Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 oktober 2015
gepubliceerd op 18 november 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015204519
pub.
18/11/2015
prom.
26/10/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2015 Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2015 onder het nummer 127830/CO/211) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder "bedienden" worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan.

Artikel 1bis.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder "zwaar beroep" verstaan : 1° het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;2° het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur;onder "permanent" wordt verstaan : dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld; 3° het werk in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 (prestaties tussen 20 uur en 6 uur) van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990. HOOFDSTUK II. - Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 2.Sectorale kaderovereenkomst stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag - algemeen Er wordt in de petroleumsector een conventioneel stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aan de bedienden toegekend in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad en van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007000350 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers op 10 juni 2007 sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Deze kaderovereenkomst wordt geconcretiseerd door de afsluiting van eensluidende particuliere overeenkomsten op het vlak der ondernemingen.

Zullen voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in aanmerking komen, de bedienden vanaf 62 jaar, voor zover ze voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake anciënniteit.

Art. 3.Zware beroepen en nachtarbeid - toepassing collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 111 en 112 van de Nationale Arbeidsraad Voor werknemers met 33 jaar dienst waarvan 20 jaar in shift met nachtarbeid is er mogelijkheid tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58-jarige leeftijd.

Deze mogelijkheid geldt ook voor werknemers die hebben gewerkt in een zwaar beroep : 1° hetzij gedurende minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst;2° hetzij gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst. Deze maatregel vergt het akkoord van beide partijen (werkgever en individuele werknemer).

Art. 4.Zware beroepen en nachtarbeid - toepassing collectieve arbeidsovereenkomst nr. 113 van de Nationale Arbeidsraad Invoering stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar met 35 jaar loopbaan voor zware beroepen volgens de wettelijke mogelijkheid.

Deze mogelijkheid geldt voor werknemers die hebben gewerkt in een zwaar beroep : 1° hetzij gedurende minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst;2° hetzij gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.

Art. 5.Mindervalide werknemers Invoering stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar voor oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige lichamelijke problemen met 35 jaar loopbaan (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 114 van de Nationale Arbeidsraad), volgens de wettelijke mogelijkheid.

Art. 6.Lange loopbaan § 1. Toepassing stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar na 40 jaar dienst (artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 115 van de Nationale Arbeidsraad), volgens de wettelijke mogelijkheid. § 2. Toepassing stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag volgens de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 115 en 116 van de Nationale Arbeidsraad, met onder andere 58 jaar na 40 jaar dienst volgens de wettelijke mogelijkheid.

Art. 7.Verlenging stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, volgens de wettelijke mogelijkheid.

Art. 8.Het conventioneel stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zal kunnen toegekend worden zowel wanneer het initiatief daartoe uitgaat van de bediende als van de werkgever. In het voorkomend geval zal belanghebbende alleszins, ten einde in regel te zijn met de vigerende reglementering, door de werkgever officieel worden ontslagen.

Art. 9.Ieder initiatief inzake de toepassing van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, van wie het ook uitgaat, zal voorgelegd worden aan de ondernemingsraad of, bij gebreke daarvan, zal hierover overlegd worden met de syndicale delegatie.

Art. 10.Uitkering door derden : in uitvoering van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 inzake het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, hebben de ondernemingen de mogelijkheid om de verplichtingen ten laste van de laatste werkgever inzake betalingen van de bedrijfstoeslag binnen het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, over te dragen aan een fonds voor bestaanszekerheid of aan een andere instantie.

Art. 11.§ 1. Bij overstap van een regime van tijdskrediet/landingsbaan naar het voltijds brugpensioen wordt één uitzondering gemaakt op de algemeen geldende pro rata toepassing bij deeltijdse arbeid namelijk : de berekening van de aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever zal gebeuren op een fictieve voltijdse basis, zoals ook toegepast door de RVA bij diens berekening van de werkloosheidsuitkering en zoals eerder aanbevolen door de Nationale Arbeidsraad. § 2. Op suppletieve basis voor die ondernemingen die geen ondernemingsakkoorden hebben, zal de bediende 70 pct. van het verschil tussen het theoretische (begrensd) netto refertemaandloon en de werkloosheidsvergoeding gewaarborgd worden.

Art. 12.De bedrijven met bedrijfseigen regelingen of aantoonbare praktijken inzake stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag worden uitgenodigd om in het kader van hun ondernemingsonderhandelingen inzake verlenging van deze stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag afspraken, om een evaluatie te voeren over de hoogte van de toeslag ten laste van de werkgever binnen het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Art. 13.De huidige berekeningsmethode van de bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever blijft ongewijzigd tot er meer duidelijkheid bestaat inzake de wijzigingen van de wet en de uitvoeringsbesluiten omtrent de onmogelijkheid tot opname van groepsverzekeringskapitalen vóór de leeftijd van 65 jaar. Van zodra deze duidelijkheid bestaat inzake de wijzigingen van de wet en de uitvoeringsbesluiten omtrent de onmogelijkheid tot opname van groepsverzekeringskapitalen vóór de leeftijd van 65 jaar, zal het bedrag binnen het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever ongewijzigd blijven vanaf de oorspronkelijke berekening tot het einde van het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag.

Art. 14.Inzake de vervangingsplicht bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bevelen de ondertekenende partijen en onderhandelaars aan dat de vervanging van een werkloze met bedrijfstoeslag bij voorkeur plaatsvindt in de technische bedrijfseenheid die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel of het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteert. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 15.Van zodra de regelgeving aangepast is zodat een einddatum tot 30 juni 2017 mogelijk is, zullen de sociale partners samen een paritair comité bijeenroepen en de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van SWT verlengen binnen het reglementair kader tot 30 juni 2017, zonder dat dit voorwerp kan uitmaken van een nieuw sectoraal overleg tussen de ondertekenende partijen.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2017, met uitzondering van : - artikelen 3, 4, 5 en 6, § 2 die eindigen op 31 december 2016; - artikel 6, § 1 dat eindigt op 31 december 2015; - artikel 7 dat eindigt op 31 december 2017.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^