26 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 22 november 2001 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 22 november 2001 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 22 november 2001 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 mei 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 22. NOVEMBER 2001 - Ministerieller Erlass zur Abänderung des Ministeriellen Erlasses vom 30.Januar 1995 zur Regelung der Kostenerstattung durch den Staat für die Hilfeleistung, die die öffentlichen Sozialhilfezentren einem Bedürftigen gewährt haben, der die belgische Staatsangehörigkeit nicht besitzt und nicht im Bevölkerungsregister eingetragen ist Der Minister der Sozialen Eingliederung, Aufgrund des Gesetzes vom 2. April 1965 bezüglich der Übernahme der von den öffentlichen Sozialhilfezentren gewährten Hilfeleistungen, insbesondere des Artikels 11 § 2, ersetzt durch das Gesetz vom 9. Juli 1971;

Aufgrund des Ministeriellen Erlasses vom 30. Januar 1995 zur Regelung der Kostenerstattung durch den Staat für die Hilfeleistung, die die öffentlichen Sozialhilfezentren einem Bedürftigen gewährt haben, der die belgische Staatsangehörigkeit nicht besitzt und nicht im Bevölkerungsregister eingetragen ist, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 12. Dezember 1996 und die Ministeriellen Erlasse vom 2.

Februar 1999 und 29. November 1999;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 18. Oktober 2001;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 25.

Oktober 2001;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch den Umstand, dass der Ministerielle Erlass vom 30. Januar 1995 bestimmt, dass der Staat die Kosten der Sozialhilfe, die die öffentlichen Sozialhilfezentren bedürftigen Asylsuchenden im Rahmen einer Aufnahmeinitiative in Form einer materiellen Hilfe gewähren, zurückerstattet; dass zu diesem Zweck ein Pauschalbetrag pro Tag und pro belegten Aufnahmeplatz festgelegt worden ist; dass die weitreichende aufnahme- und beistandsspezifische Betreuung allein stehender minderjähriger Asylsuchender im Rahmen einer Aufnahmeinitiative Mehrkosten für die öffentlichen Sozialhilfezentren impliziert; dass die öffentlichen Sozialhilfezentren, die allein stehenden minderjährigen Asylsuchenden Sozialhilfe in Form einer materiellen Hilfe im Rahmen einer Aufnahmeinitiative gewähren, daher dringend auf angemessene Weise vergütet werden müssen, indem der durch oben erwähnten Königlichen Erlass [sic, zu lesen ist: Ministeriellen Erlass] vom 30. Januar 1995 festgelegte Betrag den Mehrkosten angepasst wird;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 6. November 2001, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, Erlässt: Artikel 1 - Artikel 6 des Ministeriellen Erlasses vom 30. Januar 1995 zur Regelung der Kostenerstattung durch den Staat für die Hilfeleistung, die die öffentlichen Sozialhilfezentren einem Bedürftigen gewährt haben, der die belgische Staatsangehörigkeit nicht besitzt und nicht im Bevölkerungsregister eingetragen ist, wieder aufgenommen durch den Ministeriellen Erlass vom 29. November 1999, wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 2 werden die Wörter "1110 BEF" durch die Wörter "28,63 EUR" ersetzt. 2. Zwischen den Absätzen 2 und 3 wird folgender Absatz eingefügt: "Wenn das ÖSHZ ein besonderes Abkommen mit dem Staat abgeschlossen hat, besteht die Rückerstattung für jeden allein stehenden minderjährigen Asylsuchenden, der über eine Aufnahmeinitiative untergebracht ist, in Abweichung von der im vorhergehenden Absatz vorgesehenen Bestimmung aus einem Pauschalbetrag von 33,37 EUR pro Tag und pro belegten Aufnahmeplatz." 3. Absatz 3, der Absatz 4 wird, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Die Beträge von 28,63 EUR und 33,37 EUR sind an den Schwellenindex 103,14 (Grundlage 1996 = 100) gebunden und werden einmal jährlich, am 1.Januar, der Entwicklung des Verbraucherpreisindexes angepasst." 4. Vor dem letzten Absatz wird folgender Absatz eingefügt: "Für den Zeitraum zwischen dem Datum des In-Kraft-Tretens des vorliegenden Erlasses und dem 31.Dezember 2001 sind die Beträge von 28,63 EUR und 33,37 EUR wie folgt zu lesen: 1155 BEF beziehungsweise 1346 BEF." Art. 2 - Vorliegender Erlass wird mit 15. Oktober 2001 wirksam.

Brüssel, den 22. November 2001 J. VANDE LANOTTE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 mei 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE