gepubliceerd op 01 december 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel
26 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;
Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, inzonderheid op de artikelen 3, 10, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 26 en 29;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 13 januari 1997 en 2 juni 1997;
Gelet op het advies van de Effectenbeursvennootschap van Brussel;
Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de derde fase van de Economische en Monetaire Unie (E.M.U.) wordt gekenmerkt door de invoering van de eenheidsmunt, de euro;
Overwegende dat op de Europese top van Madrid op 15 en 16 december 1995 beslist werd dat die derde fase zal starten op 1 januari 1999;
Overwegende dat de transacties op de Beurs van Brussel vanaf 1 januari 1999 uitsluitend in euro zullen verlopen en het met het oog op de transparante werking van de markten noodzakelijk is de omschrijving van wat wordt verstaan onder transacties in aandelenblokken en uitzonderlijke transacties in euro uit te drukken; dat het bijgevolg noodzakelijk is onverwijld de artikelen 15 en 16 van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel, in zijn huidige formulering, aan te passen;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 15.De hieronder omschreven transacties in aandelenblokken waarvan het bedrag kleiner is dan driemaal de normale grootte van het blok, worden binnen de dertig minuten na de in het marktreglement bedoelde melding bekendgemaakt. De bekendmaking geschiedt mits naleving van artikel 3 van de wet van 6 april 1995.
Voor de toepassing van dit reglement wordt onder blok verstaan : - voor de financiële instrumenten die in een continu of semi-continu marktsegment worden genoteerd, een transactie voor een bedrag van meer dan tweehonderd vijftig duizend euro (250 000 euro), - voor de financiële instrumenten die in een dubbel-fixing marktsegment worden genoteerd, een transactie voor een bedrag van meer dan honderd vijfentwintig duizend euro (125 000 euro), - voor de financiële instrumenten die in een enkel-fixing marktsegment worden genoteerd, een transactie voor een bedrag van meer dan vijfenzeventig duizend euro (75 000 euro), - voor de financiële instrumenten die in verschillende deelmarkten worden genoteerd, een transactie voor een bedrag van meer dan tweehonderd vijftig duizend euro (250 000 euro). ».
Art. 2.Artikel 16, 1°, derde streepje, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « - uitzonderlijke transacties van zeer grote omvang in verhouding tot de gemiddelde grootte van de transacties betreffende het betrokken effect op deze markt of in geval van effecten met een zeer geringe liquiditeit; een transactie wordt als uitzonderlijk beschouwd wanneer zij betrekking heeft op een bedrag dat driemaal hoger ligt dan de normale omvang van het blok; een effect wordt als zeer weinig liquide beschouwd wanneer de gemiddelde dagomzet minder bedraagt dan zeshonderd vijfentwintig euro (625 euro) of wanneer het maandelijkse volume gedurende ten minste zes op twaalf maanden minder bedraagt dan twaalfduizend vijfhonderd euro (12 500 euro); ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 november 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR