gepubliceerd op 28 mei 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende outplacement
27 APRIL 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende outplacement (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende outplacement.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007 Outplacement (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2007 onder het nummer 83205/CO/126) Toepassingsgebied en doel
Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders/arbeidsters tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.
Deze overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, hoofdstuk V en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, gesloten op 10 juli 2002 in de schoot van de Nationale Arbeidsraad.
Zij heeft tot doel aan bepaalde categorieën van arbeiders/arbeidsters die werden ontslagen, het recht op outplacementbegeleiding te verlenen.
Voorwaarden voor outplacement
Art. 2.Om recht te hebben op outplacementbegeleiding moet de arbeider/arbeidster voldoen aan een aantal voorwaarden : a) outplacement voor arbeiders/arbeidsters ouder dan 45 jaar.Zij moeten : - de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt op het ogenblik dat het ontslag wordt gegeven; - ontslagen zijn geweest om een andere dan een dringende reden of sectoraal brugpensioen; - ten minste één jaar ononderbroken in dienst zijn bij de werkgever die ontslaat. b) outplacement voor arbeiders/arbeidsters die ten minste 40 en ten hoogste 44 jaar oud zijn.Zij moeten : - de leeftijd van 40 jaar hebben bereikt op het ogenblik dat het ontslag werd gegeven, doch nog geen 45 jaar oud zijn; - ten minste 5 jaar ononderbroken in dienst zijn bij de werkgever die ontslaat; - ontslagen zijn geweest om een andere dan een dringende reden.
Het recht op een outplacementbegeleiding kan worden uitgebreid tot de arbeiders/arbeidsters, ongeacht de leeftijd op het ogenblik van het ontslag, op voorwaarde dat dergelijke begeleiding het voorwerp uitmaakt van een akkoord op ondernemingsvlak in het raam van een herstructureringsplan of bij sluiting of faling van een onderneming.
Procedure van aanvraag
Art. 3.De onder artikel 2 vermelde arbeiders/arbeidsters zullen uiterlijk binnen twee maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst een schriftelijke vraag om outplacementbegeleiding richten tot het fonds voor bestaanszekerheid.
Het fonds voor bestaanszekerheid valideert de aanvragen. Indien de arbeider/arbeidster voldoet aan de voorwaarden, stuurt het fonds de aanvraag aan het Opleidingscentrum hout (Och). Het Och zal dan een overeenkomst sluiten met de betrokken arbeider/arbeidster over de wederzijdse engagementen.
Inhoud van de outplacementbegeleiding
Art. 4.Het Och biedt aan de ontslagen arbeider/arbeidster ontslagbegeleiding aan in drie fasen.
De eerste fase (een termijn van 2 maanden ten belope van 20 uur begeleiding) houdt in : - kennismaking en psychologische begeleiding voor het verwerken van het ontslag en het opmaken van een balans voor de arbeider/arbeidster; - sollicitatietraining en het geven van hulp bij het zoeken naar een nieuwe dienstbetrekking; - opvolging en ondersteuning bij sollicitaties.
Het kennismakingsgesprek is vrijblijvend voor de arbeider/arbeidster.
Het is echter een essentiële stap voor de arbeider/arbeidster in het verwerkingsproces van zijn/haar ontslag.
Indien de arbeider/arbeidster binnen de eerste fase geen betrekking heeft gevonden of geen zelfstandige activiteit heeft aangevat, wordt de begeleiding voortgezet gedurende een tweede fase (de daaropvolgende termijn van vier maanden) ten belope van in totaal 20 uur.
Indien de arbeider/arbeidster op het einde van de tweede fase geen nieuwe betrekking heeft gevonden of geen zelfstandige activiteit heeft aangevat, wordt de begeleiding voortgezet gedurende een derde fase (de daaropvolgende termijn van zes maanden), opnieuw ten belope van in totaal 20 uur.
Art. 5.Engagementen van de arbeider/arbeidster die een beroep doet op outplacement Om recht te hebben op de eerste fase verbindt de ontslagen arbeider/arbeidster zich ertoe, zich bij de VDAB/BGDA/Forem in te schrijven als werkzoekende en hiervan het bewijs te leveren.
Om in fase 2 en 3 recht te hebben op verdere opvolging en begeleiding, verbindt de ontslagen arbeider/arbeidster zich ertoe te goeder trouw mee te werken aan de begeleiding en de aangeboden opleidingen te volgen.
Zodra de arbeider/arbeidster zonder voldoende rechtvaardiging bij één van deze stadia afwezig is, vervalt zijn/haar recht op iedere verdere ontslagbegeleiding van de sector.
De begeleiding wordt eveneens stopgezet zodra de arbeider/arbeidster een nieuwe betrekking in loondienst of als zelfstandige heeft gevonden.
Wanneer de arbeider/arbeidster een nieuwe betrekking heeft gevonden, doch die verliest binnen drie maanden na de indiensttreding, kan op zijn/haar verzoek de outplacementbegeleiding worden hervat in de fase waar ze was onderbroken.
Engagement van de werkgever
Art. 6.De werkgever dient de ontslagen arbeider/arbeidster te informeren over diens recht op het sectoraal outplacement en zal hem de nodige gegevens daartoe mededelen.
Herstructurering
Art. 7.Voor arbeiders/arbeidsters betrokken bij een herstructurering, sluiting of het faillissement van de onderneming, kunnen de aanvraag en de uitvoering van het outplacementproject worden gecentraliseerd in uitvoering van het herstructureringsplan.
In zulk geval kan het paritair beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid, op voorstel van de partijen betrokken bij dit herstructureringsplan, afwijken van de voorwaarden inzake leeftijd, anciënniteit, duurtijd en stadia. Tegenover de inspanning die door de sector wordt geleverd kan, in dit geval, een evenredige inspanning van de werkgever worden gevraagd.
Voor de herplaatsing van de arbeider/arbeidsters die werden ontslagen ten gevolge van een faillissement zal het paritair beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid een beroep doen op de publieke middelen die daarvoor ter beschikking worden gesteld (bijvoorbeeld : herplaatsingsfonds Serv).
De eerste opvang en opvolging van de begeleiding van de arbeiders/arbeidsters betrokken bij een herstructurering, sluiting of faillissement gebeuren in de permanente overkoepelende tewerkstellingscellen die voor de VDAB/BGDA/Forem worden opgericht op gewestelijk niveau. Hiertoe wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen het paritair beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid en de gewestelijke overheden.
Kosten van de begeleiding
Art. 8.De kosten aangerekend door de dienstverlener voor de outplacementbegeleiding zoals omschreven in deze overeenkomst worden ten laste genomen door het fonds voor bestaanszekerheid en aangerekend op de middelen voor en de opdrachten van het Och.
Begeleiding tijdens de opzeggingstermijn
Art. 9.Wanneer de outplacementbegeleiding plaatsheeft tijdens de opzeggingstermijn, worden de begeleidingsuren aangerekend op de tijd dat de arbeider/arbeidster op grond van artikel 41 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), afwezig mag zijn om een nieuwe betrekking te zoeken.
Art. 10.De verplichting in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 De ondertekenaars van deze overeenkomst verklaren dat door het invoeren van deze sectorale outplacementbegeleiding aan de wettelijke en conventionele verplichtingen van de werkgevers van de sector stoffering en houtbewerking wordt voldaan.
De toekenning van deze outplacementbegeleiding doet geen afbreuk aan de bepalingen van de wet op de arbeidsovereenkomsten in verband met het ontslag noch aan de aanvullende voordelen die door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten worden verleend.
Verbintenissen van de dienstverlener
Art. 11.De sectorale outplacementbegeleiding wordt slechts aangeboden voor zover de dienstverlener waarop de sector een beroep zal doen de verbintenissen naleeft die hem krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, gesloten in de Nationale Arbeidsraad worden opgelegd.
Evaluatie
Art. 12.Eenmaal per jaar zal de evaluatie van het sectoraal outplacement op de agenda van het paritair comité worden gebracht.
Duur van de overeenkomst
Art. 13.Deze overeenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur van twee jaar die ingaat op 1 januari 2007.
Deze arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 waarvan de uitwerking met ingang van 1 januari 2007 vervalt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET