27 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, de artikelen 8, 1° en 3° en 9, 2° en op artikel 17, gewijzigd door de wetten van 23 december 2005 en 20 juli 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2008;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité, ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 18 april 2008;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 21 mei 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 14 augustus 2008;

Gelet op het advies nr. 45.404/1 van de Raad van State gegeven op 20 november 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerde op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : «

Art. 5bis.§ 1. Elke kolonie die behoort tot een verplaatste bijenstand en die niet beantwoordt aan de voorwaarden op het vlak van identificatie bedoeld in artikel 5, zal als verdacht besmet worden beschouwd. § 2. Behalve wanneer een kolonie ervan verdacht is van aangetast of besmet te zijn met vuilbroed, laat het Agentschap de kolonies bedoeld in § 1 binnen de achtenveertig uren vanaf de vaststelling terugbrengen naar hun oorspronkelijke bijenstand. In het geval dat het terugzenden van de kolonies onmogelijk is, gaat het Agentschap over tot monstername en de nodige onderzoeken. Indien het klinisch of laboratoriumonderzoek de aanwezigheid van vuilbroed bevestigt, beveelt het Agentschap de vernietiging van de aangetaste kolonies zonder vergoeding voor de imker. »

Art. 2.In artikel 13, § 1, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de zin « De honing mag onder geen enkele vorm teruggegeven worden aan de bijen » vervangen als volgt : « De honing of de was mogen onder geen enkele vorm teruggegeven worden aan de bijen ».

Art. 3.Artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 2. In geval van inbreuk op de bepalingen van dit besluit en/of van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, verliest de imker elk recht op de vergoeding bedoeld in § 1.

De verdelging en de ontsmetting gebeuren in de aanwezigheid van de assistent voor de bijenteelt ».

Art. 4.De Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 27 januari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE