Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 1998
gepubliceerd op 23 december 1998

Koninklijk besluit betreffende het recht op deeltijdse arbeid nadat een einde is gekomen aan de vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van de wetgeving op de loopbaanonderbreking

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012187
pub.
23/12/1998
prom.
25/11/1998
ELI
eli/besluit/1998/11/25/1998012187/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende het recht op deeltijdse arbeid nadat een einde is gekomen aan de vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van de wetgeving op de loopbaanonderbreking (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 107bis, § 1, ingevoegd door de wet van 22 december 1995;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 23 september 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werknemers met een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en op hun werkgever.

Art. 2.De werknemers die, aansluitend op de periode van vermindering van arbeidsprestaties met toepassing van artikel 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 houden sociale bepalingen, gebruik willen maken van hun recht om over te gaan naar een deeltijdse arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 107bis van dezelfde wet, brengen dit ten minste twee maanden vóór de uitputting van de mogelijkheid van de bij artikel 102 van dezelfde wet bedoelde vermindering van de arbeidsprestaties ter kennis van hun werkgever bij een ter post aangetekende brief.

De in het eerste lid bedoelde termijn van twee maanden kan in gemeen overleg tussen de werkgever en de werknemer worden verminderd.

Art. 3.§ 1. De werknemer die gebruik maakt van het recht op deeltijdse arbeid, bedoeld in artikel 107bis van de voornoemde herstelwet, heeft het recht om zijn lopend arbeidsregime verder te zetten. Behoudens andersluidende overeenkomst wordt de arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid, bedoeld in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, voor onbepaalde tijd verdergezet. § 2. De werknemer met een variabel werkrooster zoals bedoeld bij artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten heeft het recht een vast deeltijds werkrooster te kiezen dat het best aansluit bij zijn lopend arbeidsregime, indien zijn werkgever niet voldoet aan de verplichting tot openbaarbaarmaking van zijn deeltijds werkrooster. De werknemer maakt zijn keuze uit de deeltijdse werkroosters die voorkomen in het arbeidsreglement of, bij onstentenis ervan, in enig ander document dat hiertoe dienst doet. Bij ontstentenis van een gepast deeltijds werkrooster, kiest hijzelf het deeltijds werkrooster dat het best aansluit bij zijn lopend arbeidsregime.

De werknemer deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de werkgever bij een ter post aangetekende brief.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. Wet van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 30 december 1995.

^