Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2007
gepubliceerd op 08 juni 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2005 ter waarborging van het welzijn van dieren die tot het vermaak van het publiek worden gebruikt in circussen of rondreizende tentoonstellingen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022787
pub.
08/06/2007
prom.
26/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/26/2007022787/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2005 ter waarborging van het welzijn van dieren die tot het vermaak van het publiek worden gebruikt in circussen of rondreizende tentoonstellingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid op artikel 6, § 2, ingevoegd bij de wet van 4 mei 1995, en op artikel 44, gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 september 2005 ter waarborging van het welzijn van dieren die tot het vermaak van het publiek worden gebruikt in circussen of rondreizende tentoonstellingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 januari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 februari 2007;

Gelet op het advies nr. 42.304/3 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 2 september 2005 ter waarborging van het welzijn van dieren die tot het vermaak van het publiek worden gebruikt in circussen of rondreizende tentoonstellingen, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het welzijn van dieren gebruikt in circussen en rondreizende tentoonstellingen. »

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° een punt 3bis en een punt 3ter worden ingevoegd, luidende : « 3bis.Bezitter : de persoon die het dier in zijn bezit heeft; 3ter. Personeel : de gezamelijke personen die voor het uitvoeren van taken binnen het circus of de rondreizende tentoonstelling in dienst zijn van de verantwoordelijke; »; 2° een punt 11 en een punt 12 worden ingevoegd, luidende : « 11.Binnenverblijf : een overdekte ruimte die kan afgesloten worden; 12. Buitenverblijf : een ruimte in open lucht waarvan de bovenkant open is of ten hoogste afgesloten door een traliewerk, gaasdak of een ander gepast materiaal waar regen en zon doorkunnen.»

Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.Dit besluit is niet van toepassing op circussen en rondreizende tentoonstellingen die steeds maximaal een dag op de plaats van de voorstelling blijven en waarbij de dieren gewoonlijk overnachten op een zelfde vaste locatie. »

Art. 4.In hetzelfde besluit worden een artikel 2bis en een artikel 2ter ingevoegd, luidende : «

Art. 2bis.De verantwoordelijke ziet erop toe dat de bepalingen van dit besluit worden nageleefd in het circus of de rondreizende tentoonstelling waarover hij de leiding heeft. Hij ziet er tevens op toe dat de bezitter op de standplaats over de nodige faciliteiten beschikt om aan de voorwaarden van dit besluit te voldoen.

Art. 2ter.§ 1. De verantwoordelijke deelt de Dienst door middel van het formulier in bijlage I bij dit besluit vóór 1 oktober 2007 en vervolgens om de vier maanden de volledige lijst mee van de voorziene Belgische standplaatsen voor de daaropvolgende periode van vier maanden.

Wanneer het circus of de rondreizende tentoonstelling vanuit het buitenland het Belgisch grondgebied betreedt, deelt de verantwoordelijke de Dienst door middel van het formulier in bijlage I bij dit besluit binnen de 15 dagen na de aankomst van het circus of de rondreizende tentoonstelling op het Belgisch grondgebied en vervolgens om de vier maanden de volledige lijst mee van de voorziene Belgische standplaatsen voor de daaropvolgende periode van vier maanden. § 2. Bij oprichting van een nieuw circus of een nieuwe rondreizende tentoonstelling deelt de verantwoordelijke de Dienst door middel van het formulier in bijlage I bij dit besluit ten minste 15 dagen voor de eerste voorstelling of tentoonstelling en vervolgens om de vier maanden de volledige lijst mee van de voorziene Belgische standplaatsen voor de daaropvolgende periode van vier maanden. »

Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « door een circus of rondreizende tentoonstelling » worden vervangen door de woorden « in een circus of rondreizende tentoonstelling »;2° het enige lid wordt aangevuld als volgt : « Deze bepaling is niet van toepassing op dieren waarvoor de bezitter kan aantonen dat hij ze reeds voor 1 december 2005 in zijn bezit had. »

Art. 6.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « de verantwoordelijke van het circus of de rondreizende tentoonstelling » vervangen door de woorden « de bezitter. »

Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Dieren die niet behoren tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A mogen per jaar op maximaal 32 standplaatsen op Belgisch grondgebied gebruikt worden in een circus of rondreizende tentoonstelling. »; 2° in § 2 worden de woorden « , de dagen van aankomst en van vertrek op de standplaats inbegrepen, » ingevoegd tussen de woorden « 3 opeenvolgende dagen » en de woorden « op dezelfde standplaats »;3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Indien het verblijf waarin de dieren worden gehouden tijdens de periode dat zij niet rondreizen zich op Belgisch grondgebied bevindt, voldoet het aan de normen voorzien in de bijlagen III, IV, V of VI bij dit besluit en wordt het door de bezitter aangemeld bij de Dienst door middel van het formulier in bijlage I. »

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : «

Art. 5bis.Buiten de duur noodzakelijk voor hun verzorging mogen de dieren niet aangebonden worden. »

Art. 9.Artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De dieren mogen enkel kunsten vertonen die uitsluitend zijn samengesteld uit soorteigen natuurlijke gedragingen van de dieren. Er mag geen fysiek geweld gebruikt worden tegen de dieren. »

Art. 10.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « door een circus of rondreizende tentoonstelling » vervangen door de woorden « in een circus of rondreizende tentoonstelling »;2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Alleen dieren die minstens om de twee voorstellingen worden gebruikt tijdens de voorstelling van het circus mogen op deze standplaats gehouden worden. »; 3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Alleen dieren die minstens om de twee tentoonstellingsdagen aan het publiek worden getoond in de rondreizende tentoonstelling mogen op deze standplaats gehouden worden. »; 4° in § 4 worden de woorden « voor ter plaatse ziek geworden dieren, als zodanig vastgesteld door de dierenarts vermeld in artikel 13, a) » vervangen door de woorden « voor dieren die om een diergeneeskundige reden niet kunnen deelnemen aan de voorstelling of de tentoonstelling. »

Art. 11.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.Wanneer een circus of rondreizende tentoonstelling van verantwoordelijke verandert, meldt de nieuwe verantwoordelijke deze wijziging binnen de 15 dagen aan de Dienst door middel van het formulier in bijlage I bij dit besluit.

Indien de verandering van verantwoordelijke is gebeurd terwijl het circus of de rondreizende tentoonstelling zich in het buitenland bevond, meldt de nieuwe verantwoordelijke de wijziging aan de Dienst binnen de 15 dagen na de aankomst van het circus of de rondreizende tentoonstelling op Belgisch grondgebied. »

Art. 12.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10.De Minister stelt nadere regels vast voor de identificatie van dieren die niet behoren tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A. » .

Art. 13.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 14.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.§ 1. Tijdens de periode dat de dieren op Belgisch grondgebied verblijven, consulteert de bezitter minstens eenmaal per trimester een dierenarts. Deze onderzoekt alle dieren. De bezitter doet tevens een beroep op een dierenarts telkens de gezondheidstoestand van de dieren dit vereist. § 2. De bezitter houdt een logboek bij dat uit vaste pagina's bestaat.

Hij ziet erop toe dat de dierenarts bij elk bezoek de volgende gegevens invult in dit logboek : - datum van het bezoek; - indien van toepassing, de vastgestelde gezondheidsproblemen met vermelding van de betrokken dieren; - indien van toepassing, de ingestelde behandeling en andere genomen maatregelen; - naam, adres en handtekening van de dierenarts. § 3. Indien de dieren meer dan zes aaneengesloten maanden op Belgisch grondgebied verblijven, sluit de bezitter een contract af met een dierenarts erkend in uitvoering van artikel 4, vierde lid, van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde. In dit geval doet de bezitter in het kader van de verplichtingen voorzien in de §§ 1 en 2 een beroep op deze erkende dierenarts. »

Art. 16.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 17.In artikel 15, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de verantwoordelijke van het circus of de rondreizende tentoonstelling » worden vervangen door de woorden « de bezitter »;2° de woorden « onbereikbaarheid van de verantwoordelijke » worden vervangen door de woorden « onbereikbaarheid van de bezitter.»

Art. 18.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden « de verantwoordelijke of zijn personeel » vervangen door de woorden « de bezitter of een ander personeelslid. »

Art. 19.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 17.Het is verboden te roken in de dierenverblijven, evenals in de nabijheid van de dieren. »

Art. 20.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Het verstrekte voeder is kwalitatief en kwantitatief geschikt voor en aangepast aan de behoeften van zowel de diersoort als van het individuele dier.De bezitter heeft steeds toegang tot voldoende drinkwater voor alle dieren. Tenzij in geval van overmacht beschikken de dieren tijdens hun verblijf op de standplaats permanent over water. »; 2° in § 2 vervallen de woorden « Op vraag van de Dienst bij controle moet de verantwoordelijke de nodige bewijsstukken kunnen voorleggen om aan te tonen dat aan deze eisen voldaan wordt.»; 3° in § 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Franse tekst worden de woorden « et l'abattage » vervangen door de woorden « et la mise à mort »;b) de woorden « Levende prooidieren mogen niet als voedsel verstrekt worden.» vervallen.

Art. 21.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 21.De bezitter plaatst waarschuwingsborden ter hoogte van de verblijven van dieren die door hun gedrag of hun natuur een gevaar voor de veiligheid van het publiek kunnen betekenen. »

Art. 22.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 23.De dieren die gebruikt worden in een circus of een rondreizende tentoonstelling worden gehouden in verblijven die beantwoorden aan de minimale afmetingen en basisvoorschriften voor de inrichting vastgelegd in : 1° bijlage VI voor dieren behorende tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A;2° bijlage III voor zoogdieren behorende tot de andere diersoorten;3° bijlage IV voor vogels behorende tot de andere diersoorten;4° bijlage V voor reptielen.»

Art. 23.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 24.Wanneer in de bijlagen II, III, IV en VI afmetingen opgegeven zijn voor buiten- en binnenverblijf betekent dit dat beide aanwezig moeten zijn.

Alle dieren moeten dagelijks tussen zonsopgang en zonsondergang gedurende ten minste vier opeenvolgende uren toegang hebben tot het buitenverblijf, tenzij het welzijn van de dieren hierdoor omwille van de klimatologische omstandigheden of om diergeneeskundige redenen in gevaar gebracht wordt. »

Art. 24.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° in § 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « hibernerende dieren » worden vervangen door de woorden « hibernerende reptielen »;b) de woorden « in de bijlage » worden vervangen door de woorden « in bijlage V bij dit besluit.»

Art. 25.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 26.§ 1. De bezitter die zich op Belgisch grondgebied bevindt en dieren wil houden behorende tot een diersoort die niet is opgenomen in bijlage II, III, IV, V of VI bij dit besluit, dient een dossier in bij de Dienst waaruit blijkt dat hij zich goed gedocumenteerd heeft over de levensgewoonten en de fysiologische noden van deze soort en dat de voorgestelde huisvesting en verzorging in overeenstemming zijn met de behoeften van de dieren.

De Dienst brengt de datum van ontvangst van het dossier schriftelijk ter kennis van de bezitter.

De Dienst verleent of weigert de toelating om de dieren in het voorgestelde verblijf te houden binnen een termijn van een maand met aanvang op de dag van ontvangst van het dossier.

De bezitter mag de dieren niet houden op Belgisch grondgebied vooraleer hij kennis heeft genomen van de beslissing van de Dienst of, bij uitblijven van deze beslissing, vooraleer de voormelde termijn is verstreken. § 2. De bezitter die op het moment van zijn aankomst op het Belgisch grondgebied dieren houdt behorende tot een diersoort die niet is opgenomen in bijlage II, III, IV, V of VI bij dit besluit, dient ten laatste 15 dagen na zijn aankomst op het Belgisch grondgebied een dossier in bij de Dienst waaruit blijkt dat hij zich goed gedocumenteerd heeft over de levensgewoonten en de fysiologische noden van deze soort en dat de aanwezige huisvesting en verzorging in overeenstemming zijn met de behoeften van de dieren.

Indien aan deze voorwaarden voldaan is, verleent de Dienst binnen een termijn van een maand met aanvang op de dag van ontvangst van het dossier zijn akkoord om de dieren in het aanwezige verblijf te houden.

Indien echter niet voldaan is aan de voormelde voorwaarden, deelt de Dienst binnen dezelfde termijn de uit te voeren aanpassingen mee. § 3. De bezitter die op het moment van de inwerkingtreding van dit artikel op Belgisch grondgebied dieren houdt behorende tot een diersoort die niet is opgenomen in bijlage II, III, IV, V of VI bij dit besluit, dient binnen de 15 dagen na de inwerkingtreding van dit artikel een dossier in bij de Dienst waaruit blijkt dat hij zich goed gedocumenteerd heeft over de levensgewoonten en de fysiologische noden van deze soort en dat de aanwezige huisvesting en verzorging in overeenstemming zijn met de behoeften van de dieren.

Indien aan deze voorwaarden voldaan is, verleent de Dienst binnen een termijn van een maand met aanvang op de dag van ontvangst van het dossier zijn akkoord om de dieren in het aanwezige verblijf te houden.

Indien echter niet voldaan is aan de voormelde voorwaarden, deelt de Dienst binnen dezelfde termijn de uit te voeren aanpassingen mee. »

Art. 26.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Wanneer meerdere soorten tezamen in hetzelfde verblijf gehouden worden, is de totale benodigde oppervlakte gelijk aan de som van de benodigde oppervlakten voor elke soort afzonderlijk. »; 2° in § 2 vervallen de woorden « behorend tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A »;3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.In uitzonderlijke gevallen en uitsluitend in het belang van het dier kan de Dienst toestemming verlenen om voor een periode van maximaal 30 dagen af te wijken van de voorwaarden bepaald in de bijlagen II, III, IV, V en VI bij dit besluit. Om deze toestemming te verkrijgen, dient de bezitter binnen de zeven dagen na het ontstaan van de uitzonderlijke situatie een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag in bij de Dienst. De Dienst verleent of weigert de toestemming binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag.

Op grond van een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag van de bezitter kan de Dienst de periode waarvoor de toestemming werd verleend, verlengen. »

Art. 27.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « en V » worden vervangen door de woorden « en VI »;2° de woorden « het circus of de rondreizende tentoonstelling » worden vervangen door de woorden « de bezitter.»

Art. 28.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 29.Na overleg met vertegenwoordigers van de bezitters, de verantwoordelijken en de dierenbeschermingsverenigingen kan de Minister de bijlagen bij dit besluit wijzigen. »

Art. 29.Artikel 30, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. Zijn verboden : - het kweken van hybriden door kruising van dieren die niet behoren tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A; - het gebruik van hybriden ontstaan uit de kruising van dieren die niet behoren tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A; dit verbod is niet van toepassing op dieren waarvoor de bezitter kan aantonen dat hij ze reeds voor 1 december 2005 in zijn bezit had; - inteelt en ongecontroleerd kweken. »

Art. 30.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 31.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 32.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de belanghebbende partijen » worden vervangen door de woorden « vertegenwoordigers van de bezitters, van de verantwoordelijken en van de dierenbeschermingsverenigingen »;2° de woorden « dat volledig plaatsvindt op Belgisch grondgebied » worden ingevoegd na de woorden « van bepaalde dieren.»

Art. 33.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 36.Op advies van de Dienst kan de Minister aan een bezitter een verbod opleggen om bepaalde diersoorten te houden bij : 1° overtreding van de voorschriften vastgelegd in de bijlagen II, III, IV, V en VI bij dit besluit;2° achterlating van een dier;3° ernstige verwaarlozing van een dier en handelingen die pijn, lijden of letsels veroorzaken en waarvoor geen diergeneeskundige noodzaak bestaat;4° gebruik van dieren die niet in gevangenschap werden geboren en waarvoor de bezitter niet kan aantonen dat hij ze reeds voor 1 december 2005 in zijn bezit had;5° inteelt of kweken van hybriden door kruising van dieren die niet behoren tot de diersoorten die voorkomen op de lijst A.»

Art. 34.Artikel 37 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende : « § 2. Voor de dieren die behoren tot de diersoorten die voorkomen op de lijst B treden de bepalingen van artikel 5, § 3, in werking op 1 januari 2009 en de bepalingen van artikel 23 op 1 januari 2012. Tot die data voldoen de verblijven van deze dieren aan de voorwaarden vastgelegd in bijlage II bij dit besluit. »

Art. 35.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 36.Bijlage I bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 37.In bijlage II bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de kolom « Bijzondere eisen » van tabel I worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de letter « E » wordt vervangen door de letter « B »;b) de letters « C » en « H » vervallen;2° in tabel II worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Nederlandse tekst wordt het opschrift van tabel II vervangen als volgt : « Tabel II.Bijzondere eisen »; b) bijzondere eis C en de bijhorende verklaring worden opgeheven;c) in de verklaring voor bijzondere eis D vervalt het woord « individueel »;d) bijzondere eis E en de bijhorende verklaring worden opgeheven;e) de verklaring voor bijzondere eis F wordt vervangen als volgt : « De dieren moeten beschikken over een zwembassin.Dit bassin is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf zoals bepaald in tabel I. »; f) bijzondere eis H en de bijhorende verklaring worden opgeheven.

Art. 38.In bijlage III bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de verklaring bij de tabellen I en II worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het tweede streepje onder (3) wordt opgeheven;b) het eerste en het tweede streepje onder (5) worden opgeheven;2° in tabel I worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Nederlandse tekst worden de woorden « Biezondere eisen » vervangen door de woorden « Bijzondere eisen »; b) de voorschriften voor de diersoorten Mustela furio, Equus asinus, Equus caballus, Camelus spec., Bubalus bubalis en Ovis aries worden opgeheven; 3° in de Nederlandse tekst worden in tabel II de woorden « Bijkomende eisen » vervangen door de woorden « Bijzondere eisen »;4° in tabel III worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Nederlandse tekst wordt het opschrift van tabel III vervangen als volgt : « Tabel III.Bijzondere eisen »; b) bijkomende eis D met verklaring « relatieve vochtigheid van minstens 60 % » wordt opgeheven.

Art. 39.In bijlage IV bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de verklaring bij de tabellen I en II worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het tweede streepje onder (3) wordt opgeheven;b) in (5) vervallen de woorden « zie definitie in art.1, 1° en 2° »; c) het tweede streepje onder (5) wordt opgeheven;2° in de tabellen I en II worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Nederlandse tekst worden de woorden « Bijkomende eisen » vervangen door de woorden « Bijzondere eisen »;b) de voorschriften voor de vogeltaxa ganzen;stoombooteenden; bergeenden, casarca's; grote zwemeenden; kleine zwemeenden; duikeenden, zee-eenden, zaagbekken; loophoenders; pauwen, argusfazanten; kongopauw; tragopanen, glansfazanten, oorfazanten; grote hokko's; kalkoenen; grote ruigpoothoenders (type Auerhoen); parelhoenders; fazanten, goeans, chachalaca's; kleine ruigpoothoenders (type korhoen), patrijzen, frankolijnen; kwartels (type Californ. kuifkwartel); dwergkwartels (type Chin. dwergkwartel); kroonduiven en grote duiven (type grote muskaatduif); middelgrote duiven (type houtduif) en kleine duiven (type diamantduif) worden opgeheven; 3° in de Nederlandse tekst wordt het opschrift van tabel III vervangen als volgt : « Tabel III.Bijzondere eisen »; 4° in tabel IV wordt het woord « dierentuin » vervangen door het woord « circus ».

Art. 40.In bijlage V bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° voor tabel I wordt een verklaring bij de tabellen I tot en met VII ingevoegd, luidende : « Verklaring bij de tabellen I tot en met VII : 1° Diersoort : de wetenschappelijke naam van de reptielensoorten die hierna gebruikt wordt, is gebaseerd op de systematiek en nomenclatuur volgens de verordening (EG) van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr.338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. 2° Aantal : a) hieronder wordt het aantal dieren vermeld dat op de gegeven oppervlakte kan gehouden worden;indien twee getallen vermeld worden, geeft dit het minimum en het maximum aantal dieren aan dat binnen de gegeven oppervlakte gehouden mag worden; b) jonge dieren bij het moederdier worden niet als afzonderlijke individuen geteld gedurende de periode dat de jongen normaal bij de moeder blijven;c) solitaire dieren die alleen gehouden moeten worden, kunnen gedurende een tijd samen geplaatst worden voor de voortplanting op de oppervlakte vastgesteld voor één dier.3° Bijkomende oppervlakte per bijkomend dier : a) hieronder wordt de oppervlakte aangegeven die extra voorzien moet worden per dier dat toegevoegd wordt aan het maximum aantal dieren vermeld in de kolom « aantal »;b) indien deze rubriek niet ingevuld is, betekent dit dat geen dier mag worden toegevoegd. 4° Bijzondere eisen : d.m.v. een lettercode wordt verwezen naar de bijzondere vereisten vermeld in tabel VII. 5° Water : de opgegeven oppervlakte is de minimum wateroppervlakte die beschikbaar moet zijn.De vermelde minimumdiepte moet beschikbaar zijn over minstens 50 % van de oppervlakte, behalve bij de Cheloniidae. De dieren moeten, met uitzondering van de Cheloniidae, gemakkelijk op eigen kracht in en uit het bassin kunnen geraken. »; 2° in de Nederlandse tekst wordt het opschrift van tabel VII vervangen als volgt : « Tabel VII.Bijzondere eisen ».

Art. 41.In bijlage VI bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het opschrift wordt het woord « huisdieren » vervangen door het woord « dieren »;2° in tabel I worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de kolom « Bijzondere eisen » worden de volgende wijzigingen aangebracht : i) de letter « M » vervalt; ii) voor de diersoorten Capra hircus, Ovis aries en Sus domesticus wordt de letter « B » ingevoegd; b) voor de diersoorten Anatidae, Bos taurus, Bubalus bubalis, Camelus dromedarius, Camelus bactrianus, Capra hircus, Equus caballus, Equus asinus, Gallinidae, Lama glama, Ovis aries en Sus domesticus wordt de kolom « Bijkomende oppervlakte of volume per bijkomend dier » vervangen als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

3° in tabel II worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Nederlandse tekst wordt het opschrift van tabel II vervangen als volgt : « Tabel II.Bijzondere eisen »; b) de verklaring voor bijkomende eis A++ wordt vervangen als volgt : « Bodem buitenverblijf moet natuurlijke bodem zijn of bedekt zijn met droog en zuiver strooisel en dit ten minste over een oppervlakte gelijk aan de minimaal vereiste oppervlakte van het verblijf »;c) de verklaring voor bijkomende eis B wordt vervangen als volgt : « Bodem (binnen- en buitenverblijf) moet natuurlijke bodem zijn of bedekt worden met stro of zaagsel (of ligmatten voorzien) en dit over een oppervlakte die ten minste gelijk is aan de minimaal vereiste oppervlakte van het verblijf »;d) in de verklaring voor bijkomende eis B+ worden de woorden « van de minimaal vereiste oppervlakte van het verblijf » ingevoegd tussen de woorden « voor de helft » en de woorden « bestaan uit »;e) in de verklaring voor bijkomende eis D vervallen de woorden « en open »;f) in de verklaring voor bijkomende eis H vervallen de woorden « (stro of hooi) »;g) in de verklaring voor bijkomende eis I vervallen de woorden « (individuele box) »;h) de bijkomende eisen M, P, R en S en de bijhorende verklaringen worden opgeheven.

Art. 42.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 43.Onze minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

BIJLAGE - Meldingsformulier Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2005 ter waarborging van het welzijn van dieren die tot het vermaak van het publiek worden gebruikt in circussen of rondreizende tentoonstellingen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^