gepubliceerd op 25 oktober 2022
Koninklijk besluit tot beëindiging van verschillende bepalingen uit het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie
25 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot beëindiging van verschillende bepalingen uit het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer U hierbij een ontwerp van het koninklijk besluit tot beëindiging van verschillende bepalingen van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie voor te leggen.
Inleiding 1. Er wordt aan herinnerd dat de meeste maatregelen waaraan dit ontwerpbesluit een einde maakt, gerechtvaardigd werden door een gebeurtenis tijdens de periode van de COVID-19-pandemie: het bereiken van een minimum- of maximumleeftijd die recht geeft op een verstrekking, overschrijding van de termijnen voor het verkrijgen van een toelating of een medisch voorschrift, overschrijding van de bij overeenkomst gestelde voorwaarden, ...
Sommige van deze maatregelen konden zich ook rechtvaardigen door de noodzaak om een termijn als gevolg van de COVID-19-pandemie te neutraliseren.
Om de tekst van dit ontwerpbesluit niet omslachtiger te maken, is de verwijzing "naar de periode van de COVID-19-pandemie" die in elke maatregel wordt genoemd om de toepassing ervan te rechtvaardigen, niet herhaald. Zo is niet gepreciseerd dat, voor de toepassing van een bepaalde maatregel, een minimum- of maximumleeftijd die recht geeft op een verstrekking moet zijn bereikt tijdens de periode van de COVID-19-pandemie.
Het is vanzelfsprekend dat, in het kader van en conform aan de voorziene maatregelen, er gevolg kan worden gegeven aan aanvragen tot tegemoetkoming die worden ingediend bij de verzekeringsinstellingen, ondanks het niet voldoen aan de gebruikelijke vergoedingsvoorwaarden.
Dit wordt niet elke keer gepreciseerd in het ontwerpbesluit. 2. Zoals in het opschrift is aangegeven, heeft dit ontwerpbesluit tot doel te bepalen op welke datum de verschillende maatregelen, aangenomen naar aanleiding van de COVID-19-pandemieperiode, aflopen. Dit betekent dat de datum van inwerkingtreding van dit ontwerpbesluit het einde betekent van de maatregelen bedoeld in de artikels van het koninklijk besluit nr. 21 die worden opgeheven.
Dit betekent ook dat vanaf die datum de gebruikelijke voorwaarden voor tussenkomst van de verplichte verzekering weer van toepassing zullen zijn.
Zo zal vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit in het kader van de verplichte verzekering bij voorbeeld geen enkele nieuwe toestemming van de adviserend arts meer worden aanvaard voor rechthebbenden die de in een reglementering bepaalde leeftijdsgrens overschrijden. 3. Om ervoor te zorgen dat de tijdens de periode van de COVID-19-pandemie verleende rechten worden gehandhaafd, zijn echter overgangsbepalingen opgenomen zodat, indien nodig, sommige van de vastgestelde maatregelen ook na de datum van inwerkingtreding van dit besluit van kracht kunnen blijven. Zo wordt terugbetaling van een verstrekking uitgevoerd na de datum van inwerkingtreding van dit besluit op basis van een medisch voorschrift van vóór die datum, waarvan de geldigheid is verlengd door een van de voorziene maatregelen, niet beïnvloed door de opheffing van deze maatregel. 4. Om de structuur van dit ontwerpbesluit te begrijpen, is het nuttig om eraan te herinneren dat de artikelen van het koninklijk besluit nr. 21 zelf geen beschrijving van de beoogde maatregelen bevatten, maar in de meeste gevallen verwijzen naar bijlagen waarin de preciseringen zijn vervat. Dit is te verklaren door de urgentie waarmee het koninklijk besluit nr. 21 moest worden opgesteld en aangenomen.
Teneinde de lezing van dit ontwerpbesluit te vergemakkelijken en op gevaar af van een zekere herhaling, is elk artikel van dit ontwerpbesluit, zo nodig, onderverdeeld in paragrafen, waarvan de eerste aangeeft welk artikel van het koninklijk besluit nr. 21 moet worden opgeheven.
De volgende paragrafen zijn zelf weer onderverdeeld in leden, waarvan de eerste herinnert aan wat de af te schaffen maatregel inhoudt en de tweede voorziet in de noodzakelijke overgangsmaatregel.
Eveneens is, om de lezing van dit ontwerpbesluit te vergemakkelijken, het opschrift van de afdeling waarin het opgeheven artikel van het koninklijk besluit nr. 21 zich bevindt, systematisch opgenomen. 5. Tenslotte wordt erop gewezen dat sommige artikelen van het koninklijk besluit nr.21 niet worden opgeheven en dat bovendien sommige in de bijlage vermelde maatregelen die betrekking hebben op een bepaald artikel van het koninklijk besluit nr. 21 niet worden opgeheven.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor de maatregel betreffende het houden van vergaderingen op afstand door de RIZIV-organen.
Dit is te wijten aan het feit dat het huidige ontwerpbesluit is opgesteld met het oog op de omzetting van sommige tijdelijke maatregelen in structurele maatregelen of om meer tijd te geven voor de evaluatie ervan. Er zal dus een nieuw koninklijk besluit nodig zijn om deze maatregelen te beëindigen indien deze optie wordt weerhouden.
Bijgevolg zullen de maatregelen die bij de inwerkingtreding van dit ontwerpbesluit niet worden opgeheven, lopen tot de bij koninklijk besluit nr. 21 vastgestelde uiterste datum van 31 december 2025, tenzij zij vóór die datum door de Koning worden opgeheven.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 van dit ontwerpbesluit maakt een einde aan de maatregel betreffende de verlenging met zes maanden van de maximumleeftijd, die 43 jaar bedraagt, voor de terugbetaling van specialiteiten die worden gebruikt in het kader van medisch begeleide voortplanting (MBV), zoals bepaald in bijlage 1 bij artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 21.
Artikel 1 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregel na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 2 van dit ontwerpbesluit beëindigt de maatregelen inzake erytrocytenconcentraten voorzien in artikel 5 en in bijlage 3 bij het koninklijk besluit nr. 21.
Vanaf de dag van inwerkingtreding van dit ontwerpbesluit is de interpretatieregel betreffende erytropoëtine en/of een specialiteit op basis van IV ijzer, zoals gedefinieerd in bijlage 3, niet meer van toepassing.
Artikel 3 van dit ontwerpbesluit beëindigt vanaf diens datum van inwerkingtreding de maatregel opgenomen in artikel 6 en in bijlage 3 bij het koninklijk besluit nr. 21 die voorziet dat, indien een patiënt een machtiging heeft voor de terugbetaling van een behandeling met EyleaR of LucentisR, de apotheker in de publieke officina gemachtigd is om deze specialiteit af te leveren via de derdebetalersregeling.
Artikel 4 van dit ontwerpbesluit maakt, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, een einde aan de maatregel vervat in artikel 7 en in bijlage 4 van het koninklijk besluit nr. 21 tot uitstel van de datum van het einde van de geldigheidsduur van een machtiging die door een adviserend arts van een verzekeringsinstelling aan een patiënt is verleend voor één of meer verstrekking(en), product(en) of farmaceutische specialiteit(en).
Artikel 5 van dit ontwerpbesluit maakt een einde aan de maatregelen ter waarborging van de kwaliteit en de continuïteit van de zorg door middel van de aanpassing van de voorwaarden voor de vergoeding van de prestaties van de artsen-specialisten, die zijn opgenomen in bijlage 6 als bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 21.
Artikel 5 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregelen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 6 van dit ontwerpbesluit maakt een einde aan de maatregelen inzake oncologische zorg opgenomen in bijlage 7 als bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit nr. 21, met uitzondering van de maatregelen inzake hadrontherapie die voorzien in de mogelijkheid om respectievelijk aanvraagdossiers in te dienen en beslissingen per e-mail te ontvangen, welke gehandhaafd blijven.
Artikel 6 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregelen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 7 van dit ontwerpbesluit beëindigt de maatregelen inzake medische beeldvorming voorzien in bijlage 9 als bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 21.
Artikel 7 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregelen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 8 van dit ontwerpbesluit beëindigt de maatregelen inzake revalidatiecentra en gespecialiseerde centra voorzien in bijlage 10 als bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21.
Artikel 8 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregelen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 8 houdt in zijn paragrafen 3, 4, 5, 6 en 9, die respectievelijk betrekking hebben op de maatregelen beschreven in de punten 2, 3, 4, 5 en 11 van bijlage 10 van het koninklijk besluit nr. 21, rekening met het feit dat het niet zeker is dat de verzekeringsinstellingen reeds vóór de datum van inwerkingtreding van dit ontwerpbesluit een automatische verlenging van de tenlasteneming hebben toegestaan. De tekst verwijst dus zowel naar de tenlastenemingen die reeds zijn verlengd als naar de tenlastenemingen die voor verlenging in aanmerking komen.
Artikel 9 van dit ontwerpbesluit maakt een einde aan de maatregelen betreffende de leveranciers van implantaten die zijn opgenomen in bijlage 12 als bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21, met uitzondering van de maatregel betreffende het houden van vergaderingen van de organen van het RIZIV via teleconferentie, die wordt gehandhaafd.
Artikel 9 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregelen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 10 van dit ontwerpbesluit voorziet in de beëindiging van de maatregelen inzake ergotherapieverstrekkingen als bedoeld in artikel 24 van het koninklijk besluit nr. 21.
Artikel 18 van dit ontwerpbesluit preciseert ook de gevolgen van de beëindiging van deze maatregelen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
De artikelen 11, 12 en 13 van dit ontwerpbesluit voorzien respectievelijk in de opheffing van de artikelen 27, 28 en 29 van het koninklijk besluit nr. 21.
Deze maatregelen worden opgeheven omdat zij sinds 30 april 2020 geen effect meer hebben.
Artikel 14 van dit ontwerpbesluit bepaalt dat de desbetreffende artikelen van het koninklijk besluit nr. 21 worden opgeheven op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Met het voorzien van een dergelijke inwerkingtredingstermijn van minstens drie volledige maanden na publicatie wordt aan de betrokken actoren de kans gegeven zich op de hoogte te stellen en zich voor te bereiden op het einde van de maatregelen ingesteld bij koninklijk besluit nr. 21.
Deze termijn geeft de patiënten dus ruimschoots de gelegenheid om regelingen te treffen.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE
25 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot beëindiging van verschillende bepalingen uit het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19- pandemie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2020 pub. 15/01/2021 numac 2021200012 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) sluiten tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), artikel 17, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie, artikel 31, bekrachtigd en gewijzigd bij de wet van 24 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2020 pub. 15/01/2021 numac 2021200012 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) sluiten tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II);
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 30 mei 2022 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19- pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 8 juni 2022 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 juni 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 11 juli 2022;
Gelet op het advies nr. 72.098/2 van de Raad van State, gegeven op 14 september 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie, worden artikel 2 en de bijlage 1 waarnaar het verwijst, opgeheven. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 1 bij het artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximumleeftijd van 43 jaar, voor de vergoeding van specialiteiten gebruikt in het kader van medisch begeleide voortplanting.
De verstrekkingen waarvoor de machtigingen van de adviserend arts verleend zijn voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 2 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art. 2.In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van hetzelfde besluit, worden artikel 5 en de bijlage 3 waarnaar het verwijst, opgeheven.
Art. 3.In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van hetzelfde besluit, worden artikel 6 en de bijlage 3 waarnaar het verwijst, opgeheven.
Art. 4.In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van hetzelfde besluit, worden artikel 7 en de bijlage 4 waarnaar het verwijst, opgeheven.
Art. 5.§ 1. In afdeling 3. - Artsen - van hetzelfde besluit, worden artikel 9 en de bijlage 6 waarnaar het verwijst, opgeheven. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 6 bij het artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden of een jaar van de maximumleeftijd vermeld in de vergoedingsvoorwaarden van de verstrekkingen uitgevoerd door artsen-specialisten.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de maximumleeftijd is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 9 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, worden voor wat betreft de verstrekkingen en de corresponderende toepassingsregels, de maatregelen beëindigd zoals beschreven in bijlage 6 bij het artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximale uitvoeringstermijn van die verstrekkingen en betreffende de opschorting en de verlenging van de maximale opvolgingstermijn van die verstrekkingen.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de uitvoeringstermijn of de opvolgingstermijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 9 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art. 6.§ 1. In afdeling 4. - Oncologische zorg - van hetzelfde besluit, worden artikel 10 en de bijlage 7 waarnaar het verwijst, opgeheven, met uitzondering van de maatregel in die bijlage betreffende de mogelijkheid tot het op elektronische wijze indienen van de behandelingsaanvraag voor hadrontherapie en het communiceren van de beslissing, in plaats van via aangetekende zending. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 7 bij het artikel 10 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de leeftijdsvoorwaarde zoals gedefinieerd bij oncofreezing.
De afnames waarvoor de maatregel van verlenging van de leeftijdsvoorwaarde is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 7 bij het artikel 10 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging van de reglementaire voorziene termijn voor een borstreconstructie.
De borstreconstructies waarvoor de maatregel van verlenging van de reglementaire termijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art. 7.§ 1. In afdeling 6. - Medische beeldvorming - van hetzelfde besluit, worden artikel 12 en de bijlage 9 waarnaar het verwijst, opgeheven. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 9 bij het artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende het tijdelijk gebruik van een hybride toestel met CT voor het uitvoeren van CT-onderzoeken buiten het kader van een onderzoek nucleaire geneeskunde.
De onderzoeken medische beeldvorming die zijn uitgevoerd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art. 8.§ 1. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 10 opgeheven, met uitzondering van het deel in bijlage 10 dat betrekking heeft op de mogelijkheid om kinesitherapieverstrekkingen te realiseren via telefonische of video-communicatie in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 12 van deze bijlage. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in punt 1 van bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende het aanvaarden van het niet respecteren van de termijn van dertig dagen bij alle individuele aanvragen tot tenlasteneming ingediend bij de adviserend arts in het kader van een programma functionele revalidatie of een programma multidisciplinaire zorg, en dit voor zowel aanvragen voor nieuwe patiënten als voor verlengingsaanvragen van de eerder toegestane periode. § 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in punt 2 van bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging van de door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming van het rolstoelvervoer in het kader van de revalidatie.
De verplaatsingen waarvan de voortzetting van de tenlasteneming, met toepassing van deze maatregel, werd toegestaan of had moeten worden toegestaan voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21, zelfs in de gevallen waar deze toestemmingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden. § 4. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging met zes maanden van de door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 3 van bijlage 10.
De tenlastenemingen in het kader van deze overeenkomsten die, met toepassing van deze maatregel, zijn verlengd of hadden moeten worden verlengd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden. De rechthebbenden van overeenkomst 7.83.6 inzake de ernstige prematuren, die reeds de minimumleeftijd voor een bilan bereikt hebben op de datum bedoeld in het eerste lid worden voor dat bilan niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 5. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximale revalidatieperiode in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 4 van bijlage 10.
De patiënten die voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid in aanmerking kwamen, met toepassing van deze maatregel, voor een verlenging van de maximale revalidatieperiode en die nog niet genoten hebben van deze verlenging, worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en komen nog in aanmerking voor deze verlenging na de datum bedoeld in het eerste lid. § 6. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging met een jaar van de periode van tenlasteneming in het kader van de overeenkomsten die werken met jaarforfaits zoals bedoeld in punt 5 van bijlage 10.
De tenlastenemingen in het kader van deze overeenkomsten die, met toepassing van deze maatregel, zijn verlengd of hadden moeten worden verlengd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden. § 7. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de mogelijkheid om het jaarforfait aan te rekenen, onder aangepaste voorwaarden, in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 6 van bijlage 10.
De jaarforfaits die betrekking hebben op een jaar waarvan de begindatum zich bevindt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en kunnen nog worden aangerekend overeenkomstig de door deze maatregel aangepaste voorwaarden na de datum bedoeld in het eerste lid. § 8. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de mogelijkheid om de trimesterforfaits aan te rekenen, onder aangepaste voorwaarden, in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 10 van bijlage 10.
De trimesterforfaits die betrekking hebben op een periode van twee opeenvolgende trimesters zoals bedoeld door deze maatregel, waarvan de begindatum van het eerste trimester zich bevindt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid, worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en kunnen nog worden aangerekend overeenkomstig de door de maatregel bedoeld in punt 10 aangepaste voorwaarden na de datum bedoeld in het eerste lid. § 9. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging met zes maanden van de periode van tenlasteneming van de aanvragen voor nieuwe patiënten in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 11 van bijlage 10.
De tenlastenemingen in het kader van deze overeenkomsten die, met toepassing van deze maatregel, zijn verlengd of hadden moeten worden verlengd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden en in de gevallen waar de adviserend artsen van de verzekeringsinstellingen de aanvragen na die datum ontvangen.
Voor de rechthebbenden van de overeenkomst 7.83.6 inzake de ernstige prematuren die de minimumleeftijd voor een bilan nog niet bereikt hebben op de datum bedoeld in het eerste lid, wordt de maatregel zoals beschreven in punt 11 van bijlage 10 niet meer toegepast voor de bilans waarvoor zij de minimuleeftijd nog niet bereikt hebben op de datum bedoeld in het eerste lid. In het geval een bilan D voor een rechthebbende wordt uitgevoerd, moet dit bilan D ten laatste worden afgesloten op de dag voorafgaand aan de dag waarop de rechthebbende de leeftijd van vijf jaar en zes maanden bereikt, zelfs in het geval wanneer, met toepassing van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21, voor die rechthebbende een akkoord tot tenlasteneming werd gegeven tot de leeftijd van vijf jaar en tien maanden. § 10. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in punt 14 van bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de mogelijkheid om in bepaalde gevallen ademhalingsondersteuning thuis op te starten zonder dat de patiënten de vereiste onderzoeken hebben ondergaan.
De tenlastenemingen van ademhalingsondersteuning thuis die zijn toegestaan via deze maatregel voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid, en de aanvragen tot tenlasteneming ingediend bij de adviserend artsen na deze datum maar waarvoor de datum van het begin van de gevraagde tenlasteneming zich bevindt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid, worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden.
Art. 9.§ 1. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 12 opgeheven, met uitzondering van het deel in die bijlage dat betrekking heeft op het houden van vergaderingen op afstand door organen van het RIZIV. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximumleeftijd vermeld in de vergoedingsvoorwaarden van een verstrekking.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de maximumleeftijd is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de termijn voor het indienen van elektronische registers die nodig zijn voor het ontvangen van een terugbetaling.
De verstrekkingen waarvoor de terugbetaling ondergeschikt is aan een registratie van gegevens en waarbij de maatregel van verlenging van de termijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 4. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de opvolgingstermijn van de behandeling na implantatie.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de opvolgingstermijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 5. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met drie maanden van de aanvraagtermijn voor een volgnummer.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de aanvraagtermijn voor een volgnummer is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 6. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de indieningstermijn voor verslagen zoals vermeld in de vergoedingsvoorwaarden.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de indieningstermijn voor verslagen is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 7. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de geldigheidstermijn van voorschriften voor ambulante invasieve medische hulpmiddelen, die gedefinieerd is als de periode tussen de datum van het opmaken van het medisch voorschrift door de arts en de ontvangstdatum van het medisch voorschrift door de verstrekker van implantaten.
De geldigheidstermijn van medische voorschriften die zijn opgemaakt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid wordt niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 8. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de geldigheidstermijn van akkoorden van het College van artsen-directeurs en van de adviserend arts die nodig zijn voor bepaalde verstrekkingen.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de geldigheidstermijn van akkoorden is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21. § 9. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de registratietermijn voor gegevens betreffende implanteerbare hartdefibrillatoren en de verlenging met zes maanden van de maximale termijn tussen de implantatie van een resynchronisatie-elektrode en de implantatie van de defibrillator.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art. 10.§ 1. In afdeling 18 - Verstrekkingen voorzien in het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen - Ergotherapieverstrekkingen - van hetzelfde besluit, wordt artikel 24 opgeheven. § 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt voor de verstrekkingen en de corresponderende toepassingsregels de maatregel beëindigd zoals beschreven in het artikel 24 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de periode gedurende waarin de verstrekkingen mogen worden uitgevoerd voor een rechthebbende die een volledig programma heeft gevolgd in een revalidatiecentrum dat met het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 24 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art. 11.In afdeling 20. - Verlenging aanvraagtermijn van bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners - van hetzelfde besluit, wordt artikel 27 opgeheven.
Art. 12.In afdeling 20. - Verlenging aanvraagtermijn van bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners - van hetzelfde besluit, wordt artikel 28 opgeheven.
Art. 13.In afdeling 20. - Verlenging aanvraagtermijn van bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners - van hetzelfde besluit, wordt artikel 29 opgeheven.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 september 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE