gepubliceerd op 28 maart 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen
26 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, inzonderheid op artikel 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 262 van 26 maart 1936, het koninklijk besluit nr. 67 van 30 november 1939 en de wetten van 8 augustus 1980, 4 december 1990, 17 juni 1991 en 22 maart 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende het dekken van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd door de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Commissie voor het Bank- en Financiewezen moet kunnen blijven beschikken over het eventuele positieve saldo op 31 december 1997 van haar inkomsten in 1997 op haar recurrente uitgaven voor dat jaar, om haar in staat te stellen de extra uitgaven voor de uitvoering van haar herstructureringsplan te dekken;
Op de voordracht van onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 28 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende het dekken van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 28.De in de artikelen 2, eerste lid, eerste zin, 3, eerste lid, eerste zin, 21 en 22 bepaalde basisbijdragen van de in die bepalingen bedoelde ondernemingen worden voor de jaren 1998, 1999 en 2000 met de volgende bedragen verminderd : a) voor de in artikel 2 bedoelde ondernemingen : 1998 : 95,5 miljoen; 1999 : 63,5 miljoen; 2000 : 32 miljoen; b) voor de in artikel 3 bedoelde ondernemingen : 1998 : 12 miljoen; 1999 : 8 miljoen; 2000 : 4 miljoen; c) voor de in artikel 21 bedoelde ondernemingen : 1998 : 21,5 miljoen; 1999 : 14,5 miljoen; 2000 : 7 miljoen; d) voor de in artikel 22 bedoelde ondernemingen : 1998 : 2 miljoen; 1999 : 1,5 miljoen; 2000 : 0,5 miljoen.
Voor de jaren 1998, 1999 en 2000 worden respectievelijk 131 miljoen, 87,5 miljoen en 43,5 miljoen frank aan de geïnde of te innen bedragen van de bijdragen toegevoegd om vast te stellen welke bedragen met toepassing, in voorkomend geval, van de artikelen 25 en 26, moeten worden terugbetaald, respectievelijk opgevraagd.
De minima bedoeld in de artikelen 5, § 4, 7, § 4 en 10, derde lid, gelden niet voor de jaren bedoeld in het eerste lid van dit artikel. ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT