Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 1999
gepubliceerd op 28 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de betaling van het begin van een dertiende maand in 1998 aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ver-huisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012850
pub.
28/12/1999
prom.
25/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/25/1999012850/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de betaling van het begin van een dertiende maand in 1998 aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ver-huisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de betaling van het begin van een dertiende maand in 1998 aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997 Betaling van het begin van een dertiende maand in 1998 aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 46023/CO/140.05)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1° de werklieden en werksters die recht hebben op de kaart P, die zijn tewerkgesteld in de ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, welke onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren 2° de werkgevers die de onder 1° bedoelde werklieden en werksters tewerkstellen.

Art. 2.De betaling van het begin van een dertiende maand wordt toegekend aan de werklieden en werksters bedoeld in artikel 1, 1°.

Voor 1998 wordt het bedrag van deze betaling vastgesteld op 145 maal het werkelijk betaald uurloon van de maand december 1998, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden arbeidsprestatie tijdens het jaar 1998.

Dit werkelijk betaald uurloon moet ten minste gelijk zijn aan het conventioneel basisuurloon.

Elke maand in de loop waarvan 14 kalenderdagen arbeidsprestatie worden geleverd, wordt als een volledige maand beschouwd.

Het totaal bedrag kan met 50 F worden verminderd per dag ongerechtvaardigde afwezigheid.

De dagen verlof, de dagen gedeeltelijke werkloosheid en de dagen afwezigheid wegens een arbeidsongeval worden met dagen arbeidsprestaties gelijkgesteld.

De betaling wordt uiterlijk verricht op de laatste werkdag van de maand december 1998.

Art. 3.De werkgever is deze betaling van het begin van een dertiende maand verschuldigd aan de werklieden en werksters, die aan volgende voorwaarden voldoen : 1° op de datum van de betaling, minstens zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming.2° op het ogenblik van de betaling, minstens zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming.

Art. 4.Hebben eveneens recht op dit voordeel ten laste van de werkgever en binnen de perken vastgesteld in de artikelen 2 en 3 : 1) de werklieden en werksters die tijdens het jaar 1998 het brugpensioen hebben bekomen of werden gepensioneerd;2) de rechthebbenden van de werklieden en werksters overleden in het jaar 1998;3) de werklieden en werksters die werden ontslagen om elke andere reden dan deze vermeld in 2) van artikel 5.

Art. 5.Hebben geen recht op dit voordeel, de werklieden en werksters : 1) die vrijwillig de onderneming hebben verlaten;2) die in 1998 werden ontslagen zonder opzegging en dit om dringende reden;3) die, ziek zijnde gedurende meer dan zes maanden, de totaliteit hebben genoten van de vergoedingen welke het "Sociaal Fonds voor onderneming van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten" voor eenzelfde ziekte heeft voorzien.

Art. 6.De toekenning van een dertiende maand of begin van een dertiende maand, voordeliger dan deze vastgesteld door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijft behouden, maar kan niet samen met de verschuldigde bedragen in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden genoten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst betreft uitsluitend het jaar 1998 en de betaling van het begin van een dertiende maand welke hierop betrekking heeft.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1998 en eindigt op 31 december 1998.

Ze is van toepassing op de betaling van het begin van een dertiende maand 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^