gepubliceerd op 27 juni 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging als Staatsdienst met afzonderlijk beheer
26 MEI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging als Staatsdienst met afzonderlijk beheer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;
Gelet op de Programmawet van 30 december 2001, inzonderheid op de artikelen 95 en 168;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1996 tot aanwijzing van de federale wetenschappelijke en culturele instellingen, inzonderheid op artikel 1, 5°;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 februari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 25 juni 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van 18 augustus 2004;
Gelet op het protocol nr. 128/1 van 19 april 2005 van het Sectorcomité l;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de rekenplichtige van Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis dezelfde verplichtingen heeft als de rekenplichtigen van de andere federale wetenschappelijke en culturele instellingen;
Overwegende dat hij bij gevolg dezelfde rechten moet hebben;
Overwegende dat de rekenplichtige van Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis aangesteld werd op 1 januari 2003;
Op voordracht van Onze minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende : «
Art. 11bis.De rekenplichtige ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding waarvan het bedrag door de Minister van Landsverdediging vastgesteld wordt. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 26 mei 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minster van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT