Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 september 2002
gepubliceerd op 20 november 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de erkenning van de representatieve functie, in uitvoering van artikel 23 van het nationaal akkoord 2000-2001 van 7 mei 2001

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013132
pub.
20/11/2002
prom.
25/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/25/2002013132/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de erkenning van de representatieve functie, in uitvoering van artikel 23 van het nationaal akkoord 2000-2001 van 7 mei 2001 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de erkenning van de representatieve functie, in uitvoering van artikel 23 van het nationaal akkoord 2000-2001 van 7 mei 2001.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 Erkenning van de representatieve functie in uitvoering van artikel 23 van het nationaal akkoord 2000-2001 van 7 mei 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder het nummer 60376/CO/149.02) Toepassingsgebied

Art. 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters.

Voorwerp

Art. 2.Werkgevers met minder dat 15 werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, erkennen de representatieve functie van de werknemersorganisaties die deel uitmaken van het paritair subcomité.

De telling van het aantal werknemers gebeurt op basis van de RSZ-aangifte op 30 juni van het voorgaande kalenderjaar.

Modaliteiten

Art. 3.§ 1. De officiële zakagenda's van de representatieve vakorganisaties worden jaarlijks officieel overhandigd op het paritair subcomité en ter beschikking gesteld van de werkgeversorganisatie.

Enkel de regionale verantwoordelijken in deze agenda hebben een representatieve functie in de bedrijven onder het toepassingsgebied. § 2. Een regionaal verantwoordelijke kan contact opnemen met de werkgevers van bedrijven uit het toepassingsgebied.

Binnen de 10 dagen na de eerste contactname wordt dit contact schriftelijk aangekondigd bij de werkgeversorganisatie met vermelding van de identificatie van het bedrijf, de plaats, datum en agenda van het contact.

De betrokken werkgever kan zich bij het contact laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie. § 3. Het contact van de regionaal verantwoordelijke kan betrekking hebben op : - de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden; - de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, de collectieve en individuele arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement; - informatieverstrekking aan de werknemers; - het opstellen van bedrijfsopleidingsplannen in het raam van vorming en opleiding.

De aard van de contacten is in de eerste plaats preventief in functie van het voorkomen van conflicten. § 4. In geval van betwisting kan op vraag van de meeste gerede partij beroep gedaan worden op het verzoeningsbureau.

Bijkomende bepalingen

Art. 4.Deze procedure kan niet in plaats treden van de aanduiding en de bevoegdheden van de vakbondsafvaardigingen zoals vastgelegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging van 4 juli 2001.

Geldigheid

Art. 5.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden met een opzeg van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 september 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^