Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 juni 2002
gepubliceerd op 29 juni 2002

Koninklijk besluit betreffende de concessieovereenkomsten afgesloten tussen de gemeenten en de kandidaat-exploitanten van een kansspelinrichting klasse I

bron
ministerie van justitie
numac
2002009605
pub.
29/06/2002
prom.
26/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/26/2002009605/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 JUNI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de concessieovereenkomsten afgesloten tussen de gemeenten en de kandidaat-exploitanten van een kansspelinrichting klasse I


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid op het artikel 29, laatste lid;

Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 7 maart 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 april 2001;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 5 september 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Economie, en op advies van Onze in Raad vergaderende Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een concessieovereenkomst gesloten tussen de gemeente en de kandidaat-exploitant, van een kansspelinrichting klasse I, moet voldoen aan de minimaal gestelde voorwaarden, vermeld in dit besluit.

Art. 2.De concessieovereenkomst vermeldt het voorwerp van de overeenkomst, dat overeenstemt met de bijgevoegde notariële beschrijving van de onroerende goederen, evenals de duur waarvoor de overeenkomst wordt afgesloten.

De concessiehouder is gehouden om op de bankrekening van de gemeente, die de concessie verleend heeft, een jaarlijkse som over te maken, bepaald in de concessieovereenkomst. De betaling gebeurt op drie trimesteriële vervaldagen, waarvan de respectievelijke bedragen eveneens worden bepaald in de concessieovereenkomst.

Bij laattijdige betalingen is de wettelijke verwijlintrest automatisch verschuldigd, zonder dat enige voorafgaande aanmaning vereist is.

Het bedrag van de concessie wordt jaarlijks op de verjaardag van de overeenkomst aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de volgende formule : « Het bedrag van de concessie wordt vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en het resultaat wordt gedeeld door het oude indexcijfer. » Het oud indexcijfer stemt overeen met dit van de maand voorafgaand aan de sluiting van de concessieovereenkomst.

Het nieuw indexcijfer stemt overeen met dit van de maand voorafgaand aan de verjaardag van de concessieovereenkomst.

Art. 3.De concessieovereenkomst vermeldt het bedrag van de waarborg die door de concessiehouder moet worden gestort, de datum van de storting, alsook de naam van de financiële instelling, erkend door de concessiegeefster, waar deze bankwaarborg wordt gestort op een geblokkeerde rekening.

De waarborg wordt jaarlijks aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de formule zoals bepaald in artikel 2, en moet de maand na de indexering zijn voltooid.

Op het einde van de concessieperiode wordt de waarborg vrijgegeven ten gunste van de concessiehouder, op voorwaarde dat deze het geheel van de verplichtingen, hem opgelegd in toepassing van de gesloten concessieovereenkomst, heeft nageleefd.

In geval van niet-betaling van de vervallen bedragen in het kader van de gesloten concessieovereenkomst, kan de concessiegeefster de waarborg aanspreken om deze bedragen te recupereren, en dit per aangetekende brief, gericht aan de financiële instelling waarvan een kopie, vergezeld van een gemotiveerde brief, wordt gericht aan de concessiehouder.

In dit geval moet de waarborg worden bijgestort door de concessiehouder, binnen een periode van een maand, vanaf de datum van de incasso van de verschuldigde sommen door de concessiegeefster.

Art. 4.Voorafgaand aan de ingebruikname door de concessiehouder wordt een plaatsbeschrijving op tegenspraak opgesteld, die eveneens een inventaris bevat van alle goederen die zich ter plaatse bevinden en toebehoren aan de concessiegeefster.

Deze plaatsbeschrijving wordt bij de concessieovereenkomst gevoegd, nadat zij is gedagtekend en ondertekend door de concessiehouder en een vertegenwoordiger van de concessiegeefster, en goedgekeurd door een beslissing van het College van burgemeester en schepenen.

Bij het verstrijken van de vervaltermijn van de concessieovereenkomst, wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt, gedagtekend, ondertekend en goedgekeurd volgens dezelfde regels.

De concessiehouder heeft de verplichting om de goederen die ter zijner beschikking zijn gesteld door de concessieverlener, terug te geven in de staat waarin ze zijn verkregen volgens de plaatsbeschrijving bij de inwerkingtreding.

Art. 5.De concessiehouder is ertoe gehouden om alle nodige onderhouds- en herstellingswerken, met inbegrip van de grote herstellingen, die voorafgaandelijk moeten worden goedgekeurd door een beslissing van het College van burgemeester en schepenen, te zijner laste te nemen, tijdens de duur van de concessieovereenkomst.

Het schriftelijk bewijs van de controle op de verwarmingsinstallaties, de airconditioning, de liften, de sanitaire installaties, alsook alle andere installaties waarvan het onderhoud de tussenkomst van een persoon met beroepsbekwaamheid of een erkend keuringsmechanisme vereist, moet binnen de maand volgend op de verjaring van de concessieovereenkomst worden overgemaakt aan de concessiegeefster.

Art. 6.De concessieovereenkomst vermeldt de veranderingen die de concessiehouder in de ruimten kan uitvoeren. Het bedrag van deze werken wordt gerechtvaardigd door één of meerdere bestekken, opgesteld door een persoon met beroepsbekwaamheid uit de betrokken sector, alsook met de datum van de beslissing van het college van Burgemeester en Schepenen, waarbij het plan, de raming en de uitvoering van de werken voorafgaand worden goedgekeurd.

Ingeval de voorafgaande instemming ontbreekt, kan de concessiegeefster het herstel in zijn originele staat vorderen door een eenvoudige ingebrekestelling, aangetekend verstuurd aan de concessiehouder.

Ingeval van aanvaarding van de werken waarvoor de voorafgaande instemming ontbrak, is de concessiegeefster geen enkele schadevergoeding verschuldigd aan de concessiehouder, door het feit van de gekende meerwaarde die de in concessie gegeven goederen verkregen hebben.

Art. 7.De technische diensten van de gemeente van de concessiegeefster voeren een tweejaarlijkse controle uit op de in concessie gegeven goederen, en stellen een lijst op van de uit te voeren werken.

Art. 8.De concessiehouder heeft de verplichting om binnen de maand na de sluiting van de concessieovereenkomst een verzekeringspolis af te sluiten met een door de concessiegeefster erkende verzekeringmaatschappij, die tijdens de duur van de concessieovereenkomst het in concessie gegeven goed en zijn inhoud verzekert tegen brand, ontploffing, storm, water- of gelijk welke andere schade en dit voor de volledige vervangingswaarde.

Een kopie van deze polis wordt van zodra deze onderschreven is bij de concessieovereenkomst gevoegd.

Art. 9.De concessieovereenkomst bepaalt het aantal keren dat de concessiehouder, buiten de maanden juli en augustus, de lokalen van de concessie, met uitzondering van de speelzalen, kosteloos ter beschikking stelt van de concessiegeefster.

Het gebruikrecht van de concessiegeefster mag de normale exploitatie van het in concessie gegeven goed niet verhinderen, rekening houdend met het door de concessiehouder geplande programma.

Het personeel in dienst van de concessiehouder zal gratis ter beschikking worden gesteld van de concessiegeefster voor deze activiteiten.

Art. 10.De concessiehouder gaat de principiële verplichting aan om het personeel tewerkgesteld door de vorige uitbater aan te werven, met uitzondering van het directiepersoneel. Het personeel behoudt zijn verworven rechten en voorrechten.

Art. 11.Alle taksen en lasten, van welke aard ook, om het even door welke overheid zij worden geëist of zullen geëist worden in de toekomst, zijn ten laste van de concessiehouder. Hetzelfde geldt voor alle kosten inherent aan de in concessie gegeven goederen.

Art. 12.De concessiehouder mag het in concessie gegeven goed noch geheel noch gedeeltelijk onderverhuren, noch de concessieovereenkomst geheel of gedeeltelijk overdragen, noch zich verenigen met derden om de overeenkomst uit te voeren, zonder voorafgaande toestemming van de concessiegeefster.

Art. 13.De concessiehouder verklaart zich formeel akkoord met de controle door het College van Burgemeester en Schepenen en hun ambtenaren op de strikte toepassing van de huidige overeenkomst. Met het oog hierop geeft hij onbeperkt toegang tot de in concessie gegeven goederen aan de leden van het College van burgemeester en schepenen, en aan de door het college gemachtigde ambtenaren. De concessiehouder zal alle nodige inlichtingen, die nuttig zijn voor de uitoefening van het controlerecht overmaken aan de concessiegeefster.

Art. 14.A. De overeenkomst eindigt van rechtswege bij het verstrijken van de voor de vergunning klasse A voorziene termijn, toegekend door de Kansspelcommissie.

B. Het concessierecht is van rechtswege verbroken wanneer de vergunninghoudende vennootschap ontbonden wordt of failliet wordt verklaard.

C. Het stopzetten, zelfs tijdelijk, van de exploitatie van het casino heeft van rechtswege de verbreking van de concessieovereenkomst tot gevolg. De concessiegeefster zal in dit geval een schadevergoeding kunnen vorderen gelijkwaardig met de gestelde zekerheid, onverminderd de andere vorderingen waarop de concessiegeefster haar rechten behoudt. De concessieovereenkomst wordt echter niet van rechtswege ontbonden indien de tijdelijke stopzetting onafhankelijk is van de wil van de concessiehouder.

D. Het niet nakomen van de beschreven voorwaarden of het begaan van ernstige nalatigheden, zowel wat het gebruik van de in concessie gegeven goederen, als wat de betaling van de aan de concessiegeefster verschuldigde bedragen betreft, geeft de concessiegeefster het recht de concessie op te zeggen en betaling te eisen van alle schade die ze heeft opgelopen of nog zal oplopen. De vaststelling van de niet-naleving van de voorwaarden of de ernstige nalatigheden wordt door de concessiegeefster aan de concessiehouder betekend bij ter post aangetekend schrijven. Bij niet-uitvoering door de concessiehouder van zijn verplichtingen binnen de termijn van vijftien dagen na ontvangst van het aangetekend schrijven, kan de concessiegeefster de concessieovereenkomst eenzijdig beëindigen, zonder mogelijkheid tot bezwaar. De betekening geldt derhalve als definitieve opzegging van de concessie.

E. De intrekking van de vergunning klasse A door de Kansspelcommissie heeft de verbreking van de concessieovereenkomst tot gevolg.

Art. 15.Alle kosten van registratie, zegelrecht, eventuele boetes en dergelijke meer betreffende de overeenkomst zijn ten laste van de concessiehouder.

Art. 16.Voor de uitvoering van de overeenkomst kiest de concessiegeefster woonplaats in het gemeentehuis van de plaats waar de in concessie gegeven goederen gelegen zijn.

Art. 17.Alle geschillen die rechtstreeks of onrechtstreeks, voortvloeien uit de concessieovereenkomst behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement van de plaats waar de in concessie gegeven goederen gelegen zijn.

Art. 18.De overeenkomst wordt afgesloten onder uitdrukkelijke opschortende voorwaarde van toekenning van de vergunning klasse A door de Kansspelcommissie aan de concessiehouder.

Art. 19.Dit besluit treedt inwerking een maand na de publicatie in het Belgisch Staatsblad .

Art. 20.Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

^