Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 december 2002
gepubliceerd op 30 april 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2002003566
pub.
30/04/2003
prom.
27/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/27/2002003566/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 12, lid 3, a , alinea 3, van de (zesde) (BTW) richtlijn nr. 77/388/EEG (1) machtigt, tot op heden, de lid-Staten, op permanente wijze, één of twee verlaagde tarieven toe te passen uitsluitend op de leveringen van goederen en diensten van de categorieën opgesomd in bijlage H van deze richtlijn. Bijlage H, categorie 1 beoogt de « levensmiddelen (met inbegrip van dranken, maar met uitsluiting van alcoholhoudende dranken) voor menselijke en dierlijke consumptie ».

Het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. (Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970) neemt deze bepalingen van de gemeenschap over.

Op voorstel van de Minister van Mobiliteit en Vervoer, de Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling keurde de Ministerraad op 30 maart 2001 de maatregelen goed die bij de verbruiker en de producent een ander gedragspatroon moeten teweegbrengen op het vlak van milieubescherming. Deze maatregelen maken deel uit van het akkoord van 22 december 2000 dat werd omgezet in het voorontwerp van bijzondere wet tot herfinanciering van de Gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten. De maatregelen hebben onder meer betrekking op drankverpakkingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen herbruikbare verpakkingen en wegwerpverpakkingen, door de invoering van ecobonussen voor herbruikbare verpakkingen en een verpakkingsheffing voor wegwerpverpakkingen. Deze maatregelen houden een algemene verlaging van de BTW en van sommige accijnzen op dranken, met uitsluiting van de alcoholische dranken, in.

Rubriek X, van tabel A van de bijlage bij ditzelfde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 sluit expliciet de dranken daaronder begrepen koffie, thee, cichorei en dergelijke, de vruchtensappen en groentesappen, de minerale waters in flessen uit van het verlaagd BTW-tarief van 6 pct.

Artikel 1 van dit besluit wil de uitsluiting beoogd in voornoemde rubriek X van tabel A gedeeltelijk schrappen, zodat de niet-alcoholische dranken het voordeel van het verlaagd BTW-tarief kunnen genieten.

De budgettaire impact van deze tariefverlaging kan geschat worden op een grootte van 161 miljoen EUR. Artikel 2 van dit koninklijk besluit bepaalt dat de nieuwe bepaling in werking treedt op dezelfde datum als de datum waarop de wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen in werking treedt.

Genomen in uitvoering van artikel 37, § 1, van het Wetboek van de BTW, heeft bijgevoegd besluit het overleg in de Ministerraad van 6 december 2002 vereist.

Het advies van de Raad van State van 12 december 2002, werd gegeven binnen de termijn bepaald door artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op dit Hoog Rechtscollege. Er werd met dit advies rekening gehouden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Zesde Richtlijn nr.77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag (PBEG nr. L 145 van 13 juni 1977 en rectificatie PBEG nr. L 149 van 17 juni 1977), laatst gewijzigd bij de richtlijn nr. 1999/85/EG van de Raad van 22 oktober 1999 tot wijziging van Richtlijn nr. 77/388/EEG wat de mogelijkheid betreft om bij wijze van experiment op arbeidsintensieve diensten een verlaagd BTW-tarief toe te passen (PBEG nr. L 277 van 28 oktober 1999).

27 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag, inzonderheid op artikel 12, gewijzigd bij de richtlijn 92/77/EEG van 19 oktober 1992, bij de richtlijn 92/111/EEG van 14 december 1992, bij de richtlijn 94/5/EG van 14 februari 1994, bij de richtlijn 96/42/EG van 25 juni 1996 en bij de richtlijn 96/95/EG van 20 december 1996, evenals op de bijlage H, categorie 1, ingevoegd overeenkomstig de richtlijn 92/77/EEG van 19 oktober 1992;

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 37, vervangen bij de wet van 28 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, inzonderheid op artikel 1, 1e lid, 1°;

Gelet op tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, inzonderheid op rubriek X, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 1990 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1992;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 5 december 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 5 december 2002;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende : dat de bepalingen van dit besluit van kracht dienen te zijn op 1 januari 2003; dat dit besluit dus dringend moet worden genomen;

Gelet op het advies 34.545/2 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Rubriek X, tweede lid, van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wordt vervangen als volgt : « Van deze rubriek zijn uitgezonderd de bieren met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol. en andere dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol »

Art. 2.Dit besluit heeft dezelfde uitwerkingsdatum als de datum waarop de wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen in werking treedt.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^