25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 156, derde lid, van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, met betrekking tot de termijn waarbinnen en wijze waarop het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu de minimale klinische gegevens vanaf het registratiejaar 1998 aan de technische cel meedeelt

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, gewijzigd door de wet van 22 februari 1998, inzonderheid op artikel 156, eerste tot derde lid;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 mei 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « het Ministerie » : het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;2° « de technische cel » : de technische cel voor de verwerking van gegevens met betrekking tot de ziekenhuizen opgericht bij het Ministerie en bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, bedoeld in artikel 155 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen;3° « het besluit van 6 december 1994 » : het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden meegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;4° « minimale klinische gegevens » : de gegevens bedoeld in artikel 5, § 1, van het besluit van 6 december 1994.

Art. 2.Het Ministerie stelt jaarlijks aan de technische cel de op globaal ziekenhuisverblijfsniveau verwerkte minimale klinische gegevens ter beschikking binnen de achttien maanden na afloop van het jaar van registratie, te beginnen vanaf registratiejaar 1998.

Art. 3.§ 1. De gevalideerde gegevens die aan de technische cel overgedragen worden, dienen toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn ten aanzien van de doeleinden vastgesteld in het raam van de opdracht van de technische cel krachtens de artikelen 156 en 157 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen. § 2. De aan de technische cel overgedragen gevalideerde gegevens mogen alleen verwerkt worden voor de doeleinden die vastgesteld zijn in het raam van deze opdracht.

Art. 4.De technische cel kan bijkomende gegevens opvragen.

Behoudens dringende gevallen, die in de aanvraag uitdrukkelijk gemotiveerd moeten worden, worden de gevraagde gegevens binnen een termijn van één maand medegedeeld.

Art. 5.De gegevens worden door het Ministerie aan de technische cel medegedeeld door bemiddeling van de geneesheer, behorend tot het personeel van het Ministerie, die overeenkomstig artikel 155 van de voornoemde wet van 29 april 1996 met de leiding van de technische cel is belast.

Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE