27 JULI 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de wet van 20 december 1995 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 44;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 februari 1995, 10 april 1995 en 5 juli 1996;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 januari 1997 tot omvorming van het Navorsings- en Studiecentrum voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in « Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij », inzonderheid op artikel 8, eerste lid;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 mei 1997 en 6 juni 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 juni 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 juni 1997;

Gelet op het protocol nr. 265 van 14 juli 1997 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat door het ministerieel besluit van 10 januari 1997 het Navorsings- en Studiecentrum voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog werd omgevormd tot « Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij »;

Overwegende dat het aangewezen is voor het nieuwe centrum het voordeel van de indienstneming van contractueel personeel voor het vervullen van bijkomende of specifieke opdrachten te behouden;

Overwegende dat het voor het waarborgen van de rechten van het in functie zijnde personeel aangewezen is dit voordeel te behouden op de datum van bekendmaking van het ministerieel besluit van 10 januari 1997, d.i. op 1 maart 1997;

Overwegende dat het nodig is de personeelsbehoeften van de centra voor vreemdelingen die asiel aanvragen, soepeler en vlugger te beheren;

Overwegende dat het nodig is de tekst van de 3e rubriek aan te passen aan de afschaffing van de tijdelijke personeelsformaties;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 februari 1995, 10 april 1995 en 5 juli 1996 wordt als volgt gewijzigd : 1) in rubriek 3° worden de woorden « , binnen de perken van de daartoe opgemaakte personeelsformatie » geschrapt;2) rubriek 16° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 16° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 8 van het ministerieel besluit van 10 januari 1997 tot omvorming van het Navorsings- en Studiecentrum voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in « Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse maatschappij » »;3) volgende rubriek wordt ingevoegd : « 31° aan de personeelsleden die, in uitvoering van het vreemdelingenbeleid, belast zijn met : - de werking van de Gesloten Centra van het Ministerie van Binnenlandse Zaken - de werking van de Onthaalcentra van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en hun omkadering op het Hoofdbestuur.»

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997, met uitzondering van artikel 1, 2) dat uitwerking heeft met ingang van 1 maart 1997.

Art. 4.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT