Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2009
gepubliceerd op 28 mei 2009

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003150
pub.
28/05/2009
prom.
26/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/26/2009003150/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij heeft doen vaststellen dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, inzonderheid met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterk wordt verkort;

Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt teneinde aan de verwachtingen van de spelers te kunnen beantwoorden;

Overwegende dat een versneld aanbod van nieuwe vormen van loterijen met biljetten deel uitmaakt van de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om het gedrag van de spelers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico gering is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast, krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten; dat, in overeenstemming met dit beheerscontract, deze kanalisatieopdracht betekent dat er speelplezier wordt verschaft aan een breed publiek waaraan recreatieve spelen moeten worden aangeboden;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen;

Overwegende dat één van bovengenoemde maatregelen erin bestaat, de vorm van loterij op de markt te brengen die door dit besluit wordt bekrachtigd;

Overwegende dat de concretisering van deze maatregel belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling ». « Bling Bling » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 600 000, hetzij op veelvouden van 600 000.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 1 euro.

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 600 000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 150 326, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :

Nombre de lots Aantal loten

Montant des lots Bedrag van de loten

Montant total des lots Totale bedrag van de loten

1 chance de gain sur 1 winstkans op

1

10.000 EUR

10.000 EUR

600.000

5

500 EUR

2.500 EUR

120.000

20

250 EUR

5.000 EUR

30.000

100

100 EUR

10.000 EUR

6.000

2.000

25 EUR

50.000 EUR

300

5.000

10 EUR

50.000 EUR

120

10.200

5 EUR

51.000 EUR

58,82

50.000

2 EUR

100.000 EUR

12

83.000

1 EUR

83.000 EUR

7,23

TOTAL TOTAAL 150.326

TOTAL TOTAAL361.500 EUR

TOTAL TOTAAL3,99


Art. 4.§ 1. Op de voorkant van de biljetten komt een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie voor met als onderwerp, hetzij een of meerdere honden, hetzij een of meerdere katten, hetzij een of meerdere zangers, hetzij een of meerdere vrouwen.

Wordt genoemd : 1° biljet « hond » : het biljet met op de voorzijde de gehele of gedeeltelijke afbeelding van een of meerdere honden.Deze afbeelding kan verschillen van biljet tot biljet, waarbij de hond niettemin het hoofdonderwerp van de illustratie blijft, omdat deze in elk geval het biljet identificeert waarop hij voor komt; 2° biljet « kat » : het biljet met op de voorzijde de gehele of gedeeltelijke afbeelding van een of meerdere katten.Deze afbeelding kan verschillen van biljet tot biljet, waarbij de kat niettemin het hoofdonderwerp van de illustratie blijft, omdat deze in elk geval het biljet identificeert waarop zij voor komt; 3° biljet « zanger » : het biljet met op de voorzijde de gehele of gedeeltelijke afbeelding van een of meerdere zangers.Deze afbeelding kan verschillen van biljet tot biljet, waarbij de zanger niettemin het hoofdonderwerp van de illustratie blijft, omdat deze in elk geval het biljet identificeert waarop hij voor komt; 4° biljet « vrouw » : het biljet met op de voorzijde de gehele of gedeeltelijke afbeelding van één of meerdere vrouwen.Deze afbeelding kan verschillen van biljet tot biljet, waarbij de vrouw niettemin het hoofdonderwerp van de illustratie blijft, omdat deze in elk geval het biljet identificeert waarop zij voor komt.

Op de voorkant van de biljetten komt tevens een spelzone voor bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag. Deze zone bevat vermeldingen in de vorm van letters, beelden of grafische elementen, dewelke haar aanduiden als een kraszone.

Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de spelzone bedoeld in het derde lid bedekt, verschijnen : 1° een variabel grafisch symbool gekozen uit een reeks van vier verschillende grafische symbolen dewelke hetzij een hond, hetzij een kat, hetzij een muzieknoot, hetzij lippen voorstellen;2° een variabel lotenbedrag in Arabische cijfers, gekozen uit de lotenbedragen bedoeld in artikel 3; § 2. Zijn uitsluitend winnend : 1° de biljetten « hond » waarvan de spelzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat een hond voorstelt, bevatten;2° de biljetten « kat » waarvan de spelzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat een kat voorstelt, bevatten;3° de biljetten « zanger » waarvan de spelzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat een muzieknoot voorstelt, bevatten;4° de biljetten « vrouw » waarvan de spelzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat lippen voorstelt, bevatten. Wanneer een biljet winnend is, stemt het lot waarmee het begunstigd is overeen met het in Arabische cijfers vermelde bedrag in de spelzone bedoeld in § 1, vierde lid.

Elk biljet dat niet overeenstemt met een van de vier gevallen van concordantie bedoeld in het eerste lid, is steeds niet winnend.

Art. 5.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratieve beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 6.Onder de ondoorzichtige deklagen bedoeld in artikel 4, § 1, derde lid kunnen controlevermeldingen staan in elke door de Nationale Loterij nuttig geachte vorm.

De Nationale Loterij heeft als enige het recht om ter controle de in artikel 4, § 1, derde lid en in artikel 5, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 7.§ 1. Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.

In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er een procédé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. § 2. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 8.De loten zijn betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten bij de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. De loten van 10.000 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij.

Art. 9.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 10.De loten die niet binnen de in artikel 8 vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 11.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van verval, binnen de in artikel 8 bedoelde termijn van twee maanden worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van het biljet moet de speler zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 12.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 13.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.

Art. 14.Geen enkel bezwaar noch verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de spelers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.

Art. 15.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de spelers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.

Art. 16.In het kader van promotie-acties die door de Nationale Loterij alleen of samen met derden worden georganiseerd, kunnen er extra loten in natura of in speciën worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd. De voorwaarden van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 2 juni 2009.

Art. 18.De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^