gepubliceerd op 16 november 2018
Koninklijk besluit ter wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 2017 ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole
25 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit ter wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/08/2017 pub. 30/08/2017 numac 2017031052 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole sluiten ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, de artikelen 4, 1°, j) en 32;
Gelet op de wet van 6 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/1995 pub. 29/05/2012 numac 2012000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen, artikel 6, gewijzigd bij de wet van 19 december 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/08/2017 pub. 30/08/2017 numac 2017031052 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole sluiten ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2018;
Gelet op het advies 63.996/2/V van de Raad van State gegeven op 5 september 2018 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Staatssecretaris van Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2, § 2, 3° van het koninklijk besluit van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/08/2017 pub. 30/08/2017 numac 2017031052 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole sluiten ter uitvoering van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, gedaan te Londen op 13 februari 2004 en ter wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "en ten behoeve waarvan" worden vervangen door de woorden ", op voorwaarde dat";2° het woord "vrijstelling" wordt vervangen door het woord "uitsluiting".
Art. 2.Voorschrift A-1 van de bijlage van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een lid, luidende: "8. "BWMS Code": de Code voor de goedkeuring van ballastwaterbeheersystemen, aangenomen met resolutie MEPC.300(72), zoals deze gewijzigd kan worden door de Organisatie, onder voorbehoud dat zulke amendementen worden aangenomen en in werking treden overeenkomstig artikel 19 van het Verdrag betreffende de amenderingsprocedures van toepassing op de Bijlage.".
Art. 3.In afdeling B van de bijlage van hetzelfde besluit, wordt Voorschrift B-3 vervangen als volgt: "1. Een schip gebouwd voor 2009: a) met een ballastwatercapaciteit van 1500 tot en met 5000 kubieke meter, dient het ballastwater tot de herschouwing zoals beschreven in lid 10, te beheren op een wijze die tenminste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-1 of in voorschrift D-2, en nadien dient het tenminste te voldoen aan de normen beschreven in voorschrift D-2;b) met een ballastwatercapaciteit van minder dan 1500 of meer dan 5000 kubieke meter, dient het ballastwater tot de herschouwing zoals beschreven in lid 10, te beheren op een wijze die tenminste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-1 of in voorschrift D-2 en nadien dient het tenminste te voldoen aan de normen beschreven in voorschrift D-2.2. Een schip gebouwd in of na 2009 en vóór 8 september 2017 met een ballastwatercapaciteit van minder dan 5000 kubieke meter dient het ballastwater te beheren op een wijze die tenminste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2 vanaf de datum van de herschouwing zoals beschreven in lid 10.3. Een schip gebouwd in of na 2009, maar vóór 2012, met een ballastwatercapaciteit van 5000 kubieke meter of meer dient het ballastwater te beheren in overeenstemming met het eerste lid, b).4. Een schip gebouwd in of na 2012 en vóór 8 september 2017 met een ballastwatercapaciteit van 5000 kubieke meter of meer dient het ballastwater te beheren op een wijze die tenminste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2 vanaf de datum van de herschouwing zoals beschreven in lid 10.5. Een schip gebouwd op of na 8 september 2017, dient het ballastwater te beheren op een wijze die tenminste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2.6. De vereisten van dit voorschrift zijn niet van toepassing op schepen die ballastwater lozen bij een ontvangstinrichting ontworpen op basis van de toepasselijke richtsnoeren die door de Organisatie voor dergelijke inrichtingen zijn opgesteld.7. Andere methoden voor ballastwaterbeheer kunnen worden aanvaard als alternatief voor de vereisten beschreven in het eerste tot en met het vijfde lid en in lid 8, mits deze methoden tenminste dezelfde mate van bescherming van het milieu, de gezondheid van de mens, van goederen of hulpbronnen waarborgen, en deze in beginsel zijn goedgekeurd door het Comité.8. Een schip gebouwd vóór 8 september 2017 waarop de herschouwing zoals beschreven in lid 10 niet van toepassing is, dient het ballastwater te beheren op een wijze die tenminste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2 vanaf de datum zoals beslist door de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar, maar niet later dan 8 september 2024.9. Een schip zoals bedoeld in lid 2, 4 of 8 dient te voldoen aan ofwel voorschrift D-1 ofwel voorschrift D-2 totdat het dient te voldoen aan voorschrift D-2. 10. Niettegenstaande voorschrift E-1.1.b) is de herschouwing vermeld in de leden 1, a), 1, b), 2 en 4: a) de eerste herschouwing, zoals bepaald door het Comité, op of na 8 september 2017 als: i.deze schouwing voltooid is op of na 8 september 2019; of ii. een herschouwing voltooid is op of na 8 september 2014, maar vóór 8 september 2017; en b) de tweede herschouwing, zoals bepaald door het Comité, op of na 8 september 2017 als de eerste herschouwing op of na 8 september 2017 is voltooid vóór 8 september 2019, mits de voorwaarden van lid 10, a), i. niet zijn vervuld.
Art. 4.In Voorschrift D-3 van de bijlage van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° lid 1 wordt vervangen als volgt: "1.Behoudens het bepaalde in lid 2 dienen ballastwaterbeheersystemen die worden gebruikt om aan dit besluit te voldoen, door de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar als volgt te worden goedgekeurd: a) de ballastwaterbeheersystemen geïnstalleerd op of na 28 oktober 2020 dienen te worden goedgekeurd in overeenstemming met de BWMS Code, zoals eventueel later gewijzigd;en b) de ballastwaterbeheersystemen geïnstalleerd vóór 28 oktober 2020 dienen te worden goedgekeurd rekening houdend met de richtsnoeren ontwikkeld door de Organisatie of de BWMS Code, zoals eventueel later gewijzigd.
Art. 5.In Voorschrift E-1.1.e) van de bijlage van hetzelfde besluit, wordt de laatste zin "Deze schouwingen worden aangetekend op het certificaat, afgegeven krachtens voorschrift E-2 of E-3." opgeheven.
Art. 6.In Voorschrift E-5 van de bijlage van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 8 wordt het woord "jaarlijkse" vervangen door de woorden "jaarlijkse of tussentijdse";2° in lid 8, c) wordt het woord "jaarlijkse" vervangen door de woorden "jaarlijkse of tussentijdse";3° lid 9, a) wordt opgeheven;
Art. 7.De minister bevoegd voor Maritieme Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 oktober 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Staatssecretaris voor de Noordzee, Ph. DE BACKER