Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 2007
gepubliceerd op 07 juni 2007

Koninklijk besluit tot regeling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt geregistreerd en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022806
pub.
07/06/2007
prom.
27/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/27/2007022806/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot regeling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt geregistreerd en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld


VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. Context Volgens de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie kan een handelsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige in een schriftelijke wilsverklaring zijn wil te kennen geven dat een arts euthanasie toepast indien hij niet meer bekwaam is.Merk terzijde op dat een arts op basis van dergelijke wilsverklaring niet kan gedwongen worden om euthanasie toe te passen. Men heeft dus niet zoals dat het geval is in het kader van de rechten van de patiënt, een recht op euthanasie.

Artikel 4, § 1, laatste lid, van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie stelt dat de Koning bepaalt hoe deze wilsverklaring inzake euthanasie wordt opgesteld, geregistreerd en herbevestigd of ingetrokken en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld.

In een eerste fase werd in uitvoering van deze bepaling bij koninklijk besluit van 2 april 2003 vastgesteld hoe de wilsverklaring inzake euthanasie wordt opgesteld, herbevestigd, herzien of ingetrokken.

In het besluit dat aan U wordt voorgelegd wordt voornoemd artikel 4 uitgevoerd voor wat betreft de registratie van de wilsverklaring en de mededeling ervan via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen.

Duidelijk moet zijn dat de enige finaliteit van deze regeling is de arts die geconfronteerd wordt met een patiënt die wilsonbekwaam is en die zich in een situatie bevindt waarin euthanasie zou kunnen worden toegepast, te informeren. Gesignaleerd dient dat daar het een facultatief systeem van registratie betreft, de arts er rekening dient mee te houden dat hij er niet op kan vertrouwen dat indien hij het hierna besproken systeem raadpleegt, hij beschikt over de meest recente informatie. 2. De registratie van de wilsverklaring In onderhavig koninklijk besluit wordt vooreerst een registratieprocedure voor de wilsverklaring inzake euthanasie vastgelegd.Het betreft een facultatieve registratieprocedure : een wilsverklaring is met andere woorden eveneens geldig indien geen gebruik wordt gemaakt van de beschreven mogelijkheid tot registratie.

De persoon (handelingsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige) die een wilsverklaring inzake euthanasie (een initiële, een herbevestiging, een herziening of een intrekking) wenst te laten registreren volgens de in het besluit voorziene procedure, moet een formulier zoals in bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2003, invullen. (artikel 1) Vervolgens begeeft hij zich met het ingevulde formulier naar de gemeente van zijn woonplaats voor de registratie ervan. (artikel 1) Behalve dat men voor zichzelf een wilsverklaring kan laten registreren, is voorzien dat indien men fysiek niet bekwaam is om de wilsverklaring op te stellen en te ondertekenen, de persoon die de wilsverklaring effectief opstelde (mogelijkheid voorzien in artikel 4, § 1, vierde en vijfde lid, van de euthanasiewet) deze ook voor registratie kan aanbieden. (artikel 1) De ambtenaar van de burgerlijke stand is verplicht het ingevulde formulier in ontvangst te nemen.

Vooraleer hij echter begint met de effectieve registratie, dient hij een tweeledige controle uit te voeren : 1° vooreerst moet hij de identiteit controleren van de persoon die de wilsverklaring voor registratie aanbiedt.Het betreft dus ofwel een controle of de identiteit van de persoon die de wilsverklaring aanbiedt overeenstemt met de identiteit van de persoon op wie de wilsverklaring betrekking heeft. Ofwel wordt gecontroleerd of de persoon die de wilsverklaring aanbiedt de persoon is die in de wilsverklaring door de fysiek onbekwame betrokkene wordt aangewezen om zijn wilsverklaring vast te leggen; 2° daarnaast moet hij nagaan of de aangeboden wilsverklaring strookt met het model gevoegd aan het koninklijk besluit van 2 april 2003.Het betreft een vormelijke controle (o.a. zijn alle gegevens ingevuld ?, heeft iedereen ondertekend ?). (artikel 2) Indien deze identiteitscontrole en formele controle een positief resultaat opleveren, wordt met de daadwerkelijke registratie van de wilsverklaring begonnen.

Dit houdt in dat de gemeenteambtenaar, via het netwerk van de diensten van het Rijksregister, een bericht stuurt naar de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu waarin volgende specifiek gegevens zijn opgenomen (artikel 3) : a) datum en tijd van registratie van de wilsverklaring door de gemeente evenals de niscode van de gemeente waar de wilsverklaring voor registratie werd aangeboden;b) het identificatienummer van het Rijksregister van de persoon op wie de wilsverklaring betrekking heeft, zijn naam, voornamen, geboortedatum en geslacht;c) het identificatienummer van het Rijksregister van de opsteller van de wilsverklaring indien deze ze in toepassing van artikel 1, § 1, tweede lid, voor registratie aanbiedt, zijn naam, voornamen en geslacht;d) het voorwerp van de wilsverklaring (initiële wilsverklaring, herbevestiging, herziening of intrekking);e) de datum van de wilsverklaring;f) het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen van de eventuele vertrouwenspersonen in een door de betrokkene aangegeven volgorde, hun naam, voornamen en geslacht, ;g) het aantal aangewezen vertrouwenspersonen indien er meer dan 10 werden aangewezen. De rol van het Rijksregister bij de overdracht van de gegevens door de gemeenten aan de FOD Volksgezondheid kan als volgt worden toegelicht.

De gemeenten hebben een lijnverbinding (netwerk) met het Rijksregister. Van deze lijnverbinding maken de gemeenten gebruik om de gegevens met betrekking tot de wilsverklaringen inzake euthanasie, bij middel van een bijwerkingstransactie, over te maken aan de FOD Volksgezondheid. Het Rijksregister zelf neemt hierbij een passieve houding aan en fungeert dus uitsluitend als doorgeefluik voor de transacties tussen gemeenten en de FOD Volksgezondheid.

Het Rijksregister bewaart zelf geen enkel gegeven dat werd verkregen in het kader van de verwerking zoals bedoeld in het besluit noch bewaart het enig informatiespoor hieromtrent. Het enige dat op het niveau van het Rijksregister, met het oog op de veiligheid en de transparantie, wordt bewaard is een spoor dat weergeeft dat via het netwerk van het Rijksregister door de gemeente gegevens inzake euthanasie werden overgemaakt aan de FOD Volksgezondheid. Meer concreet betekent dit dat men op het niveau van het Rijksregister kan traceren dat er op moment X door de gemeenten gebruik werd gemaakt van het netwerk van het Rijksregister om gegevens inzake euthanasie over te maken aan de FOD Volksgezondheid.

Voor alle volledigheid, de tussenkomst van het Rijksregister zoals omschreven in onderhavig besluit, is een tussenkomst zoals bedoeld in artikel 16, eerst lid, 12°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De finaliteit van de registratie van de gegevens vermeld onder b), c) en f) is de volgende. Ze maken het vooreerst mogelijk te controleren of de in de databank geregistreerde wilsverklaring(en) werkelijk betrekking heeft op de patiënt waaromtrent de arts gegevens opvraagt (b) ).Anderzijds bieden deze gegevens de mogelijkheid om de betreffende personen te contacteren. (zie verder onder punt 3)) Wat betreft de finaliteit van de registratie van de andere gegevens kan het volgende worden gesteld. De gegevens onder a) moeten het mogelijk maken terug te gaan naar de bron van de geregistreerde gegevens (vb. bij een of ander probleem met betrekking tot de registratie). De registratie van het voorwerp van de registratie zoals bedoeld onder d) is evident. De registratie van de datum van de betreffende wilsverklaring is dan weer nodig gelet op het feit deze maar geldig is indien ze binnen de 5 jaar wordt herbevestigd (artikel 3 koninklijk besluit van 2 april 2003). Bovendien is het mogelijk dat eenzelfde persoon meerdere wilsverklaringen laat registreren. In dergelijk geval primeert van de geregistreerde wilsverklaringen, de meest recente wilsverklaring. De registratie van het aantal vertrouwenspersonen indien het er meer zijn dan 10 is ingegeven door het volgende. In de databank kunnen per wilsverklaring maximaal van 10 vertrouwenspersonen de gegevens bedoeld onder f) worden opgenomen.

Door het aantal te vermelden weet men dat indien de 10 geregistreerde vertrouwenspersonen om een of andere reden niet kunnen optreden, er meer dan 10 zijn aangeduid. Voor de precieze gegevens van deze vertrouwenspersonen zal men dan in het bijhorende papieren document moet kijken (zie verder).

De hierboven onder a) tot en met g) vermelde gegevens worden binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in een centrale databank geregistreerd. Het is op dit niveau dat de gegevens dus elektronisch worden bewaard. (artikel 4, § 1) Ook binnen de FOD Volksgezondheid worden de 'papieren' documenten die als basis dienden voor de registratie, bewaard. Meerbepaald sturen de gemeentebesturen deze documenten naar het directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. (artikel 4, § 2) Voor elke bericht dat de FOD Volksgezondheid via het netwerk van het Rijksregister ontvangt van een gemeente stuurt ze, eveneens via de tussenkomst van het Rijksregister, aan het betrokken gemeentebestuur, als ontvangstbewijs, een document waarin de gegevens die in haar databank zijn opgenomen, worden weergegeven. (artikel 5, § 1) Teneinde de transparantie van de verwerking naar de burger toe te verwezenlijken wordt in bedoeld document eveneens volgende informatie opgenomen : de identiteit van de verantwoordelijke voor de verwerking (zie verder), de manier van verwerking, de doeleinden van de verwerking, het bestaan van een recht op toegang en verbetering en de ontvangers van de gegevens. Het betreft hier informatie die door de FOD Volksgezondheid als verantwoordelijke van de verwerking moet worden verstrekt. (zie verder). Merk terzijde op dat ook op dit vlak op het niveau van het Rijksregister een spoor wordt bewaard dat weergeeft dat via het netwerk van het Rijksregister door FOD Volksgezondheid gegevens inzake euthanasie werden overgemaakt aan de gemeente. In het kader van de traceerbaarheid wordt meer concreet bijgehouden dat op moment X door de FOD Volksgezondheid gebruik werd gemaakt van het netwerk van het Rijksregister om gegevens inzake euthanasie over te maken aan een gemeente.

Aan de persoon waarop de wilsverklaring betrekking heeft, wordt op het moment dat hij deze laat registreren, een door de gemeenteambtenaar geviseerd afschrift van de aangeboden wilsverklaring afgegeven.

Eveneens krijgt hij een afschrift van het hierboven beschreven document dat de FOD Volksgezondheid aan de gemeente toezendt. (artikel 5, § 2) Indien de gemeenteambtenaar de registratie niet onmiddellijk uitvoert of indien de wilsverklaring wordt geregistreerd op verzoek van de opsteller van de wilsverklaring in geval van fysieke onbekwaamheid van de betrokkene zelf, worden beide afschriften aan de betrokkene zelf binnen de 15 dagen toegezonden.

Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkene mogen de gegevens niet langer in de databank worden bewaard dan dat noodzakelijk is in het kader van de finaliteit waarvoor ze erin werden opgenomen. Gelet de finaliteit van de registratie het informeren van de arts omtrent de wil van een patiënt is, dienen de gegevens in de databank te worden geschrapt na het overlijden van betrokkene. Teneinde echter geen bewijsstukken te vernietigen wordt voorzien dat na het overlijden van betrokkene de gegevens toch nog worden bewaard gedurende de periode dat een gerechtelijke procedure kan worden ingesteld. (artikel 6) 3. Het meedelen van de wilsverklaring aan de betrokken artsen Indien een arts geconfronteerd wordt met een patiënt die wilsonbekwaam is en die zich in een situatie bevindt waarin in toepassing van de euthanasiewet, euthanasie zou kunnen worden toegepast, richt hij zich tot de centrale databank opgericht bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu om na te gaan of voor zijn patiënt in deze databank gegevens in verband met een wilsverklaring inzake euthanasie zijn opgenomen.(artikel 7, § 1) Artsen hebben 24 u. op 24 u. toegang tot deze centrale databank via een webapplicatie.

Vooraleer ze evenwel in de gegevens van de databank kunnen zoeken, dienen ze zich te identificeren en te authentificeren. Daarvoor moeten ze gegevens van hun electronische identiteitskaar opgegeven. Naast de identificatie en authentificatie moet er zekerheid bestaan omtrent het gegeven dat de arts die toegang wenst te bekomen, daadwerkelijk de hoedanigheid van arts bezit. Teneinde hieromtrent uitsluitsel te hebben, is er een link van de hier besproken webapplicatie met de federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen zoals bedoeld in artikel 35quaterdecies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ook wel kadaster genoemd.

Indien de identificatie en authentificatie en de raadpleging van het kadaster een positief resultaat opleveren, kan de betrokken arts in de databank op zoek gaan naar een eventuele wilsverklaring van zijn patiënt. Hij dient daarvoor tegelijkertijd volgende gegevens in te vullen : naam, voornamen, geboortedatum en geslacht van de betrokken patiënt.(artikel 7, § 2) Indien in de databank voor deze patiënt gegevens zijn opgenomen, dan worden de arts volgende gegevens meegedeeld (artikel 7, § 3): a) naam, voornamen, geslacht en hoofdverblijfplaats van de patiënt;b) de historiek van alle wilsverklaringen die de patiënt liet registreren;c) de datum van elke onder b) bedoelde wilsverklaring;d) naam, voornaam en hoofdverblijfplaats van de eventueel aangeduide vertrouwensperso(o)nen en van de eventuele opsteller van de wilsverklaring. Door een combinatie van de gegevens bedoeld in punten b) en c) weet de arts welke de meest recente geregistreerde wilsverklaring van zijn patiënt is. Zoals hiervoor reeds werd vermeld is het registratiesysteem zoals hier beschreven een facultatief systeem. Dit betekent dus dat een meer recente wilsverklaring die niet werd geregistreerd primeert op een geregistreerde wilsverklaring.

De gegevens vermeld onder d) maken het de arts mogelijk de eventueel aangewezen vertrouwenspersonen tijdens de fase die de euthanasie vooraf gaat, te contacteren. Hij is hiertoe immers verplicht door de euthanasiewet zelf (artikel 4, § 2, 1°, 3° en 4°, euthanasiewet).

Belangrijk om te vermelden is dat vooraleer voormelde gegevens aan de betrokken arts worden overgemaakt, de FOD Volksgezondheid het Rijksregister consulteert. Deze consultatie heeft meerbepaald als doel de meest actuele gegevens bedoeld onder punten a) en d) te bekomen inclusief de actuele hoofdverblijfplaats. Het is immers bijvoorbeeld mogelijk dat een vertrouwenspersoon tussen het tijdstip van de registratie van de wilsverklaring en het opvragen van informatie door de arts, is verhuisd. Het beschikken over de meest actuele gegevens maakt het een arts dus ondermeer mogelijk om de vertrouwenspersonen correct te contacteren. Indien een van de personen vermeld onder d) op het ogenblik van het raadplegen van de databank zou zijn overleden dan wordt de overlijdensdatum aan de betrokken arts meegedeeld.

Teneinde een zekere controle te kunnen uitoefenen op de toegang tot de databank euthanasie' wordt voorzien dat iedere raadpleging ervan wordt getraceerd. Op regelmatige tijdstippen wordt de Federale Controle- en Evaluatiecommissie op de hoogte gebracht van deze raadplegingen.

Derwijze wordt de Commissie in de mogelijkheid gesteld om de toepassing van de euthanasiewet op dit vlak te evalueren, een taak dit haar door artikel 9, eerste lid, b), van de euthanasiewet, is toegewezen. (artikel 8) 4. De verantwoordelijke voor de verwerking De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, vereist dat voor iedere verwerking van persoonsgegevens een verantwoordelijke voor de verwerking wordt aangeduid.Deze bepaalt het doel en de middelen voor de verwerking. Deze verantwoordelijke voor de verwerking moet de verschillende verplichtingen die in voornoemde wet zijn opgenomen, vervullen. Om een betere transparantie te verzekeren is de identificatie van de verantwoordelijke voor de verwerking belangrijk : hij kan worden aangesproken op zijn verplichtingen en de betrokken personen kunnen ten opzichte van hem hun rechten laten gelden.

Voor de verwerking zoals omschreven in onderhavig besluit is de FOD Volksgezondheid de verantwoordelijke voor de verwerking. (artikel 9) In het onderhavig ontwerp worden een aantal specifieke taken opgenomen die deze verantwoordelijke voor de verwerking, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen moet naleven.

Hierbij dient vermeld dat de gemeenten voor een aantal bewerkingen omschreven in het besluit, optreden als verwerker in de zin van artikel 1, § 5, van voormelde wet van 8 december 1992. De FOD Volksgezondheid kan bijgevolg zijnde verantwoordelijke voor de verwerking voor alle bewerkingen omschreven in het besluit, aan deze verwerker rechtstreeks administratieve instructies geven (vb. in het kader van een omzendbrief). 5. In werking treden De bepalingen treden in werking op 1 september 2008. Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uw Majesteit, De zeer eerbiedige En zeer getrouwe dienaars, De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot regeling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt geregistreerd en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, inzonderheid op artikel 4, § 1, laatste lid;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, van 19 oktober 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 18 december 2006;

Gelet op advies nr. 42.346/3 van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - De registratie van de wilsverklaring

Artikel 1.De wilsverklaring bedoeld in artikel 4 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en opgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 2 april 2003 houdende vaststelling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt opgesteld, herbevestigd, herzien of ingetrokken, kan worden geregistreerd bij het gemeentebestuur van de woonplaats van de persoon waarop de verklaring betrekking heeft.

De registratie gebeurt op initiatief van de persoon op wie de verklaring betrekking heeft of op initiatief van de persoon die de verklaring in zijn plaats heeft opgesteld overeenkomstig artikel 4 van dezelfde wet.

De herbevestiging, de herziening of de intrekking van de verklaring kunnen onder dezelfde voorwaarden worden geregistreerd.

Art. 2.De ambtenaar van de burgerlijke stand is verplicht de in artikel 1 bedoelde wilsverklaring in ontvangst te nemen. Hij gaat de identiteit na van de persoon die hem de wilsverklaring of de herbevestiging, herziening of intrekking ervan, voor registratie aanbiedt en vergewist zich ervan dat het document conform is met het model gevoegd in bijlage bij voornoemd koninklijk besluit.

Art. 3.Op basis van de in artikel 1 bedoelde wilsverklaring maakt het betrokken gemeentebestuur, door tussenkomst van de diensten van het Rijksregister zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, 12°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu volgende gegevens over : a) datum en tijd van registratie van de wilsverklaring door de gemeente evenals de NIS-code van de gemeente waar de wilsverklaring voor registratie werd aangeboden;b) het identificatienummer van het Rijksregister van de persoon op wie de wilsverklaring betrekking heeft, zijn naam, voornamen, geboortedatum en geslacht;c) het identificatienummer van het Rijksregister van de opsteller van de wilsverklaring indien deze ze voor registratie aanbiedt, zijn naam, voornamen en geslacht;d) het voorwerp van de wilsverklaring (initiële wilsverklaring, herbevestiging, herziening of intrekking);e) de datum van de wilsverklaring;f) het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen van de eventuele vertrouwenspersonen in een door de betrokkene aangegeven volgorde, hun naam, voornamen en geslacht;g) het aantal aangewezen vertrouwenspersonen indien er meer dan 10 werden aangewezen.

Art. 4.§ 1. Bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt een databank aangelegd waarin de gegevens die ingevolge artikel 3 worden ontvangen, worden opgenomen. § 2. De wilsverklaring bedoeld in artikel 1 die als basis diende voor de registratie, wordt door het betrokken gemeentebestuur overgemaakt aan het directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu die deze bewaart.

Art. 5.§ 1. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu stuurt onverwijld, via tussenkomst van het Rijksregister, voor elk bericht dat ze ingevolge artikel 1, § 1, ontvangt, aan het betrokken gemeentebestuur, als ontvangstbewijs, een document waarin de gegevens die in haar databank zijn opgenomen, worden weergegeven.

Eveneens bevat bedoeld document met het oog op de overmaking ervan aan de betrokkenen zoals bedoeld in § 2, informatie omtrent de identiteit van de verantwoordelijke voor de verwerking, de manier van de verwerking, de doeleinden van de verwerking, het bestaan van een recht op toegang en verbetering en de ontvangers van de gegevens. § 2. Aan de betrokkene wordt door het betreffende gemeentebestuur vervolgens, naast een door de gemeenteambtenaar geviseerd afschrift van de aangeboden wilsverklaring, een afschrift van het in § 1 bedoelde document afgegeven.

Indien de registratie niet op verzoek van de betrokkene zelf gebeurde of indien de registratie niet onmiddellijk kan gebeuren worden beide afschriften aan de betrokkene binnen 15 dagen opgestuurd.

Art. 6.De gegevens worden in de databank bedoeld in artikel 4, § 1, geschrapt na het overlijden van de persoon op wie ze betrekking hebben. Deze schrapping gebeurt nadat de termijn voor het indienen van een beroep in het kader van een gerechtelijke procedure is verstreken. HOOFDSTUK II. - Het meedelen van de wilsverklaring aan de betrokken artsen

Art. 7.§ 1. Indien een patiënt zijn wil niet meer kan uiten en zich in een situatie bevindt waarin eventueel euthanasie zou kunnen worden toegepast in uitvoering van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, richt de behandelende arts zich tot de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu om na te gaan of voor de betrokken patiënt, in de databank bedoeld in artikel 4, § 1, gegevens zijn opgenomen. § 2. De in § 1 bedoelde arts heeft toegang tot de databank via een webapplicatie.

Vooraleer de arts toegang tot de databank wordt verleend gebeurt vooreerst zijn identificatie en authentificatie via de gegevens van zijn electronische identiteitskaart. Vervolgens wordt via de federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen zoals bedoeld in artikel 35quaterdecies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, nagegaan of de persoon die de toegang tot de databank vraagt werkelijk de hoedanigheid van arts heeft.

Indien de controle zoals bedoeld in het vorige lid een positief resultaat oplevert, kan de arts binnen de databank zoeken door middel van volgende zoekcriteria : naam, voornamen, geboortedatum en geslacht van de betreffende patiënt. Deze zoekcriteria dienen verplicht gezamenlijk te worden aangewend.

Artsen kunnen de databank op de wijze zoals hierboven beschreven, 24 u. op 24 u.raadplegen. § 3. De behandelende arts worden in voorkomend geval volgende gegevens meegedeeld : a) naam, voornamen, geslacht en hoofdverblijfplaats van de patiënt;b) het voorwerp van elke geregistreerde wilsverklaring;c) de datum van elke van de onder b) bedoelde wilsverklaring;d) naam, voornamen, geslacht, hoofdverblijfplaats en eventuele overlijdensdatum van de eventueel aangeduide vertrouwensperso(o)nen in een door de betrokkene aangegeven volgorde;e) naam, voornamen, geslacht, hoofdverblijfplaats en eventuele overlijdensdatum van de eventuele opsteller van de wilsverklaring.

Art. 8.Iedere raadpleging van de databank zoals bedoeld in artikel 7, § 1, wordt getraceerd. Op regelmatige tijdstippen wordt de Federale Controle- en Evaluatiecommissie geïnformeerd omtrent de raadplegingen van de databank. HOOFDSTUK III. - De verantwoordelijke voor de verwerking

Art. 9.De verantwoordelijke voor de verwerking zoals bedoeld in artikel 1, § 4, eerste lid, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, voor de in dit besluit bedoelde bewerkingen is de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 10.De verantwoordelijke voor de verwerking zoals bedoeld in artikel 9 heeft, onverminderd de bepalingen van voormelde wet van 8 december 1992, als taak : a) verzekeren dat een lijst wordt opgesteld van de categorieën en de hoedanigheid van de personen die toegang hebben tot de gegevens;b) verzekeren dat er steeds een actuele lijst van de onder a) vermelde personen aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt overgemaakt;c) er over waken dat de personen die instaan voor de verwerking van de gegevens ambtenaar of personeelslid met een overeenkomst van onbepaalde duur zijn en door een contractuele of statutaire bepaling gehouden zijn tot het vertrouwelijk karakter van de gegevens;d) informeren van de betrokken personen omtrent de identiteit van de verantwoordelijke voor de verwerking, de manier van de verwerking, de doeleinden van de verwerking, het bestaan van een recht op toegang en verbetering en de ontvangers van de gegevens;e) verzekeren dat er voldoende technische en organisatorische maatregelen worden genomen met het oog op de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van de gegevens;f) erover waken dat de gegevens nauwkeurig worden verwerkt en desgevallend bijgewerkt. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008.

Art. 12.Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^