26 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van de leden van de federale politieraad

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 6 en 7;

Gelet op het koninklijk Besluit betreffende de federale politieraad van 26 oktober 2001;

Gelet op het advies van de inspecteur-generaal van Financiën van 7 september 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Volgende peronen worden aangewezen als lid van de federale politieraad voor een éénmaal hernieuwbare periode van vier jaar, voor zover de persoon zijn hoedanigheid behoudt : - De heer F. Evers, voorzitter, - De heer F. Koekelberg, vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken, - De heer T. Lamiroy, vertegenwoordiger van de Minister van Justitie, Mevrouw A. Thily, procureur-generaal voorzitter van het college van procureurs-generaal, - De heer L. De Witte, gouverneur, - De heer Y. Minne, toezichtsmagistraat, - De heer R. Bondewel, procureur des konings, - Mevr. V. Joliet, onderzoeksrechter, - Mevr. A. De Maeght, burgemeester van een Vlaamse gemeente, - De heer Ph. Moureaux, burgemeester van een Brusselse gemeente, - De heer J. Van Gompel, burgemeester van een Waalse Gemeente, - De heer H. Fransen, commissaris-generaal, - De heer D. Van Nuffel, korpschef van een korps van lokale politie.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN