26 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 36 op de spoorlijn 43 : Angleur-Marloie te Durbuy (Petit-Bomal) machtigt mits het bouwen van een onderdoorgang waartoe, onverminderd de wetten op de ruimtelijke ordening, toestemming wordt verleend

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende de tolgelden en politiereglementen op de spoorwegen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 27 mei 1870 houdende de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemenen nutte, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende de oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;

Overwegende dat de afschaffing van overweg nr. 36 in overeenstemming is met de politiek om op reizigerslijnen zoveel mogelijk overwegen van 3e categorie af te schaffen;

Overwegende dat de aanleg van een onderdoorgang een technische oplossing biedt aangepast aan het reliëf van het terrein (spoor in ophoging) en de veiligheid van de gebruikers waarborgt;

Overwegende dat de met de plannen nrs. DV-0430-035.570-01 en DV-0430-035.570-02 beschreven werken aan het gestelde doel beantwoorden;

Overwegende dat het perceel aangeduid op het plan nr.

DV-0430-035.570-03 en gelegen op het grondgebied van de stad Durbuy moet worden onteigend om de hierboven beschreven werken te kunnen uitvoeren;

Overwegende dat het openbaar onderzoek waaraan voornoemde plannen onderworpen werden geen bezwaren opgeleverd heeft;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen is gemachtigd tot de afschaffing van overweg nr. 36 op de spoorlijn 43 Angleur-Marloie, te Durbuy (Petit-Bomal) mits de aanleg van een onderdoorgang, zoals aangegeven op de plannen nrs. DV-0430-035.570-01 en DV-0430-035.570-02, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.De aanleg van een onderdoorgang wordt toegestaan, onverminderd de wetten op de ruimtelijke ordening. Dit vordert de inneming van een perceel opgenomen in het plan nr. D5.6.44, gevoegd bij dit besluit.

Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld