Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 maart 2024
gepubliceerd op 08 mei 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de voordelen die worden toegekend door het "Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor de verhuur van voertuigen met chauffeur"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024201237
pub.
08/05/2024
prom.
26/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MAART 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de voordelen die worden toegekend door het "Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor de verhuur van voertuigen met chauffeur" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de voordelen die worden toegekend door het "Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor de verhuur van voertuigen met chauffeur".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2023 Voordelen die worden toegekend door het "Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor de verhuur van voertuigen met chauffeur" (Overeenkomst geregistreerd op 12 oktober 2023 onder het nummer 182975/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die een taxionderneming of een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur uitbaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek alsook op hun werknemers. § 2. Met "vervoer verricht met huurauto's met chauffeur" wordt bedoeld : ieder bezoldigd personenvervoer met voertuigen met een capaciteit van maximum 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen), met uitzondering van het taxivervoer en het geregeld vervoer. Met "geregeld vervoer" wordt bedoeld : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren. § 3. Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters, aangegeven in de RSZ-categorie 068. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is een uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2003 tot oprichting van het "Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor verhuur van voertuigen met chauffeur".

Art. 3.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 19 december 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/12/2022 pub. 06/03/2023 numac 2023040051 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (nr. 177574). HOOFDSTUK III. Begunstigden en toekennings- en uitkeringsmodaliteiten Aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Art. 4.De bij artikel 1 bedoelde werknemers hebben vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst voor elke werkloosheidsdag voorzien in artikel 28quater van de wet van 10 maart 1990 op de arbeidsovereenkomst (volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of invoering van de overeenkomst of invoering van een regeling van gedeeltelijke arbeid), recht op de bij artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene uitkering en dit ten belope van maximum dertig dagen per kalenderjaar, voor zover ze de volgende voorwaarden vervullen : - werkloos zijn door gebrek aan werk ten gevolge van economische redenen; - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn; - gerechtigd zijn op de werkloosheidsuitkeringen bij toepassing van de wetgeving op de werkloosheidsverzekering.

Art. 5.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op 3 EUR per werkloosheidsdag met een maximum van 90 EUR per kalenderjaar.

Vergoeding bij arbeidsongeschiktheid

Art. 6.De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, na ten minste zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval of arbeidsongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte, recht op een bijslag welke de uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : - gerechtigd zijn op de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering in toepassing van de wetgeving ter zake of op de vergoedingen voorzien in de arbeidsongevallenwet; - op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, in dienst zijn van een in artikel 1 bedoelde werkgever.

Art. 7.Het forfaitaire bedrag van de bij artikel 6 bedoelde bijslag wordt per werknemer als volgt vastgesteld : - 25 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 35 EUR meer na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 40 EUR meer na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 45 EUR meer na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid.

De toepassing van dit artikel kan maximum slechts aanleiding geven tot de toekenning van een globale bijslag van 145 EUR per werknemer per periode van twaalf maanden, vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid.

Na deze periode van twaalf maanden wordt de ongeschiktheid niet langer vergoed. Het hervallen moet worden beschouwd als integraal deel uitmakend van de vorige arbeidsongeschiktheid indien dit zich voordoet binnen de eerste twaalf werkdagen volgend op het einde van deze periode van arbeidsongeschiktheid.

Vakbondspremie

Art. 8.De bij artikel 1 bedoelde werknemers hebben recht op een vakbondspremie van 145 EUR per jaar op voorwaarde dat ze voldoen aan volgende 2 cumulatieve toekenningsvoorwaarden : 1. Gedurende heel de referteperiode die aanvangt op 1 oktober van het jaar dat het dienstjaar voorafgaat en eindigt op 30 september van het dienstjaar, lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties;2. En in deze referteperiode voorkomen op de RSZ-aangifte van een werkgever voor minstens : - 42 effectief gewerkte dagen in een regime van maximum vijf dagen, of; - 50 effectief gewerkte dagen in een regime van minstens zes dagen.

De uitbetalingsmodaliteiten worden bepaald door het sociaal fonds van de sector.

Vergoeding definitief verval attest medische schifting

Art. 9.De chauffeurs die vijf jaar in dienst zijn binnen eenzelfde bedrijf hebben recht op een premie, indien het attest van medische schifting definitief vervalt.

Dit bedrag wordt bepaald op 1 000 EUR. De terugbetaling geschiedt na voorlegging van bewijs van definitief verval van de medische schifting en een bewijs van tewerkstelling van minimum 5 jaar in dezelfde onderneming.

Afscheidspremie

Art. 10.Aan de werknemers bedoeld in artikel 1 die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, evenals deze die tot het brugpensioen zijn toegelaten, wordt een afscheidspremie toegekend volgens volgende voorwoorden : a) Arbeidsregime van meer dan 50 pct.ten opzichte van een voltijdse werknemer volgens arbeidscontract : 50 EUR per 5 jaar ononderbroken anciënniteit in de sector. b) Arbeidsregime van 50 pct.of minder ten opzichte van een voltijdse werknemer volgens arbeidscontract : 25 EUR per 5 jaar ononderbroken anciënniteit in de sector.

Deze premie wordt slechts eenmaal uitbetaald op voorlegging van één of meerdere anciënniteitsattesten.

Vergoeding bij overlijden

Art. 11.Bij overlijden van een werknemer die actief is tewerkgesteld in een taxionderneming of een onderneming voor de verhuur van voertuigen met chauffeur en die nog niet de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, wordt een vergoeding van 1 000 EUR toegekend aan de overblijvende echtgenoot of aan de persoon die kan bewijzen dat hij de begrafeniskosten van de hierboven vermelde werknemer heeft gedragen.

Uniformvergoeding

Art. 12.De werknemers bedoeld in artikel 1 en tewerkgesteld bij een werkgever uit de RSZ-categorie 068, hebben recht op een forfaitaire uniformvergoeding volgens de volgende voorwaarden : § 1. Indien zij 200 voltijdse arbeidsdagen per jaar kunnen bewijzen tussen 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de uniformvergoeding betrekking heeft en 30 juni van het jaar waarop de uniformvergoeding betrekking heeft, hebben zij recht op een forfaitaire uniformvergoeding van 150 EUR per jaar. § 2. Indien zij deeltijds tewerkgesteld werden gedurende de referteperiode vermeld onder § 1, dan wordt het bedrag van de forfaitaire uniformvergoeding verminderd naar evenredigheid van het arbeidsregime. De eis om minimum 200 arbeidsdagen te kunnen bewijzen om recht te hebben op de vergoeding wordt eveneens verminderd naar evenredigheid van het arbeidsregime van de werkman.

De uitbetalingsmodaliteiten worden bepaald door het sociaal fonds van de sector.

Jaarlijkse indexering

Art. 13.De bedragen vermeld in artikels 5, 7, 9, 10, 11 en 12 staan tegenover de index en staan tegenover de index 125,26 (basis 2013 = 100) van het gezondheidsindexcijfer, maandelijks vastgesteld door de FOD Economie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.Er wordt rekening gehouden met het rekenkundig gemiddelde van de laatste 4 maanden van de gezondheidsindex.

Deze bedragen worden berekend tot op 2 cijfers na de komma : - Wanneer de 3de decimaal lager is dan 5, blijft de 2de decimaal ongewijzigd; - Wanneer de 3de decimaal gelijk of hoger is dan 5, wordt de 2de decimaal naar boven afgerond.

De eerste indexering van de in het eerste lid geviseerde bedragen zal plaatsvinden op 1 januari 2024 en vervolgens op 1 januari van elk volgend jaar.

Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 14.De in voormelde artikelen 5 en 7 bedoelde uitkeringen worden rechtstreeks door de werkgevers aan hun werknemers betaald per maand en bij de eerste loonbetaling volgend op de maand in de loop waarvan de werknemers op deze uitkeringen recht hebben. De werkgevers kunnen de terugbetaling ervan bekomen bij het fonds overeenkomstig de door de raad van beheer bepaalde modaliteiten.

De in artikel 8 bedoelde uitkering wordt betaald door de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek die de terugbetaling ervan bekomen van het fonds.

De in artikel 9, 10 en 11 bedoelde premie wordt rechtstreeks betaald door de werkgever die de terugbetaling ervan kan bekomen bij het fonds op voorlegging van de nodige attesten.

De in artikel 12 bedoelde vergoeding wordt aan de werknemer betaald door het fonds overeenkomstig de door de raad van beheer bepaalde modaliteiten.

Art. 15.De raad van beheer van het fonds bepaalt de datum en de modaliteiten van betaling van de door het fonds toegekende uitkeringen; in geen geval mag de betaling van de uitkeringen afhankelijk zijn van de stortingen van de aan het fonds verschuldigde werkgeversbijdragen.

Art. 16.De voorwaarden van toekenning van door het fonds verleende uitkeringen evenals het bedrag van deze laatsten kunnen gewijzigd worden op voorstel van de raad van beheer en na raadpleging van de leden van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek die de werkgevers en de werknemers van de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor de verhuur van voertuigen met chauffeur vertegenwoordigen, bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen - Geldigheidsduur

Art. 17.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Voor de forfaitaire tussenkomsten in de opleidingskost van chauffeurs die vóór 1 januari 2023 werden opgestart, blijven de artikelen 15 en 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2019, nr. 155918, van toepassing zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst en dit tot deze tussenkomsten betaald zijn. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van de verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^