26 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 oktober 1985 betreffende de provinciale opleidingscentra voor de brandweer

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming, inzonderheid op artikel 2 en op artikel 9, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1985 betreffende de provinciale opleidingscentra voor de brandweer, inzonderheid op de artikelen 10 en 11, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 maart 1995;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 september 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 15 oktober 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd door de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat er momenteel geen Duitstalige handboeken voor handen zijn met het oog op het behalen van de brevetten zoals voorzien in het koninklijk besluit van 19 maart 1997 betreffende de opleiding, de brevetten en de loopbaan van de leden van de brandweer, dit door het ontbreken van een financiële regeling; dat de opleiding ten behoeve van de Duitstalige leden van de brandweerdiensten hierdoor momenteel compleet stil gevallen is met als gevolg dat de veiligheid van de bevolking in het Duitstalig gebied van het land in het gedrang komt;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 10 van het koninklijk besluit van 4 oktober 1985 betreffende de provinciale opleidingscentra voor de brandweer gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 maart 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 10.§ 1. Voor de opleidingslessen waarvoor na afloop een brevet wordt afgegeven wordt er per ingeschreven leerling die drie vierde van de lessen heeft gevolgd en die ten minste aan één van de examenperiodes die deze lessen afsluiten, volledig heeft deelgenomen een subsidie toegekend, die als volgt bepaald is : 1° voor de cursus tot het behalen van het brevet van brandweerman: 10 000 frank;2° voor de cursus tot het behalen van het brevet van korporaal : 15 000 frank;3° voor de cursus tot het behalen van het brevet van sergeant : 15 000 frank;4° voor de cursus tot het behalen van het brevet van adjudant : 20 000 frank;5° voor de cursus tot het behalen van het brevet van onderluitenant : 30 000 frank;6° voor de cursus tot het behalen van het brevet van technicus brandvoorkoming : 30 000 frank;7° voor de cursus tot het behalen van het brevet van dienstchef : 30 000 frank. In afwijking van het eerste lid, wordt er per leerling een subsidie toegekend voor elke cursus waarvan hij ten minste drie vierde van het programma gevolgd heeft. In dit geval, wordt de subsidie berekend overeenkomstig de in § 2 bedoelde bedragen. § 2. Voor de vervolmakings- of bijscholingslessen en voor de bijzondere opleidingen of speciale bijscholingen die worden georganiseerd op verzoek van de Minister van Binnenlandse Zaken, wordt per ingeschreven leerling die drie vierde van de lessen heeft gevolgd en die ten minste aan één van de examenperiodes die deze lessen eventueel afsluiten, volledig heeft deelgenomen een subsidie toegekend, die als volgt bepaald is : 1° de cursussen van 6 tot en met 20 uren : 2 500 frank;2° de cursussen van 21 tot en met 40 uren : 3 500 frank;3° de cursussen van 41 tot en met 60 uren : 7 000 frank;4° de cursussen van 61 tot en met 80 uren : 10 500 frank;5° de cursussen van 81 tot en met 100 uren : 14 000 frank. Van de in het eerste lid bedoelde vervolmakings- en bijscholingscursussen worden uitgezonderd, de cursussen voor ambulancier, die georganiseerd worden onder het toezicht van de Minister van Volksgezondheid. § 3. De deelname door personeelsleden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de cursussen bedoeld in §§ 1 en 2, wordt gesubsidieerd overeenkomstig § 2. § 4. De bedragen bedoeld in §§ 1 en 2 schommelen met het indexcijfer van de consumptieprijzen; zij worden gekoppeld aan het indexcijfer 162,11 van februari 1995, basis 1981 = 100.

In geval van aanpassing worden zij afgerond tot op het naastlagere duizendtal. ».

Art. 2.In artikel 11 van hetzelfde besluit, worden de §§ 2 en 3 respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen : « § 2. De handboeken worden, na de goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken, ter beschikking gesteld van de leerlingen door de erkende opleidingscentra voor de brandweer.

De door de opleidingscentra voor de brandweer gemaakte kosten voor het opstellen van de in het eerste lid bedoelde handboeken, worden terugbetaald op een forfaitaire basis die overeenstemt met de vermenigvuldiging van het totale aantal uren van het cursusprogramma waarvoor een handboek opgesteld wordt, met 8 000 frank.

De bijwerkingen worden gesubsidieerd aan 2 000 frank per bladzijde op voorwaarde dat het om aanzienlijke bijwerkingen gaat. Deze subsidie wordt uitbetaald om de drie jaar, te rekenen vanaf de datum van de goedkeuring van het handboek door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Voor de vertaling in het Duits van de bovenbedoelde handboeken en bijwerkingen, wordt een bijkomende subsidie van 32 frank per regel toegekend aan het Provinciaal Opleidingscentrum voor de agenten van de brandweer van de provincie Luik. ». « § 3. De in §§ 1 en 2 bedoelde bedragen schommelen met het indexcijfer van de consumptieprijzen : zij worden gekoppeld aan het indexcijfer 162,11 van februari 1995, basis 1981 = 100.

In geval van aanpassing worden zij afgerond tot op het naastlagere duizendtal. ».

Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS