gepubliceerd op 15 december 2006
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige
26 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 36, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002;
Gelet op het advies van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, gegeven op 24 april 2006;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 10 mei 2006;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 22 mei 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juli 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 7 september 2006;
Gelet op advies 41.398/1 van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De vermindering van het persoonlijk aandeel is van toepassing op de volgende verstrekkingen opgenomen in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.De algemeen geneeskundige die een rechthebbende die recht heeft op een vermindering van het persoonlijk aandeel overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende of van de tegemoetkoming van de verzekering van geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde vestrekkingen of overeenkomstig artikel 37bis, § 1, Bbis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, verwijst naar een geneesheer-specialist zoals vermeld in het document dat als bijlage bij het besluit gevoegd (hierna : verwijsdocument), en die één van de verstrekkingen vermeld in artikel 1 mag aanrekenen, gebruikt daartoe het verwijsdocument.
De algemeen geneeskundige deelt de naam van het specialisme mee aan de rechthebbende.
De geneesheer-specialist is er toe gehouden het verwijsdocument mee te geven met de rechthebbende.
Art. 3.Het verminderd persoonlijk aandeel is verschuldigd op voorwaarde dat het getuigschrift voor verstrekte hulp opgemaakt door de desbetreffende geneesheer-specialist aan de verzekeringsinstelling voor terugbetaling wordt aangeboden samen met het verwijsdocument bedoeld in artikel 2.
De vermindering van het persoonlijk aandeel is niet verschuldigd indien toepassing gemaakt wordt van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, negende lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 4.Per rechthebbende kan per specialisme één maal per kalenderjaar toepassing worden gemaakt van onderhavig besluit. Indien voor dezelfde rechthebbende in de loop van hetzelfde kalenderjaar meerdere raadplegingen van hetzelfde specialisme worden aangerekend, is het verminderd persoonlijk aandeel verschuldigd op de honoraria van de eerste raadpleging die voldoet aan de voorwaarden van dit besluit die voor terugbetaling aangeboden wordt.
Art. 5.De vermindering van het persoonlijk aandeel : 1° Bedraagt 2 euro ten opzichte van het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van artikel 4 van het voornoemde koninklijk besluit van 23 maart 1982;2° Bedraagt 5 euro ten opzichte van het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van artikel 37bis, § 1, C, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;3° Is gelijk aan het volledige bedrag van het persoonlijk aandeel zoals het voortvloeit uit de toepassing van artikel 4bis van het voornoemde koninklijk besluit van 23 maart 1982, behalve voor de verstrekking met codenummer 102152, waarvoor de vermindering 2 euro bedraagt.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Het is van toepassing op de raadplegingen die volgen op de verwijzingen die gebeuren op of na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Napels, 26 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 26 november 2006 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE