gepubliceerd op 18 februari 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het recht op zorgkrediet, het recht op loopbaankrediet, het recht op vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar , en andere eindeloopbaanregelingen (1)
27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het recht op zorgkrediet, het recht op loopbaankrediet, het recht op vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar ("landingsbanen"), en andere eindeloopbaanregelingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het recht op zorgkrediet, het recht op loopbaankrediet, het recht op vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar ("landingsbanen"), en andere eindeloopbaanregelingen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 Het recht op zorgkrediet, het recht op loopbaankrediet, het recht op vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar ("landingsbanen"), en andere eindeloopbaanregelingen (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 2002 onder het nummer 64592/CO/319.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Het recht op zorgkrediet
Art. 2.Elke werknemer, ongeacht zijn functie, beroepscategorie, arbeidsovereenkomst of anciënniteit, heeft recht op het nemen van zorgkrediet.
Hieronder wordt verstaan : de werknemer die zijn loopbaan geheel of gedeeltelijk onderbreekt om palliatief verlof, om verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, of om ouderschapsverlof op te nemen.
Art. 3.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op zorgkrediet behoudt zijn oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats.
Art. 4.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het kader van het zorgkrediet kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar worden toegekend. Het opnemen van een kortere periode van zorgkrediet, of meerdere korte periodes, gebeurt volgens de reglementeringen van de toepasselijke thematische verloven.
Art. 5.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van zorgkrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK III. - Het recht op loopbaankrediet
Art. 6.Onder loopbaankrediet wordt verstaan : de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst in het kader van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social Profitsector 2000-2005", en in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2002 beteffende het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 7.De werknemer die gebruik maakt van het recht op loopbaankrediet behoudt zijn oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats.
Art. 8.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het kader van het loopbaankrediet, kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar toegekend worden, onder volgende modaliteiten : - hetzij voor drie maanden per periode van vijf jaar beroepsactiviteit in de betrokken sector en met een maximum van één jaar na twintig jaar beroepsactiviteit; - hetzij voor twaalf maanden na twintig jaar beroepsactiviteit in de betrokken sector.
Onder sectoren wordt verstaan : de sectoren zoals vernoemd in het besluit van de Vlaamse regering betreffende de aanmoedigingspremies in de social profitsector.
Art. 9.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van loopbaankrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK IV. - Het recht op de vrijwillige vermindering van de arbeidsprestaties ("landingsbanen") vanaf de leeftijd van 50 jaar
Art. 10.Elke werknemer van 50 jaar of ouder, heeft, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2002 betreffende het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, op zijn vraag recht op de gedeeltelijke onderbreking van zijn loopbaan in het kader van de eindeloopbaan (vermindering van de arbeidsprestaties) en het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanmoedigingspremies in het kader van de "landingsbanen".
Voor volgende functies blijft evenwel de toestemming van de werkgever vereist : - directies; - de samen met de kinderen of gehandicapten inwonende opvoeder/begeleider die de hoofdverantwoordelijkheid over de leefgroep heeft; - de groepschef verantwoordelijk voor meerdere eenheden; - (ortho)pedagogen of psychologen verantwoordelijk voor de begeleiding van meerdere leefeenheden; - het hoofd van de maatschappelijke dienst; - het hoofd van de administratieve dienst; - het hoofd van de paramedische dienst; - het hoofd van de logistieke dienst; - de geneesheren.
Art. 11.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op de vermindering van de arbeidsprestaties, richt hiertoe een schriftelijke melding aan de werkgever, ten minste drie kalendermaanden vóór de ingangsdatum van de vermindering van de arbeidsprestaties. In ondernemingen met ten hoogste 20 werknemers moet dit zes maanden vooraf gebeuren.
In onderling akkoord kunnen de werknemer en de werkgever deze reeds vroeger dan drie maanden na de schriftelijke melding laten starten.
Art. 12.De werknemer die gebruik maakt van de vermindering van de arbeidsprestaties, behoudt zijn oorspronkelijke arbeidsovereenkomst.
In een bijlage wordt de toepasselijke uurregeling en de ingangsdatum ervan door partijen overeengekomen. De werknemer die gebruik maakt van de regeling beschreven in deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt zijn oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats, tenzij door partijen schriftelijk anders wordt overeengekomen.
Art. 13.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van vermindering van arbeidsprestaties in het kader van de landingsbanen ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK V. - Andere eindeloopbaanbepalingen Brugpensioenstelsels
Art. 14.Partijen stellen alles in het werk om alle brugpensioenstelsels die wettelijk en reglementair zijn of zullen worden van toepassing te maken bij collectieve arbeidsovereenkomsten.
Onregelmatige prestaties voor werknemers van 50 jaar en ouder
Art. 15.De werknemer van 50 jaar of meer kan bij de werkgever het verzoek indienen niet meer tewerkgesteld te worden in prestaties tijdens de onregelmatige diensturen (avond-, nacht-, weekend-, feestdag) of voor een vermindering van tewerkstelling in deze onregelmatige diensturen in aanmerking te komen.
De werknemer van 50 jaar en meer kan bij de werkgever een verzoek indienen niet meer tewerkgesteld te worden in begeleidingstaken tijdens externe vakantieverblijven.
De werkgever engageert er zich toe deze verzoeken constructief en oplossingsgericht te zullen onderzoeken rekening houdende met de pedagogische en organisatorische mogelijkheden van de diensten.
Oriëntering van de loopbaan
Art. 16.Onverminderd de beschikkingen inzake educatief verlof, zal de werkgever de vraag van de werknemer inzake opleiding, bijscholing of herscholing positief benaderen en de organisatorische mogelijkheden onderzoeken zodat deze werknemer aan bedoelde vorming met een finaliteit om zijn verdere beroepsloopbaan in te richten, kan deelnemen.
Onderzoek
Art. 17.Partijen onderkennen dat de thematiek van de eindeloopbaan en de ouder wordende werknemer een in belang toenemend onderwerp is waarvoor specifieke oplossingen en modaliteiten moeten worden gezocht.
Zij stellen alles in het werk om alle mogelijkheden te onderzoeken in functie van concrete werkformules en overeenkomsten. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst, hoofdstuk 2, 3 en 4, is toepasselijk volgens alle bepalingen en eventuele wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de aanmoedigingspremies voor de social profitsector.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001, behoudens hoofdstuk 5 dat van toepassing is vanaf 1 juli 1998, en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf haar inwerkingtreding de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2000 inzake het recht op de vrijwillige vermindering van de arbeidsprestaties in het raam van de eindeloopbaan ("landingsbanen") vanaf de leeftijd van 50 jaar, het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1998 betreffende de eindeloopbaan en het recht op vrijwillige uitstapregelingen in het kader van de eindeloopbaan, wordt hierbij opgeheven.
Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE