Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 mei 1999
gepubliceerd op 03 juli 1999

Koninklijk besluit tot oprichting van een directieraad bij de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1999015143
pub.
03/07/1999
prom.
25/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/25/1999015143/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot oprichting van een directieraad bij de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 8 oktober 1997;

Gelet op het protocol nr. 76/1 van 25 november 1997 van het SectorcomitéI, Algemeen Bestuur;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister, belast met Buitenlandse Handel, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel wordt een directieraad opgericht.

Art. 2.De directieraad is samengesteld uit de personeelsleden titularis van een graad van de rangen 16, 15 en 13.

Hij wordt voorgezeten door de directeur-generaal. De voorzitter wijst het lid van de raad aan dat hem in geval van afwezigheid of van verhindering vervangt.

De leden van de directieraad kunnen geen zitting hebben als de raad aangelegenheden moet behandelen over personeelsleden die eenzelfde of hogere graad bekleden.

Art. 3.De directieraad stelt zijn huishoudelijk reglement op. Dit bepaalt ten minste de frequentie van de vergaderingen, het vereiste quorum en de meerderheid die vereist is om te beslissen. Dit reglement wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Het wordt bovendien per dienstorder aan alle personeelsleden medegedeeld.

Elke individuele beslissing door de directieraad genomen ten opzichte van een personeelslid, gechiedt bij geheime stemming.

Art. 4.De directieraad heeft het hoge toezicht over de afwikkeling van de loopbaan van de personeesleden.

Hij doet de definitieve voorstellen inzake tuchtstraffen uit te spreken door de raad van bestuur, draagt personeelsleden ter bevordering voor aan de raad van bestuur na onderzoek van de sollicitaties en verdiensten, oordeelt over de bezwaarschriften tegen voorstellen van evaluatie en behandelt de beroepen tegen te toekenning van de veranderlijke vergoeding of premie voorzien in artikel 15 van de bijlage III en in de bijlage II bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949.

Art. 5.In het artikel 15 van de bijlage III bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 december 1961, 28 januari 1964, 20 januari 1965, 1 april 1965, 16 januari 1966, 13 juni 1966 en 16 januari 1968 wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « Tegen de toegekende premie of veranderlijke vergoeding kan, binnen de tien dagen na kennisname, beroep worden ingediend bij de directieraad, die binnen de dertig dagen over het beroep beslist.

Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. » In dezelfde bijlage wordt artikel 27, vijfde lid, vervangen door de volgende bepaling : « De schorsing zonder wedde en de afzetting worden uitgesproken door de raad van bestuur op voorstel van de directieraad. » In artikel 59, § 1, van dezelfde bijlage worden de woorden « directeur-generaal » vervangen door « directieraad ».

Art. 6.Onze Vice-Eerste Minister, belast met Buitenlandse Handel, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister, Minister van Economie en Telecommunicatie, belast met Buitenlandse Handel, E. DI RUPO

^