gepubliceerd op 12 juli 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van de periode van verrichting van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat in de beschikbaarstelling van openbare telefoons
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de periode van verrichting van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat in de beschikbaarstelling van openbare telefoons
VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie heeft een algemene herziening doorgevoerd van de universele dienst inzake elektronische communicatie.
Die herziening vloeit voort uit de aanneming in de loop van 2002 van de Europese richtlijnen die samen het "telecompakket" vormen, en meer bepaald van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de universele dienst en de rechten van de gebruikers met betrekking tot de elektronische-communicatienetwerken en -diensten ("Universeledienstrichtlijn").
Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd heeft tot doel artikel 76, § 1, van de wet van 13 juni 2005 uit te voeren, door de periode vast te stellen voor de verrichting van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat in de beschikbaarstellling van openbare telefoons.
COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN Artikel 1 Dat artikel stelt de periode voor de verrichting van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat in de beschikbaarstelling van openbare telefoons vast op vijf kalenderjaren. Die periode, die zal ingaan op een januari van het jaar dat volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het ministerieel besluit tot aanwijzing, wordt zo vastgesteld om rekening te houden met de omvang van de investeringen die de aanbieder van de beschikbaarstellling van openbare telefoons zal moeten doen. De verrichting van dat element van de universele dienst impliceert immers het opzetten en het beheer van een infrastructuur die hoge, met name onroerende investeringen, met zich brengt.
Artikel 2 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Het advies nr. 42.461/4 van 18 april 2007 van de Raad van State werd integraal gevolgd.
We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Advies 42.461/4 van 18 april 2007 van de afdeling wetgeving van de Raad van State De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 8 maart 2007 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Consumentenzaken verzocht haar van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot vaststelling van de periode van verrichting van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat in de beschikbaarstelling van openbare telefoons", heeft het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp 1. In het tweede lid van de aanhef moet de datum van het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie worden vermeld.2. Het ontworpen besluit behoort niet tot het soort besluiten waarvoor de akkoordbevinding van de Minister bevoegd voor Begroting moet worden verkregen. Het vierde lid van de aanhef moet dus vervallen.
De kamer was samengesteld uit : De heren : Ph. HANSE, kamervoorzitter, P. LIENARDY, staatsraden, J. JAUMOTTE, staatsraden, Mevr. C. GIGOT, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door Mevr. A. VAGMAN, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. P. LIENARDY. De griffier, C. GIGOT De voorzitter, Ph. HANSE
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de periode van verrichting van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat in de beschikbaarstelling van openbare telefoons ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, inzonderheid op artikel 76, § 1;
Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie van 29 maart 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 februari 2007;
Gelet op advies 42.461/4 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2007;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De periode voor de verrichting van het element van de universele dienst dat bestaat in de beschikbaarstelling van openbare telefoons, als bedoeld in artikel 75 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, wordt vastgesteld op vijf volle kalenderjaren vanaf 1 januari volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het ministerieel besluit tot aanwijzing van de aanbieder van het voormelde element.
Art. 2.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de elektronische communicatie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN