gepubliceerd op 09 juli 2024
Koninklijk besluit betreffende het in aanmerking nemen voor het pensioen van diverse weddenbijslagen toegekend aan personeelsleden van skeyes
26 JUNI 2024. - Koninklijk besluit betreffende het in aanmerking nemen voor het pensioen van diverse weddenbijslagen toegekend aan personeelsleden van skeyes
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer aan Uwe Majesteit een koninklijk besluit voor te leggen dat genomen wordt ter uitvoering van artikel 8, § 2, vierde lid, van de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen van 21 juli 1844, ingevoegd bij de
wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
25/01/1999
pub.
06/02/1999
numac
1999021025
bron
diensten van de eerste minister
Wet houdende sociale bepalingen
sluiten houdende sociale bepalingen.
Overeenkomstig artikel 8, § 1, tweede lid, van voormelde algemene wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten wordt de referentiewedde die tot grondslag dient voor de berekening van het pensioen bepaald op basis van de wedden zoals deze vastgelegd zijn in de weddenschalen die verbonden zijn aan de ambten waarin betrokkene vast was benoemd.
Krachtens artikel 8, § 1, vierde lid, van de algemene wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten wordt voor de vaststelling van de referentiewedde die als basis dient voor de berekening van het pensioen in voorkomend geval eveneens rekening gehouden met de in artikel 8, § 2, van die wet bepaalde weddebijslagen die verbonden zijn aan het ambt waarin de betrokkene vast was benoemd. Aldus wordt, overeenkomstig artikel 8, § 2, eerste lid, 12°, 32° en 34°, van die algemene wet, voor de vaststelling van de referentiewedde die als basis dient voor de berekening van het pensioen, rekening gehouden met de weddebijslagen die toegekend werden aan het personeel van de luchtverkeersleidingsdiensten van de Regie der Luchtwegen (RLW). Met de goedkeuring van het Rekenhof, worden de in die bepalingen bedoelde weddebijslagen - onder dezelfde voorwaarden als bij de RLW - verder in aanmerking genomen voor de berekening van de pensioenen van de personeelsleden van het autonome overheidsbedrijf Belgocontrol, dat de luchtverkeersleidingsactiviteiten van de RLW heeft overgenomen vanaf 1 oktober 1998 en dat vanaf 7 november 2018 de naam skeyes heeft aangenomen.
Artikel 8, § 2, derde lid, van de algemene wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten beperkt dit voordeel evenwel tot de weddebijslagen zoals zij tot op 31 december 1998 - d.i. daags vóór de inwerkingtreding van voornoemde wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten - van kracht waren. Deze beperking impliceert uiteraard ook dat volkomen nieuwe weddebijslagen die na 31 december 1998 door Belgocontrol worden gecreëerd, in principe niet in aanmerking kunnen genomen worden voor de berekening van het pensioen.
Artikel 8, § 2, vierde lid, van de algemene wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten verleent aan de Koning evenwel de bevoegdheid om, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, de lijst aan te vullen van de weddebijslagen die in aanmerking komen voor de vaststelling van de referentiewedde.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1, 1° Eerstaanwezend verkeersleider ADR. Vanaf 1 juli 2001 werd bij Belgocontrol, dat ondertussen de naam "skeyes" heeft aangenomen, de nieuwe graad van eerstaanwezend verkeersleider ADR ingevoerd. Het betreft een bevorderingsgraad voor de verkeersleiders die - na het afleggen van examens - over bepaalde vergunningen beschikken.
Deze nieuwe graad wordt bezoldigd in de weddeschaal 10/iz (24.500,39 - 34.223,60 ) verhoogd met een veranderlijke wedde (22.401,67 - 28.531,39 ). Alle bedragen worden uitgedrukt aan spilindex 138,01.
Deze globale bezoldiging bedraagt 86 pct. van de met de veranderlijke wedde verhoogde weddeschaal verbonden aan de - hoger gekwalificeerde - graad van eerstaanwezend verkeersleider CANAC/EBBR. Vermits de aldus berekende veranderlijke wedde een nieuwe weddebijslag betreft, komt zij in principe niet in aanmerking voor het vaststellen van de referentiewedde die als grondslag dient voor de berekening van het pensioen.
Dit is evenwel onbillijk omdat de veranderlijke wedde van de eerste verkeersleiders 1ste klasse (15.153,86 - 20.944,45 op 31 december 1998) wel toegevoegd wordt aan hun weddenschaal 24/x (24.379,84 - 35.084,83 ), waardoor de referentiewedde die als grondslag dient voor de berekening van hun pensioen thans maximaal 56.029,28 kan bedragen. Het ligt dan ook voor de hand dat, wanneer deze personeelsleden bevorderd worden tot eerstaanwezend verkeersleider ADR, de - nieuwe - veranderlijke wedde die aan deze bevorderingsgraad verbonden is, eveneens in aanmerking zou genomen worden voor de berekening van hun pensioen. Zo niet zouden deze personeelsleden - ten gevolge van hun bevordering - in principe een lager pensioen verkrijgen, berekend op basis van een referentiewedde van ten hoogste 34.223,60 (maximum van de weddenschaal 10/iz).
Zoals reeds vermeld, werden alle aanneembare weddebijslagen van het personeel van de verkeersleidingdiensten voor de berekening van het pensioen geblokkeerd op de bedragen die van kracht waren op 31 december 1998. De verhogingen van deze weddebijslagen die op 1 januari 2000 en 1 januari 2001 door Belgocontrol werden doorgevoerd, komen derhalve niet in aanmerking voor het pensioen.
Het zou dan ook niet coherent zijn om voor de eerstaanwezend verkeersleiders ADR de veranderlijke wedde in aanmerking te nemen die van kracht was op 1 juli 2001 (22.401,67 - 28.531,39 ), de datum waarop deze nieuwe graad werd gecreëerd. De andere verkeersleiders zouden hierdoor immers gediscrimineerd worden. Daarom moet het voor de berekening van het pensioen in aanmerking te nemen bedrag van de veranderlijke wedde van de eerstaanwezend verkeersleiders ADR eveneens beperkt worden tot het bedrag dat zij op 31 december 1998 zouden ontvangen hebben indien deze graad toen reeds had bestaan.
Vermits de veranderlijke wedde van de eerstaanwezend verkeersleiders ADR beperkt werd tot 86 pct. van de veranderlijke wedde van de eerstaanwezend verkeersleiders CANAC-EBBR (26.046,76 - 33.176,20 ), wordt het voor de berekening van hun pensioen in aanmerking te nemen gedeelte van de veranderlijke wedde eveneens vastgesteld op 86 pct. van de veranderlijke wedde die in aanmerking komt voor de berekening van het pensioen van de eerstaanwezend verkeersleiders CANAC-EBBR. Dit bedrag stemt overeen met 86 pct. van de veranderlijke wedde die op 31 december 1998 werd toegekend aan de eerstaanwezend verkeersleiders van de voormalige RLW (21.155,58 - 26.946,17 ), zijnde een bedrag tussen 18.139,80 en 23.178,80 euro.
Artikel 1, 2° Eerstaanwezend verkeersleider RIT. Op 1 juli 2002 werd bij Belgocontrol, dus het huidige "skeyes", de nieuwe graad van eerstaanwezend verkeersleider RIT ("RADAR in training") ingevoerd. Het betreft een overgangsgraad in niveau 1 die o.a. wordt toegekend aan verkeersleiders 1ste klasse (niveau 2) die over de daartoe vereiste kwalificaties beschikken.
Deze nieuwe graad wordt bezoldigd in de weddeschaal 10/y (23.265,89 - 33.194,71 ), verhoogd met een veranderlijke wedde (16.384,36 - 22.645,36 ). Deze bezoldiging is identiek aan de weddeschaal 24/i verhoogd met de veranderlijke wedde verbonden aan de lagere graad van verkeersleider 1ste klasse (rang 24). Door aan deze nieuwe graad een - weliswaar bestaande - veranderlijke wedde te koppelen, werd door Belgocontrol een nieuwe weddebijslag gecreëerd die in principe niet in aanmerking komt voor de berekening van het pensioen.
Dit is evenwel onbillijk omdat de veranderlijke wedde van de verkeersleiders 1ste klasse (15.153,86 - 20.944,45 op 31 december 1998) wel toegevoegd wordt aan hun weddeschaal 24/i (23.265,89 - 33.194,71 ), waardoor de referentiewedde die als grondslag dient voor de berekening van hun pensioen thans maximaal 54.139,16 kan bedragen. Het is dan ook logisch dat, wanneer deze personeelsleden benoemd worden tot eerstaanwezend verkeersleider RIT, de - nieuwe - veranderlijke wedde die aan deze overgangsgraad verbonden is, eveneens in aanmerking zou genomen worden voor de berekening van hun pensioen.
Indien dit niet het geval was, zouden deze personeelsleden - ten gevolge van hun overgang naar een hoger niveau - in principe een lager pensioen verkrijgen, berekend op basis van een referentiewedde van ten hoogste 33.194,71 (maximum van de weddenschaal 10/y).
Vermits alle aanneembare weddenbijslagen van het personeel van de verkeersleidingdiensten, voor de berekening van het pensioen geblokkeerd gebleven zijn op de bedragen die van kracht waren op 31 december 1998, zou het ook in dit geval discriminerend zijn om voor de eerstaanwezend verkeersleiders RIT de veranderlijke wedde in aanmerking te nemen die van kracht was op 1 juli 2002 (16.384,36 - 22.645,36 ), de datum waarop deze nieuwe graad werd ingevoerd.
Derhalve moet het voor de berekening van het pensioen in aanmerking te nemen bedrag van de veranderlijke wedde van de eerstaanwezend verkeersleiders RIT eveneens beperkt worden tot het bedrag dat zij op 31 december 1998 zouden ontvangen hebben indien deze graad toen reeds had bestaan. Dit bedrag stemt overeen met dat van de veranderlijke wedde die op die datum werd toegekend aan de verkeersleiders 1ste klasse van de voormalige RLW (15.153,86 - 20.944,45 ).
Artikel 1, 3° Algemeen.
Zoals reeds vermeld, worden de door Belgocontrol toegekende weddebijslagen thans voor het pensioen in aanmerking genomen op basis van de bepalingen in artikel 8, § 2, eerste lid, 12°, 32° en 34°, van de wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, die weliswaar betrekking hebben op de weddebijslagen van het personeel van de inmiddels afgeschafte RLW. Wat de nieuwe veranderlijke wedden van de eerstaanwezend verkeersleiders ADR en RIT betreft, dient wel uitdrukkelijk naar Belgocontrol te worden verwezen. Indien Belgocontrol evenwel uitsluitend in dit verband in de lijst van de aanneembare weddebijslagen zou worden vermeld, zou dit geïnterpreteerd kunnen worden als een impliciete uitsluiting van alle andere weddebijslagen die door Belgocontrol sedert 1 oktober 1998 worden toegekend. Daarom worden ook deze weddebijslagen voortaan uitdrukkelijk in artikel 8, § 2, eerste lid, vermeld.
Dit betreft een louter formele aanpassing die geen weerslag heeft op het voor de berekening van het pensioen in aanmerking te nemen bedrag van de betreffende weddebijslagen. Zij blijven beperkt tot de bedragen die van toepassing waren krachtens de bezoldigingsregeling van het personeel van de RLW, zoals deze laatst werd gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 13/05/1998 numac 1998014094 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de Regie der Luchtwegen sluiten tot vaststelling van de weddeschalen van de Regie der Luchtwegen. De verhogingen van deze weddebijslagen die door Belgocontrol na 31 december 1998 werden doorgevoerd, worden derhalve niet in aanmerking genomen voor de berekening van de referentiewedde die als grondslag dient voor de berekening van het pensioen.
Artikel 2 Inwerkingtreding.
Aan artikel 1, 3°, van dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot op 1 januari 1999, datum waarop artikel 8, § 2, werd ingevoegd in de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen van 21 juli 1844 door artikel 231, 2°, van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten houdende sociale bepalingen.
Met toepassing van de artikelen 241 en 249 van voormelde wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten worden de weddensupplementen waarop artikel 1, 3°, van dit besluit betrekking heeft, beschouwd als weddensupplementen die inherent zijn aan het ambt in de zin van artikel 8 van voormelde wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten en dit met ingang van 1 juli 1991.
Aan artikel 1, 1° en 2°, van dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot op 1 juli 2001 en 1 juli 2002, data waarop respectievelijk de nieuwe graden van eerstaanwezend verkeersleider ADR en van eerstaanwezend verkeersleider RIT werden ingevoerd bij Belgocontrol.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX
26 JUNI 2024. - Koninklijk besluit betreffende het in aanmerking nemen voor het pensioen van diverse weddenbijslagen toegekend aan personeelsleden van skeyes FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen van 21 juli 1844, artikel 8, § 2, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten;
Gelet op het protocol nr. 244/5 van 24 april 2024 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 september 2022;
Gelet op de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor begroting, d.d. 9 februari 2023;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 22 maart 2024 om voorbij te gaan aan de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 27 maart 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.996/4;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 28 maart 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 8, § 2, eerste lid, van de algemene wet van 21 juli 1844Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/1844 pub. 18/12/2009 numac 2009000815 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen type wet prom. 21/07/1844 pub. 04/06/2015 numac 2015000300 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, ingevoegd bij de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten en aangevuld bij de wetten van 30 maart 2001 en 27 maart 2006 en bij de koninklijke besluiten van 25 maart 2003, 3 april 2003, 7 mei 2004, 3 juni 2007, 20 december 2007 en 27 september 2009, 5 december 2011, 16 februari 2014 en 2 februari 2021, wordt aangevuld als volgt: 1° "69° de veranderlijke wedde toegekend aan de eerstaanwezend verkeersleider ADR met toepassing van het Reglement tot vaststelling van de graden en weddeschalen van de ambtenaren van Belgocontrol, ten belope van 86 pct.van de veranderlijke wedde die krachtens de bezoldigingsregeling van het personeel van de Regie der Luchtwegen aan de eerstaanwezend verkeersleider CANAC/EBBR kon worden toegekend;"; 2° "70° de veranderlijke wedde toegekend aan de eerstaanwezend verkeersleider RIT met toepassing van het Reglement tot vaststelling van de graden en weddeschalen van de ambtenaren van Belgocontrol, ten belope van de veranderlijke wedde die krachtens de bezoldigingsregeling van het personeel van de Regie der Luchtwegen aan de verkeersleider 1ste klasse kon worden toegekend;"; 3° "71° de veranderlijke wedden of weddecomplementen toegekend met toepassing van het Reglement tot vaststelling van de graden en weddeschalen van de ambtenaren van Belgocontrol, ten belope van de bedragen die konden worden toegekend krachtens de bezoldigingsregeling van het personeel van de Regie der Luchtwegen.".
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999, met uitzondering van: - artikel 1, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2001; - artikel 1, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2002.
Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 juni 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX