gepubliceerd op 23 januari 2014
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen
26 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/03/2013 pub. 15/03/2013 numac 2013003023 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013, inzonderheid artikel 2.03.2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 december 2013.
Overwegende dat op het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 een provisioneel vastleggings- en vereffeningskrediet is ingeschreven van 384.259.000 euro, onder meer bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen;
Overwegende dat op de sectie 12 - FOD Justitie; 16 - Landsverdediging; 18 - FOD Financiën; 24 - FOD Sociale Zekerheid; 25 - Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu; 32 - FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en 44 - FOD Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale economie van de wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 geen enkel krediet is uitgetrokken om de uitgaven te dekken in verband met de achterstallen van de premies voor competentieontwikkeling die in 2013 moeten worden betaald;
Overwegende de behoefte aan projecten die de efficiëntie van de FOD's en de POD's verbeteren door bijkomend personeel en werkings- en investeringskosten en overwegende de ministerraadbeslissing van 13 december 2013 om in dit verband middelen toe te kennen aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie;
Overwegende dat tijdens het begrotingsconclaaf van maart 2013 besloten werd om het Fonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeente politiezones te vervangen vanaf het begrotingsjaar 2013 door andere uitvoeringsmodaliteiten van de financiële bewegingen in verband met de overdracht van de gebouwen; dat de uitgaven ten laste van het oude budgettaire fonds voortaan gerealiseerd moeten worden vanaf de limitatieve kredieten ingeschreven in de Algemene Uitgavenbegroting;
Overwegende dat de kredieten ingeschreven op basisallocatie 13.56.90.43.51.02 ontoereikend zijn om het correctiemechanisme voor 2013 en de achterstallen voor de jaren 2006 tot 2009 en 2012 te betalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een vastleggingskrediet van 18.333.000,00 euro en een vereffeningskrediet van 18.254.000,00 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet, ingeschreven op het programma 03-41-1 (basisallocatie 41.10.01.00.01) van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
De in deze tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten die onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2013.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De minister bevoegd voor Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 december 2013.
De Minister van Begroting O. CHASTEL
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 december 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting, O. CHASTEL