gepubliceerd op 14 december 2004
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 39bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
25 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 39bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 39bis, ingevoegd bij de wet van 9 juli 2004;
Gelet op het advies van het beheerscomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen gegeven op 14 juli 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juli 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 november 2004;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de wijziging van artikel 39 en het nieuwe artikel 39bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingevolge de programmawet van 9 juli 2004 in werking is getreden op 1 september 2004 voor de ongevallen overkomen vanaf deze datum;
Overwegende dat er dringend uitvoeringsmaatregelen moeten vastgesteld worden teneinde de uitbetaling van de vergoedingen op grond van het nieuwe basisloonplafond aan de getroffenen, voor de ongevallen overkomen tussen 1 september 2004 en 31 december 2004, mogelijk te maken, wat impliceert dat ook de regels voor financiële afrekening tussen de verzekeringsondernemingen en het Fonds voor Arbeidsongevallen worden vastgesteld.
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;2° het Fonds : het Fonds voor Arbeidsongevallen;3° de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49 van de wet en het Fonds wanneer het de taken voorzien in artikel 58, § 1, 1° en 3° uitvoert.
Art. 2.Voor de ongevallen overkomen vanaf 1 september 2004 en vóór 1 januari 2005 waarvoor het basisloon het bedrag van 26.410 euro overschrijdt, wordt het overeenstemmend aandeel van de vergoedingen tot beloop van het plafondloon van 31.578 euro door de verzekeringsonderneming voor rekening van het Fonds uitbetaald uiterlijk in de loop van het eerste trimester 2005.
Art. 3.Voor de ongevallen bedoeld in artikel 2 wordt het kapitaal bedoeld in de artikelen 45quater en 59quinquies, eerste lid, van de wet en in artikel 4, vierde lid, van het koninklijk besluit van 13 januari 1983 tot uitvoering van artikel 42bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 gestort bij het Fonds, berekend op grond van een jaarlijkse vergoeding of rente vastgesteld op basis van 26 410 euro.
Voor de ongevallen bedoeld in artikel 2 wordt het kapitaal dat overeenkomstig artikel 60 van de wet verhaald wordt op de in gebreke zijnde werkgever of verzekeringsonderneming, berekend op grond van een jaarlijkse vergoeding of rente vastgesteld op basis van 26 410 euro.
Art. 4.De overeenkomst bedoeld in artikel 65 van de wet vermeldt als basisloon het loon vastgesteld rekening houdend met artikel 39, eerste lid, van de wet.
Art. 5.De verzekeringsondernemingen beschikken ten laste van het Fonds over een schuldvordering voor de op grond van artikel 2 voor rekening van deze instelling uitbetaalde vergoedingen die berekend worden op grond van het basisloon bedoeld in afdeling 4 van hoofdstuk II van de wet.
Ingeval de verzekeringsonderneming overeenkomstig artikel 47 van de wet krachtens het gemene recht haar uitgaven terugvordert van de persoon die voor het arbeidsongeval aansprakelijk is, treedt zij op voor rekening van het Fonds voor de recuperatie van het overeenstemmend gedeelte van de vergoeding. De schuldvordering bedoeld in het eerste lid wordt verminderd met het overeenstemmend gedeelte van de vergoedingen dat de verzekeringsonderneming heeft gerecupereerd.
De verzekeringsondernemingen dienen binnen de maand na het verstrijken van ieder dienstjaar op de wijze en onder de vorm bepaald door het beheerscomité van het Fonds een gedetailleerde afrekening van de schuldvordering in bij het Fonds. De afrekening met betrekking tot de periode van 1 september tot en met 31 december 2004 wordt gevoegd bij deze met betrekking tot het dienstjaar 2005.
De afrekening vermeldt per dossier minstens de volgende elementen : de vergoede periode, de uitbetaalde vergoedingen en het gerecupereerd bedrag telkens met een onderscheid tussen dagelijkse of jaarlijkse vergoedingen, renten en de tegenwaarde van de aan te leggen provisies voor de betaling van de vergoedingen en renten en het in aanmerking genomen basisloon. De tegenwaarde van de aan te leggen provisies kan teruggevorderd worden nadat het ongeval geregeld werd in een bekrachtigde overeenkomst of een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing en wordt berekend op grond van de regels voorzien in de bijlage VI van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en rekening houdend met een beheerslast van 3,5 pct.
Art. 6.Het Fonds lost de in artikel 5 bedoelde schuldvorderingen in aan de hand van een in de begroting van het Fonds voorzien jaarlijks bedrag van maximaal 8.900.000 euro. Voor het jaar 2004 is het bedrag vastgesteld op 8.400.000 euro. Deze bedragen worden afgenomen van de jaarlijkse opbrengst van de bijdrage bedoeld in artikel 59, 7°, van de wet.
Deze bedragen worden jaarlijks onder de verzekeringsondernemingen verdeeld bij wijze van voorschot. Uitgaande van de uitgaven van het voorgaande jaar en van de vooruitzichten voor het lopend jaar, stelt het beheerscomité van het Fonds voor 31 maart de hoogte vast van het voorschot dat jaarlijks in de loop van de maand april aan elke verzekeringsonderneming wordt gestort. Indien het beheerscomité voor deze datum geen beslissing heeft genomen, wordt het voorschot vastgesteld in functie van het premie-incasso. Voor het jaar 2004 wordt het bedrag van 8.400.000 euro als voorschot onder de verzekeringsondernemingen verdeeld op basis van het premie-incasso voor de tak arbeidsongevallen van elke verzekeringsonderneming met betrekking tot het dienstjaar 2003 en gestort vóór 15 december 2004.
Het Fonds houdt per verzekeringsonderneming een lopende rekening bij.
Zo voor het betrokken jaar de volledige schuld niet kan ingelost worden, gebeurt de terugbetaling pondspondsgewijs over de verschillende verzekeringsondernemingen in verhouding tot ieders totale schuldvordering. In geval van een positief saldo beschikt het Fonds ten laste van elke verzekeringsonderneming over een schuldvordering tot het verschuldigde beloop.
Het beheerscomité van het Fonds beslist, wanneer en voor zover het krediet het toelaat, overeenkomstig artikel 60ter van de wet de tegenwaarde van de aan te leggen provisies voor de betaling van de vergoedingen en renten van de ongevallen die nog niet geregeld werden, terug te betalen.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2004.
Art. 8.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 november 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE