Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2024
gepubliceerd op 24 juni 2024

Koninklijk besluit tot oprichting van een Wetenschappelijk comité voor de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen

bron
instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen
numac
2024005020
pub.
24/06/2024
prom.
26/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot oprichting van een Wetenschappelijk comité voor de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 13 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/07/2023 pub. 31/08/2023 numac 2023044133 bron instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen sluiten betreffende de Preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan vooraf gaat, artikel 12 lid 5 en 6;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de advies aanvraag is ingeschreven op 16/04/2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 76.160/2;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 16/04/2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 maart 2024;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 11 april 2024;

Op voordracht van de minister van Mobiliteit, de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1.In dit besluit verstaat men onder: 1° De wet van 13 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/07/2023 pub. 31/08/2023 numac 2023044133 bron instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen sluiten: de wet van 13 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/07/2023 pub. 31/08/2023 numac 2023044133 bron instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen sluiten voor de preventie en bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan vooraf gaat;2° De bevoegde ministers: de minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, de minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken;3° Het NICC: het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, 4° Het Instituut: het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. TITEL II. - Wetenschappelijk comité voor de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 2.§ 1. Er wordt een Wetenschappelijk comité voor de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen opgericht ter uitvoering van de artikelen 11 tot en met 14 van de wet 13 juli 2023, hierna `Wetenschappelijk comité' genoemd. § 2. Het wetenschappelijk comité is volledig onafhankelijk van de uitvoerende macht en neemt autonoom beslissingen. § 3. Het Wetenschappelijk comité heeft tot doel om de kennis over feminicides, gendergerelateerde dodingen te verbeteren en structurele aanbevelingen te formuleren met betrekking tot de preventie ervan. Het wetenschappelijk comité doe dit aan de hand van een gestructureerde systematische analyse van onder meer de oorzaken en beleid, de werking, informatiedeling en samenwerking binnen en tussen de betrokken instanties en organisaties in individuele casussen van feminicides en gendergerelateerde dodingen. Dit om gerichte aanbevelingen te formuleren ter verbetering en aanvulling van het beleid, de procedures en reglementering met betrekking tot de strijd tegen gendergerelateerd geweld.

HOOFDSTUK II. - Samenstelling

Art. 3.§ 1. - Het wetenschappelijk comité is samengesteld uit, naast een voorzitter, zeven vaste leden. § 2. De Minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit benoemt de voorzitter, de vaste leden en hun respectievelijke plaatsvervangers. Het mandaat van de vaste leden is een mandaat van zes jaar, dit eenmalig hernieuwbaar. De voorzitter en de vaste leden worden voorgedragen volgens de volgende modaliteiten: 1° De voorzitter wordt voorgedragen door het NICC;2° Eén vast lid wordt voorgedragen door het Instituut;3° Twee vaste leden worden voorgedragen door de Hoge Raad voor Justitie;4° Twee vaste leden worden voorgedragen door het College van Procureurs-Generaal 5° Twee vaste leden worden voorgedragen door de politiediensten, één lid vertegenwoordigt de lokale politie en het andere lid de federale politie. § 3. Elke instantie is verantwoordelijk voor de eventuele verlenging van zijn voorgedragen leden. § 4. Indien het mandaat van een vast lid definitief wordt stopgezet, neemt diens plaatsvervanger van rechtswege diens mandaat over voor de rest van de duur ervan. De Minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit benoemt in dat geval een nieuwe plaatsvervanger volgens de modaliteiten opgenomen in paragraaf 2 en op voordracht van de instantie die het lid had voorgedragen. 1° In het geval van een plaatsvervanger, benoemt de minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit een nieuwe plaatsvervanger volgens de modaliteiten opgenomen in paragraaf 2 en op voordracht van de instantie die het ontslagnemend lid heeft voorgedragen.2° In het geval van een tijdelijke onderbreking van het mandaat van een vast lid, neemt diens plaatsvervanger van rechtswege diens mandaat over door de duur van de afwezigheid.Indien deze afwezigheid langer duurt dan zes maanden, neemt de plaatsvervanger het mandaat over voor de rest van de duur ervan. De minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit benoemt in dat geval een nieuwe plaatsvervanger volgens de modaliteiten opgenomen in paragraaf 2 en op voordracht van de instantie die het lid had voorgedragen. § 5. Het mandaat van de voorzitter wordt van rechtswege beëindigd wanneer deze niet langer werkzaam is voor het NICC. In het geval van de voorzitter benoemt de Minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit een nieuwe voorzitter volgens de modaliteiten opgenomen in de tweede paragraaf. § 6. 1° De voorzitter, de vaste leden en hun plaatsvervangers worden voorgedragen op basis van hun door hun instanties vastgestelde specifieke kennis en expertise inzake feminicides, gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daaraan voorafgaat. Daarnaast moeten ze vertrouwd zijn met het Belgische beleid betreffende deze thematiek en met de instrumenten, wetten, reglementering en institutionele structuren die daartoe bijdragen alsook de laatste internationale ontwikkelingen. 2° De voorzitter moet daarenboven beschikken over een aantoonbare wetenschappelijke expertise en over de nodige organisatorische vaardigheden om de werkzaamheden van het Wetenschappelijk comité te organiseren en te coördineren. § 7. Voor elk vast lid wordt een plaatsvervanger aangewezen volgens de modaliteiten opgenomen in paragraaf 2. De aangewezen plaatsvervanger vervangt het lid in geval van afwezigheid of verhindering. Het huishoudelijk reglement bepaalde de nadere regels voor deze vervanging. § 8. Bij de samenstelling van het Wetenschappelijk comité en hun plaatsvervangers wordt de taalpariteit verzekerd en wordt voorzien in een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen waarbij minstens een derde van het minder vertegenwoordigde geslacht is. § 9. Het lidmaatschap van het wetenschappelijk comité is onverenigbaar met het mandaat van lid van één van de Wetgevende Vergaderingen of van een Parlement, met het mandaat van lid van een Regering, en met het mandaat van lid van een beleidscel verbondne aan een regeringslid. § 10. Aan een vast lid kan, op diens verzoek, ontslag worden verleend.

Diens plaatsvervanger neemt van rechtswege diens mandaat over voor de rest van de duur ervan. De Minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit benoemt in dat geval een nieuwe plaatsvervanger volgens de modaliteiten opgenomen in paragraaf 2 en op voordracht van de instantie die het ontslagnemend lid heeft voorgedragen. Hetzelfde gebeurt wanneer aan een plaatsvervanger, op diens verzoek, ontslag wordt verleend. § 11. De voorzitter en de vaste leden en hun plaatsvervanger kunnen door de organisatie die hen heeft voorgedragen, op verzoek van de Voorzitter of op vraag van de meerderheid van de leden van het Wetenschappelijk comité, ontslagen worden uit hun functie binnen het Wetenschappelijk comité wanneer zij niet naar behoren hun functie uitoefenen. De Minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit benoemt in dat geval een vervanger volgens de modaliteiten opgenomen in paragraaf 2 en op voordracht van de instantie die het ontslagen lid heeft voorgedragen. Het huishoudelijk reglement bepaald de nadere procedure voor deze revocatie. § 12. In uitzondering van artikel 3 § 10 en § 11, blijft een lid, na niet-vernieuwing of einde van zijn mandaat, zijn functie uitoefenen tot een vervanger benoemd wordt door de Minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit.

Art. 4.Teneinde haar opdrachten te vervullen, kan het Wetenschappelijk comité externe deskundigen en getuigen uitnodigen om hen te horen. Het huishoudelijk reglement bepaalt de nadere procedure hiervoor.

HOOFDSTUK III. - Werking van het Wetenschappelijk comité

Art. 5.Het secretariaat van het Wetenschappelijk comité wordt verzekerd door het NICC. Het secretariaat bestaat uit twee personen, één wetenschappelijke assistent voor de voorzitter en één administratief medewerker.

Art. 6.Het Wetenschappelijk comité legt het huishoudelijk reglement vast dat alle nadere bepalingen bevat die de werking van het comité aanbelangen. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit.

Art. 7.§ 1. De voorzitter van het Wetenschappelijk comité: - Staat in voor de goede werking van het comité; - Bepaalt de agenda; - Leidt de debatten; § 2. 1° De voorzitter wordt in diens functie bijgestaan door een assistent. 2° Ingeval de voorzitter verhinderd is, neemt de assistent diens taken over.

Art. 8.De leden van het Wetenschappelijk comité en genodigden hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten volgens de voorwaarden bepaald door het koninklijk besluit van 18 januari 1965 tot algemene regeling inzake reiskosten. Zij worden voor de toepassing van het genoemde besluit gelijkgesteld met ambtenaren van de klassen A4.

Art. 9.Het Wetenschappelijk comité kan subcommissies of ad hoc werkgroepen vormen. Het huishoudelijk reglement bepaalt de nadere regels daarvoor.

Art. 10.Het Wetenschappelijk comité kan beslissen om zich gedurende de opstart te laten bijstaan door een begeleidingscomité.

HOOFDSTUK IV. - Taken

Art. 11.§ 1. Het Wetenschappelijk comité analyseert feminicides en gendergerelateerde dodingen en de oorzaken daarvoor op basis van individuele casussen en maakt jaarlijks een rapport. Dit rapport bevat minstens: 1° Een verslag van de analyse van de individuele casussen met betrekking tot feminicides en gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daaraan voorafgaat en de oorzaken van feminicides en gendergerelateerde dodingen om te bepalen wat kon gedaan worden ter preventie.2° De conclusies en aanbevelingen op basis van de analyse gericht op het verbeteren en aanvullen van het Belgische beleid inzake gendergerelateerd geweld. § 2. Het wetenschappelijk comité publiceert jaarlijks een geanonimiseerde versie van dit rapport.

Art. 12.Het Wetenschappelijk comité publiceert jaarlijks een werkingsverslag waarin haar werking wordt toegelicht. In afwijking van dit artikel zal het Wetenschappelijk comité pas starten met het opmaken en publiceren van een jaarlijks werkingsverslag in het tweede jaar na oprichting.

Art. 13.Het geanonimiseerde rapport en het werkingsverslag worden door de voorzitter aan de bevoegde ministers overgemaakt.

Art. 14.De voorzitter, de vaste leden van het comité en de genodigden zijn tot geheimhouding verplicht wat betreft vertrouwelijke informatie.

TITEL III. - Slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit treedt in werking tien dagen na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 16.De minister bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, de minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, M.-C. LEROY .


^