gepubliceerd op 27 september 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende het conventioneel brugpensioen
27 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende het conventioneel brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 juni 2000 ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 décember 1992.
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 1997 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997 onder het nummer 45278/CO/102.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen.
Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen
Art. 2.Aangezien de wekelijkse arbeidsduur in de sector wordt behouden op 36 uren per week (arbeidstijdregelingen zijn mogelijk waarbij de wekelijkse arbeidsprestaties worden gehandhaafd op 38 uren per week en waarbij er bijkomende compenserende verlofdagen worden toegekend) en de sector porseleinaarde- en zandgroeven op dit ogenblik niet expandeert, hebben de partijen beslist in 1997 en 1998 de mogelijkheden uit te breiden inzake het brugpensioen voor de bejaarde werknemers die trouw zijn gebleven aan de sector, ten einde de tewerkstelling van de jonge werknemers te bevorderen.
Art. 3.Om de lasten van de brugpensioenen te verdelen die zouden kunnen worden toegekend of die, overeenkomstig deze overeenkomst ten laste van het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" moeten worden toegekend, hebben de partijen beslist de brugpensioenen te behouden overeenkomstig de sectoriële collectieve arbeidsovereenkomsten die in het paritair subcomité worden gesloten en mits inachtname van de beschikkingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen.
Art. 4.De werkgevers verbinden er zich niet toe de mogelijkheden inzake het brugpensioen voor de werknemers te behouden na 31 december 1998, maar zij wijzen erop dat zij er zullen op toezien dat het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" na 31 december 1998 beschikt over de nodige middelen om de brugpensioenuitkeringen die zijn ingegaan, te betalen.
Art. 5.Deze brugpensioenen worden in 1997 en 1998 toegekend op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van de Nationale Arbeidsraad en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. Het fonds waarborgt de bruggepensioneerde het totaal inkomen uit het brugpensioen volgens de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van de Nationale Arbeidsraad ingeval dit inkomen zou verminderen ten gevolge van de wetgeving op de werkloosheid. HOOFDSTUK III. - Financiering - Technische modaliteiten
Art. 6.a) Werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" : Er zullen geen werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor sociale vrede" door de Rijksdienst voor sociale zekerheid worden geïnd voor het eerste en tweede kwartaal 1997.
De door toedoen van de Rijksdienst voor sociale zekerheid ontvangen werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor sociale vrede" worden gehandhaafd op 1,70 pct. van de brutolonen van de werknemers van het derde en vierde kwartaal 1997.
Vanaf 1 januari 1998 worden de door toedoen van de Rijksdienst voor sociale zekerheid ontvangen werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor sociale vrede" gehandhaafd op 1 pct. van de brutolonen van de werknemers voor 1998. b) Mogelijkheden inzake het brugpensioen voor de werklieden van de sector : Vanaf 1 mei 1988 kunnen de werklieden die de volle leeftijd van 58 jaar hebben bereikt met brugpensioen gaan. De werkgever heeft de mogelijkheid het brugpensioen toe te kennen aan de werkman op voorwaarde dat deze werkman de volle leeftijd van 58 jaar heeft bereikt.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Ze kan niettemin jaarlijks opgezegd worden, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 juni 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX