gepubliceerd op 26 augustus 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende een jaarlijkse premie
26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende een jaarlijkse premie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende een jaarlijkse premie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999 Jaarlijkse premie (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52862/CO/119)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen van de voedingshandel.
Art. 2.Onverminderd de bepalingen van artikel 5, zal een jaarlijkse premie worden toegekend aan alle werklieden en werksters die minstens één maand dienstprestaties leverden in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt.
Art. 3.Het bedrag van de premie wordt vastgesteld : 1° voor de werklieden en werksters die werden tewerkgesteld gedurende het ganse jaar waarin de premie betaald wordt : op 3 600 F;2° voor de andere werklieden en werksters : op een twaalfde van het voornoemd bedrag per volle maand arbeidsprestaties in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt;onder één maand wordt verstaan een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen (28/29 in februari).
Art. 4.Het bedrag van de premie vastgesteld in artikel 3 stemt overeen met een voltijdse prestatie. Voor de werklieden en de werksters die deeltijds tewerkgesteld zijn, wordt het bedrag van de premie vastgesteld naar verhouding van het aantal gepresteerde uren.
Art. 5.De premie waarvan sprake in de artikelen 2 tot 4 is niet automatisch verschuldigd in de ondernemingen waar gelijkaardige voordelen in de loop van het jaar waarin de jaarlijkse premie betaald wordt, effectief toegekend, deze bedragen reeds bereiken of overschrijden.
Art. 6.De premie vastgesteld in de artikelen 2 tot 4 wordt betaald in de tweede helft van de maand december.
Art. 7.Het bedrag van de premie vastgesteld in artikel 3 wordt verminderd in verhouding tot de afwezigheden die zich voorgedaan hebben in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt, met uitzondering van de afwezigheden die worden beschouwd als gelijkgesteld door de reglementering van het Waarborg- en Sociaal fonds voor de handel in voedingswaren.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX