ontslag om dringende redenen. 2° Voor de "Carrières du Hainaut" worden de toekenningsvoorwaarden bepaald in een ondernemingsovereenkomst.3° De eindejaarspremie zal 2 002,76 EUR bedragen, referentie berekening : 1 700 gepresteerde en/of gelijkgestelde uren/jaar.4° Deze premie wordt elk jaar betaald vóór 25 december aan het personeel dat aanwezig is op 30 november, behalve in de gevallen bepaald in 1°. Dit bedrag is onderworpen aan de bepalingen betreffende de eindejaarspremie behalve wat de werkloosheidsdagen betreft, aangezien deze gelijkgesteld zijn met arbeidsdagen.
Worden gelijkgesteld met effectief gewerkte uren : - de uren tijdens welke de vakbondsopdrachten worden vervuld; - het bijwonen van officiële of officieuze vergaderingen van het paritair comité of van een verzoeningsbureau; - de uren studie, vakbondsopleiding en opleiding voor de ondernemingsraden, die beperkt zijn tot maximum 80 uren; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van een ongeval op de weg naar het werk, naar rata van 480 uren per jaar; - ongevallen van meer dan 30 kalenderdagen worden betaald door de verzekering (eindejaarspremie inbegrepen), zijn niet gelijkgesteld en worden niet verrekend in de 480 uren per jaar, voor de duur boven de 30 dagen; - ongevallen van minder van 30 kalenderdagen worden door de werkgever gelijkgesteld; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van ziekte, naar rata van 400 uren per jaar; - de bijzondere en specifieke reglementen die in de verschillende ondernemingen van kracht zijn, blijven van toepassing; - de gelijkstelling van dwingende redenen.
Wordt niet gelijkgesteld : - ziekte van minder dan 15 opeenvolgende werkdagen.
Het referentiebedrag per uur is het bedrag dat respectievelijk op 31 december 2017 voor het jaar 2017 en op 31 december 2018 voor het jaar 2018 van kracht is.
Art. 16.De werknemers die tijdens de referentieperiode niet meer dan twee dagen ongeoorloofd afwezig zijn, hebben recht op de volledige eindejaarspremie.
Deze premie wordt, per referentiejaar, verminderd als volgt : a) voor 3 tot 5 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 25 pct.; b) voor 6 dagen tot 10 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 50 pct.; c) voor 11 dagen en meer ongeoorloofde afwezigheid : de werknemers hebben geen recht op de premie.
Art. 17.Voor de werknemer die in de loop van het referentiejaar in dienst treedt bij een werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie berekend naar verhouding van het aantal gewerkte maanden in de onderneming tijdens het referentiejaar; de dagen ongeoorloofde afwezigheid die in rekening moeten worden genomen, worden eveneens vastgesteld naar verhouding van het aantal gewerkte maanden tijdens het referentiejaar. HOOFDSTUK VI. - Stiptheidspremie
Art. 18.De stiptheidspremie wordt berekend op basis van een gemiddeld loon van 12,9702 EUR/uur (in een arbeidsregeling van 39 uren per week).
Voor 2017, naargelang van het aantal dagen dat jaarlijks wordt gewerkt, de werknemers die in totaal afwezig geweest zijn tussen :
Dagen afwezigheid -
Berekening van de eindejaarspremie
0 en 5
4 uur meer
6 en 10
3 uur meer
11 en 15
2 uur meer
Meer dan 15
0 uur meer
Alle afwezigheden inbegrepen, behalve vakbondsopdrachten en economische werkloosheid en/of werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden. Voor 2018 blijft dit stelsel gelden. HOOFDSTUK VII. - Patroonsfeest van de "IV Gekroonden"
Art. 19.Sinds 1993 wordt een jaarlijkse premie van 57,51 EUR toegekend aan alle werknemers onder contract op 8 november die sinds 8 november van het voorgaande jaar minstens 1 dag gepresteerd hebben.
Sinds 1 januari 1994 is deze premie geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de maand die aan de betaling voorafgaat. Deze bepaling is niet meer van toepassing sinds de overeenkomst 2005-2006.
In 2017 zal de premie worden gebracht op 95 EUR. De premie zal vervolgens worden geïndexeerd volgens de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex, tussen de maand november van het jaar dat voorafgaat aan de betaling en de maand oktober van het jaar van de betaling.
De betalingen zullen systematisch plaatsvinden in november.
De premie is geëvolueerd als volgt :
EUR
1993
57,51
1994
58,08
1995
58,65
1996
59,84
1997
61,03
1998
61,65
1999
70,92
2000
72,68
2001
74,54
2002
75,51
2003
76,71
2004
78,03
2005
78,03
2006
78,03
2007
78,93
2008
78,03
2009
78,03
2010
78,03
2011
78,03
2012
78,03
2013
78,03
2014
78,03
2015
78,03
2016
78,03
2017
95,00
2018
Te indexeren
De dag van het patroonsfeest van de IV Gekroonden (8 november) wordt uitgesteld als hij op een zaterdag of een zondag valt. HOOFDSTUK VIII. - Zaterdagwerk
Art. 20.De werknemer die door de werkgever wordt opgeroepen om op zaterdag vanaf 6 uur in de ochtend te komen werken, ontvangt een overloon van 35 pct., met uitzondering van : a) het personeel dat in het stelsel van de 6-dagenweek werkt;b) het personeel dat in 3 ploegen werkt, waarvoor het overloon op maximaal 40 uren/week wordt berekend;c) het personeel dat op zaterdag overuren verricht en het wettelijk overloon geniet. HOOFDSTUK IX. - Terugbetaling van de vervoerskosten
Art. 21.Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, ontvangen de werknemers op 1 januari 2017 een geïndexeerde vergoeding van 0,0879 EUR per effectief gewerkt uur tegen het afgevlakte gezondheidsindexcijfer 101,13.
Voor de werknemers die een productiepremie ontvangen, wordt deze vergoeding afgetrokken van deze premie ten belope van (1 januari 2017 - afgevlakte gezondheidsindex 101,13) : - 0,0476 EUR per uur in de regeling van 40 uren/week; - 0,0476 EUR per uur in de regeling van 39 uren/week; - 0,0476 EUR per uur in de regeling van 38 uren/week.
Bij gebruik van het openbaar vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0879 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21, bedraagt de werkgeversbijdrage 75 pct. van de kostprijs van het weekabonnement van het openbaar vervoer. Er wordt verwezen naar de tarieven van het algemeen barema van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19.
Vanaf 1 januari 2016 bedraagt, bij gebruik van eigen vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0879 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21 in geval van gebruik van het openbaar vervoer, bedraagt de werkgeversbijdrage 57 pct. van de werkgeversbijdrage in de kosten van het laatste geïndexeerd weekabonnement van het openbaar vervoer.
Voor de arbeiders die zich met de fiets verplaatsen, gebeurt de terugbetaling volgens de wettelijke bepalingen.
Art. 22.De terugbetaling geschiedt minstens maandelijks. HOOFDSTUK X. - Werkzekerheid
Art. 23.Sinds 1 januari 2011 wordt het maximum aantal opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur beperkt tot vier voor een totale tewerkstellingsduur van 24 maanden.
De sociale partners van de sector verbinden zich ertoe om, voor de duur van de overeenkomst, afzonderlijk en gezamenlijk concrete acties te voeren teneinde : a. de sociale dumping te bestrijden;b. ervoor te zorgen dat de publieke overheden bestekken aannemen die sociale en leefmilieugebonden clausules omvatten;c. de sector te promoten. Deze acties zullen de activiteit in de sector bevorderen en zullen het dus mogelijk maken om de huidige werkgelegenheid zo goed mogelijk te handhaven.
Mocht de toestand verslechteren, zullen de werkgevers er in de mate van het mogelijke voor zorgen om, na overleg tussen de partijen, een beurtregeling op te stellen voor het tijdelijk werkloos personeel om economische redenen, om de gevolgen ervan voor de betrokken werknemers te beperken.
Indien een onderneming in de toekomst onvermijdelijk met ernstige economische moeilijkheden te maken krijgt, brengt de directie van deze onderneming de vakbondsafgevaardigden hiervan vooraf op de hoogte en wint zij hun advies in over de maatregelen die volgens haar op sociaal niveau moeten worden genomen.
Tijdens het overleg dat hierop volgt, bevelen de partners, in het kader van de in uitzicht geplaatste maatregelen, aan dat de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) onder de loep wordt genomen. HOOFDSTUK XI. - Arbeidsduur
Art. 24.Sinds 1 juli 2005 bestaan er vier arbeidsregelingen : a) arbeidsregeling van 40 uren/week met toekenning van 18 inhaalrustdagen;b) arbeidsregeling van 39 uren/week met toekenning van 12 inhaalrustdagen;c) arbeidsregeling van 38 uren/week met toekenning van 6 inhaalrustdagen;d) arbeidsregeling van 37 uren/week zonder toekenning van inhaalrustdagen. HOOFDSTUK XII. - Opleidingsvergoeding
Art. 25.Voor het jaar 2017 wordt een opleidingsvergoeding toegekend van 120,27 EUR, verhoogd met 5,5 pct. voor administratiekosten.
Ook voor 2018 bedraagt deze vergoeding 120,27 EUR, die in de loop van het jaar moet worden uitbetaald (bovenop de administratiekosten).
Overeenkomstig hoofdstuk XVII van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden deze vergoedingen gestort aan het "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf". HOOFDSTUK XIII. - Vakbondsopdracht en -opleiding
Art. 26.Het krediet toegekend voor de opleidingscursussen bedraagt 5 dagen per jaar en per effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde in het comité voor preventie en bescherming op het werk en in de ondernemingsraad.
Dit krediet vormt een totaal dat de vakorganisaties kunnen aanwenden, in overeenstemming met de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werkgevers.
De afgevaardigden beschikken over de nodige tijd voor het uitoefenen van hun vakbondstaken.
Als deze taken een bezoek buiten de onderneming vergen, zal de vakbondssecretaris de werkgever hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen.
De vakbondstaken buitenshuis worden uitgebreid om het voor de afgevaardigden mogelijk te maken om de begrafenis bij te wonen van ouders en verwanten in de eerste graad van een werknemer en dit ongeacht het statuut van deze laatste.
Bij een interne opdracht moeten de afgevaardigden hun hiërarchische oversten hiervan op de hoogte brengen. HOOFDSTUK XIV. - Vergoedingen voor arbeidsongevallen
Art. 27.De vergoedingen voor arbeidsongevallen zullen worden betaald zodra de verzekeringsinstelling het ongeval heeft erkend en tijdens dezelfde periodes als die welke gelden voor de betaling van de lonen. HOOFDSTUK XV. - Hospitalisatieverzekering
Art. 28.De werkgever verbindt zich ertoe een sectorale hospitalisatieverzekering (collectief contract) te onderschrijven voor alle werknemers met minstens één jaar anciënniteit in de sector.
Vanaf 1 januari 2017 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 208,68 EUR per werknemer.
De werkgevers komen, tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor 100 EUR tegemoet in de franchise (voor de werknemers en de rechthebbende leden van zijn gezin) voor één ongeval per schadejaar.
Zodra de collectieve arbeidsovereenkomst 2017-2018 is gesloten, zal een paritaire werkgroep worden opgericht om oplossingen uit te werken betreffende de werknemers die aan het einde van hun loopbaan zijn gekomen. Deze werkgroep zal een eerste keer bijeenkomen gedurende het 4de trimester 2017 en een tweede keer gedurende het 1ste trimester 2018.
De waarborg aan de bruggepensioneerden wordt uitgebreid met de gelijkwaardige franchisemogelijkheden tot de actieve werknemers op vrijwillige basis, uiterlijk op de datum waarop het brugpensioen ingaat. HOOFDSTUK XVI. - Geschenkcheque
Art. 29.Vanaf 2013 ontvangen alle werknemers die in het personeelsregister zijn ingeschreven en die in de loop van het referentiejaar 1 dag gepresteerd hebben, ter gelegenheid van Sint-Niklaas, elk jaar een geschenkcheque van 35 EUR. Deze cheque vervangt de cheque die tevoren werd toegekend ter gelegenheid van het feest van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK XVII. - Syndicale premie
Art. 30.Vanaf 2013 verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 135 EUR per jaar + administratieve kosten per werknemer die op 31 december van het voorgaande jaar effectief in het personeelsregister is ingeschreven, alsmede voor de bruggepensioneerde werknemers.
Voor iedere werknemer die tijdens de referentieperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het fonds. Met dit bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 135 EUR toekennen. Deze bedragen worden niet geïndexeerd.
Het bedrag van 135 EUR per jaar zal worden verhoogd tot 145 EUR per jaar zodra de reglementering die dit bedrag vrijstelt van sociale bijdragen in werking treedt.
Art. 31.De storting die per werkgever en per onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedures in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer het werk in de onderneming noch collectief, noch individueel wordt belemmerd.
Elke actie die tot gevolg heeft dat de in het eerste lid van dit artikel vermelde punten niet in acht worden genomen, kan leiden tot een vermindering met één vierde van de storting; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.
Art. 32.De premie wordt aan de gerechtigden betaald door de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28 te Brussel, en door het fonds pro rata temporis verdeeld onder de werknemers die aangesloten zijn bij één van de drie erkende vakorganisaties en tewerkgesteld in de hardsteengroeven op 31 december alsook onder de gepensioneerde, de bruggepensioneerde werknemers, de werknemers ontslagen wegens economische redenen, de werknemers die een individuele opleiding in de onderneming volgen alsmede aan de rechthebbenden van de tijdens het referentiejaar overleden werknemers.
Art. 33.De rekeningen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden voor goedkeuring éénmaal per jaar en uiterlijk op 1 juni voorgelegd aan de vertegenwoordiger van de werkgevers en aan het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen. HOOFDSTUK XVIII. - Tijdelijke werkloosheid
Art. 34.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werknemers, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens tijdelijke werkloosheid.
Art. 35.Met ingang van 1 januari 2013 waarborgt de aanvullende werkloosheidsuitkering 90 pct. van het netto dagloon (premies inbegrepen) verhoogd met het werkgeversaandeel van het maaltijdticket.
Voor de werknemers die geen recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen, trachten de werkgevers, voor zover mogelijk, hen te werk te stellen voor verschillende taken die aangepast zijn aan de omstandigheden van het ogenblik. Ingeval zij niet kunnen worden tewerkgesteld, wordt de aanvullende uitkering berekend ten opzichte van een theoretische werkloosheidsuitkering, dit wil zeggen die welke zij zouden hebben ontvangen als rechthebbende.
Art. 36.De beslissing om het werk al dan niet stop te zetten wordt genomen door de werkgever (in geval van stopzetting, door gebruikelijke aanplakking medegedeeld aan het personeel) die de moeilijkheden in verband met het werk beoordeelt en die alle mogelijke informatie inwint binnen en buiten de firma over de waarschijnlijke evolutie van de technische en klimatologische omstandigheden.
In geval van betwisting wordt deze beslissing genomen na rechtstreeks contact met de hoofdafgevaardigde van de werklieden - daar waar er één bestaat - met een afgevaardigde van het comité voor preventie en bescherming op het werk en, indien nodig, na paritaire vergadering van de afgevaardigden van de werkgevers en van de werklieden van de ondernemingen van het bekken. Deze vergadering wordt dringend bijeengeroepen, de dag zelf indien mogelijk.
Wanneer de beslissing tot stopzetting van het werk genomen is, is de informatie beschikbaar op het telefonisch antwoordapparaat dat hiervoor ter beschikking is ten laatste om 21 uur.
De procedure voor heroproeping van het personeel in geval van werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden zal worden verbeterd.
De beslissing tot werkhervatting en de datum van deze hervatting worden aan het personeel medegedeeld volgens dezelfde procedure.
Art. 37.De oorzaken buiten de onderneming, zoals de gedeeltelijke of totale immobilisatie van de vervoermiddelen, de schorsing van de arbeid bij de leveranciers of de aankopers, mogen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering als de onderneming, waarvan het werk werd stopgezet enkel wegens deze redenen buiten de onderneming, haar personeel uit dien hoofde werkloos maakt.
Art. 38.De dagelijkse uitkering vermeld in artikel 35 is enkel verschuldigd aan de werknemers bedoeld in deze overeenkomst als, tijdens de uren die onmiddellijk voorafgaan aan de stopzetting van het werk (bijvoorbeeld : de dag tevoren), zij persoonlijk de nodige goede wil hebben aangetoond in de klimatologische omstandigheden die bemoeilijkt zijn door sneeuw, vorst of ijzel.
In het bijzonder, in geval van sneeuw en/of ijzel tijdens deze uren, moet het personeel hebben aanvaard om de doorgangs- en werkplaatsen vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing. Deze prestaties moeten worden uitgevoerd in de normale omstandigheden inzake veiligheid voor de betrokkenen.
Art. 39.De uitkering wordt niet toegekend voor de vorst-, sneeuw- of ijzeldagen die voorkomen in de periode van staking of lock-out.
Art. 40.In geval van noodzaak en zonder dat dit systematisch gebeurt, heeft de werkgever de mogelijkheid om de werknemers bedoeld in artikel 35 te werk te stellen in een andere sector die niet getroffen is door slecht weer en/of economische redenen, in jobs overeenkomstig hun capaciteiten.
Art. 41.Een aanvullende uitkering, berekend op 2,5 pct. van het normaal netto dagloon, wordt enkel betaald in geval van werkloosheid wegens slecht weer.
Deze toeslag compenseert het effect van niet-gelijkstelling van de verloren dagen door slecht weer door de "Jaarlijkse vakantiekas" voor de periode van 1 januari tot 31 december van het vorige jaar.
Deze toeslag wordt betaald bij de eerste betaling die volgt op 30 juni.
Deze uitkering wordt verhoogd met 5 pct. van het normaal netto dagloon voor de arbeiders die, op het ogenblik van het slecht weer, een loon genieten dat lager is dan dat van de eerste categorie van de loonschaal.
Art. 42.De werknemers bedoeld in artikel 35 hebben recht op de betaling van de uitkering voor zover : a) zij zonder onderbreking ten dienste zijn gebleven van hun werkgever in dezelfde onderneming gedurende ten minste één maand die onmiddellijk voorafgaat aan de stopzetting van het werk in de onderneming;b) zij vóór de betalingsdatum van de uitkering geen opzegging van de arbeidsovereenkomst hebben ingediend of ontslag om dringende reden hebben gekregen van hun werkgever.
Art. 43.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werknemer betaald door de werkgever die hem tewerkstelt.
De uitkering wordt betaald op de gebruikelijke uitbetalingsdag van de lonen die betrekking hebben op de periode in de loop waarvan de het werk werd stopgezet of op een overeen te komen datum tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.
Art. 44.Duur van de vergoeding De uitkeringen vastgesteld in hoofdstuk XVIII zijn verschuldigd ten belope van maximaal 220 werkdagen per kalenderjaar, in een stelsel van vijf dagen per week. HOOFDSTUK XIX. - Anciënniteitsverlof
Art. 45.Met ingang van 1 januari 2013 wordt een betaalde verlofdag jaarlijks toegekend aan de werknemer, op de verjaardag van zijn indiensttreding, na 7 jaar anciënniteit in de onderneming, vervolgens een dag per 5 jaar anciënniteit (5 keer, na 12, 17, 22, 27, 32 jaar) met een maximum van 6 dagen per jaar. Langdurig zieken hebben geen recht op dit verlof.
Wat de uitzendkrachten betreft en de werknemers met een overeenkomst voor bepaalde tijd, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen.
Als de werknemer een onderneming verlaat voor een andere onderneming van deze sector, met een onderbreking van minder dan 8 dagen, en ongeacht het statuut van de werknemer, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen. HOOFDSTUK XX. - Geval van overlijden
Art. 46.Een vergoeding van 2 974,72 EUR wordt gestort aan de persoon die de begrafeniskosten op zich neemt van een werknemer die overleden is ten gevolge van een arbeidsongeval, of op weg naar het werk.
De gerechtigde verstrekt een getuigschrift van overlijden en een attest van het ziekenfonds dat bewijst dat hij de gerechtigde is. HOOFDSTUK XXI. - Beperking van het beroep op externe firma's
Art. 47.De sociale partners wensen de tewerkstelling van de werknemers in de sector te bevoordelen.
De werkzaamheden die gewoonlijk een permanent karakter hebben, worden, voor zover mogelijk, niet onderaanbesteed.
Ingeval moeilijkheden zouden ontstaan in termen van aanstelling, verbinden de werkgevers zich ertoe om de onderaanbesteding opnieuw te bespreken en verbinden zij zich ertoe om een aangepaste herinschakeling voor te stellen, mits het personeel wordt opgeleid.
De directies van de ondernemingen, verantwoordelijk voor het beheer en het beroep op onderaanbesteding, erkennen het recht op informatie van het personeel en van zijn vertegenwoordigers.
Zij verbinden zich ertoe om de dialoog met de vertegenwoordigers van het personeel te verbeteren door de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en van de ondernemingsraad te bevoordelen.
De directies zorgen voor de voorafgaande informatie voor alle bekende en geplande werkzaamheden.
De bijzondere modaliteiten van de informatieprocedure en van de inhoud van de informatie worden plaatselijk gepreciseerd met naleving van de reeds bestaande praktijken.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zal worden nageleefd (koninklijk besluit van 2 april 1993, Belgisch Staatsblad van 29 april 1993). HOOFDSTUK XXII. - Bevordering van de tewerkstelling
Art. 48.De partijen komen overeen om in 2017 0,40 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, toe te wijzen aan het "Centre de formation aux métiers de la pierre" (CEFOMEPI).
Dit bedrag zal op 0,50 pct. worden gebracht in 2018.
De opdrachten van het CEFOMEPI kunnen worden uitgebreid tot de technische en onderhoudsopleiding ten belope van 0,15 pct. voor een opleiding die specifiek is voor de onderneming.
Een werkgroep zal worden opgericht teneinde de verbintenis van de sector om zich aan te sluiten bij het vereiste opleidingstraject af te maken, terwijl de opleidingsplannen moeten worden bepaald en geëvalueerd in de ondernemingsraad. HOOFDSTUK XXIII. - Maaltijdcheques
Art. 49.Een maaltijdcheque per effectieve arbeidsdag zal worden toegekend aan elke werknemer.
Op 1 januari 2017 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheque minimaal 6,39 EUR voor alle werknemers.
Het aandeel van de werknemer bedraagt 1,09 EUR per maaltijdcheque. Dit aandeel zal worden ingehouden op de betalingsfiche volgens de te bepalen modaliteiten in elke onderneming.
De ecocheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd. Om aan deze voorwaarde te voldoen, zullen de toekenning van de maaltijdcheques evenals de gegevens hierover op de individuele rekening van de werknemer vermeld staan. HOOFDSTUK XXIV. - Eénmalige uitzonderlijke premie
Art. 50.Een éénmalige uitzonderlijke premie van 160 EUR bruto, betaalbaar met de betaling van juli 2017, zal worden gestort aan elke werknemer die ten minste één dag heeft gepresteerd in de periode van 1 januari 2017 tot 30 juni 2017. HOOFDSTUK XXV. - Terugkeer naar het werk
Art. 51.De ondernemingen van de sector zullen de herinschakelingsplannen uitwerken voor langdurig zieken die geschikt verklaard zijn om het werk te hervatten, en daarbij telkens als het mogelijk is het recht vragen op de overheidspremies die het mogelijk maken om de werkpost aan te passen en/of het opvangen van het rendementsverlies, zodanig dat de productiviteit voldoende blijft. HOOFDSTUK XXVI. - Wettelijk kader
Art. 52.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen opgenomen in de wet van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2017 pub. 14/11/2017 numac 2017013453 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Europees Instituut voor Bosbouw betreffende de voorrechten en immuniteiten van het verbindingsbureau van het Europees Instituut voor Bosbouw, gedaan te Brussel op 9 oktober 2013 (2)(3) type wet prom. 19/03/2017 pub. 21/06/2018 numac 2018012059 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Wereldorganisatie voor Diergezondheid, gedaan te Brussel op 14 maart 2013 (2) (3) sluiten tot instelling van de maximale loonmarge voor loonkostontwikkeling voor de jaren 2017 en 2018 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 2017). HOOFDSTUK XXVII. - Clausule inzake sociale vrede
Art. 53.De vakorganisaties verbinden zich ertoe om de sociale vrede na te leven tijdens de duur van dit akkoord. HOOFDSTUK XXVIII. - Verlenging van de vorige akkoorden
Art. 54.De vorige akkoorden die niet worden gewijzigd door deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven van toepassing. HOOFDSTUK XXIX. - Werknemers met verminderde bekwaamheid
Art. 55.Na raadpleging van de sociale organen en in de mate van het mogelijke zal men prioriteit geven aan de indienstneming, integratie en/of aan het werk houden van personen met een beperkt mentaal en/of fysiek vermogen dat al dan niet het gevolg is van een (arbeids)ongeval of een (beroeps)ziekte. HOOFDSTUK XXX. - Groepsverzekering
Art. 56.Een werkgeversbijdrage gelijk aan 1 pct. van de loonmassa wordt uitgetrokken voor de groepsverzekering van de sector. HOOFDSTUK XXXI. - Carenzdag
Art. 57.De carenzdag is afgeschaft sinds 9 december 2013. HOOFDSTUK XXXII. - Toenadering van de statuten
Art. 58.De werkgevers zullen een stand van zaken mededelen waarin de sectorale tewerkstellingsvoorwaarden arbeiders en bedienden worden vergeleken. HOOFDSTUK XXXIII. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van de Nationale Arbeidsraad
Art. 59.De partijen verbinden zich ertoe om een kadaster op te maken van de functies volgens de zwaarte ervan met het oog op het loopbaanbeheer, met een bijzondere aandacht voor de problematiek van een draaglijk einde van de loopbaan. HOOFDSTUK XXXIV. - Geldigheidsduur
Art. 60.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017 en treedt buiten werking op 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 juni 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS