27 JANUARI 2012. - Koninklijk besluit waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, artikel 2, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2008 pub. 17/12/2008 numac 2008003488 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen sluiten waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voorgestelde maatregel de gedelegeerde opdracht aanvult die toevertrouwd werd aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 november 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2008 pub. 17/12/2008 numac 2008003488 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen sluiten waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwt overeenkomstig artikel 2, § 3 van de wet van 2 april 1962, betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen en die de inschrijving beoogt, door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, op een kapitaalverhoging van de naamloze vennootschap Ethias Finance ten belope van een maximaal bedrag van één (1) miljard Euro;

Overwegende dat de voorgestelde maatregel gerechtvaardigd is door een dringende nood van algemeen belang; dat iedere vertraging bij de tenuitvoerlegging ervan zijn doeltreffendheid in het gedrang zou brengen gelet op de door Ethias Finance aan te gane verbintenissen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 december 2011;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 december 2011;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Met toepassing van artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen wordt de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij ermee belast om (i) in te schrijven op de obligatielening die op 28 november 2011 uitgeschreven werd door de naamloze vennootschap Ethias Finance, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 4000 Luik, rue des Croisiers 24, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 806.904.101, ten belope van een maximaal bedrag van 100 miljoen euro en om deze inschrijving in één of meerdere malen volgens een kalender die nog bepaald zal worden, vol te storten, en (ii) om alle overeenkomsten met dat oogmerk aan te gaan, met inbegrip van, in voorkomend geval, alle arbitrageovereenkomsten.

Art. 2.De Staat zal aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij al de fondsen die nodig zijn voor de uitvoering van deze opdracht ter beschikking stellen.

Art. 3.De opdracht die door dit besluit aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij wordt toevertrouwd, wordt door deze laatste in eigen naam maar voor rekening van de Staat uitgevoerd.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 27 december 2011.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 januari 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, S. VANACKERE