gepubliceerd op 17 december 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel
25 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 Toekenning van een sociaal voordeel (Overeenkomst geregistreerd op 9 maart 1998 onder het nummer 47314/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Onder "werknemers" verstaat men het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.
Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde werknemers wordt, ten laste van de werkgevers een sociaal voordeel toegekend. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten en bedrag
Art. 3.Het bedrag van het sociaal voordeel toegekend aan de rechthebbende, is vastgesteld op 75 F per begonnen maand gedurende dewelke de rechthebbende krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden is geweest bij een in artikel 1 bedoelde onderneming, in de loop van het sociaal dienstjaar dat loopt van 1 oktober tot 30 september.
Het maximum bedrag van het sociaal voordeel per rechthebbende is bijgevolg vastgesteld op 900 F per jaar.
Dit sociaal voordeel geldt zowel voor voltijds als voor deeltijds tewerkgesteld personeel, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst (voor een bepaalde of een onbepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk).
Het recht op dit sociaal voordeel beperkt zich tot de werknemers die lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Art. 4.Elk jaar, uiterlijk op 15 december, worden de werkgevers, bedoeld in artikel 1, door toedoen van de patronale organisatie in het bezit gesteld van de nodige attesten van tewerkstelling (attest van sociaal voordeel).
Dit attest, het aantal begonnen maanden tewerkstelling in het sociaal dienstjaar aanduidend, wordt door de werkgevers in drievoud opgesteld op naam van elk lid van het personeel, dat tijdens het sociaal dienstjaar in het personeelsregister was ingeschreven.
Eén exemplaar wordt, na degelijke invulling door de werkgever, dadelijk doorgezonden aan de organisatie aangeduid in artikel 5.
Uiterlijk op 15 januari volgend op het sociaal dienstjaar, worden de attesten van sociaal voordeel in dubbel exemplaar door de werkgevers individueel aan alle werknemers uitgereikt, alsook aan de rechthebbenden die de onderneming in het betrokken sociaal dienstjaar verlaten hebben.
Art. 5.Uiterlijk op 15 februari volgend op het sociaal dienstjaar, storten de werkgevers voor elk van hun werknemers, een bedrag van 50 F per begonnen maand tewerkstelling in de loop van het sociaal dienstjaar op rekening 742-6851034-56 van de v.z.w. Federatie van Cinema's van België, L. Mommaertslaan 10-12, 1140 Brussel.
Art. 6.Op voorlegging van het door de werkgever afgeleverd attest sociaal voordeel, betalen de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, binnen de maand het sociaal voordeel aan de rechthebbende uit.
Indien een rechthebbende op het ogenblik van de betaling overleden is, wordt het sociaal voordeel betaald aan de wettelijke erfgenamen.
Het attest van sociaal voordeel wordt, bij wijze van onderlinge controle, door ten minste twee van de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen afgestempeld.
Art. 7.De vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, zenden de uitbetaalde attesten, met een afrekening, aan de federatie genoemd in artikel 5, die de door de syndicale organisaties betaalde bedragen van de premies aan de syndicale organisaties terugbetaalt vóór 28 februari volgend op het jaar dat tot de toekenning van het sociaal voordeel aanleiding heeft gegeven.
Art. 8.Het eventueel overschot, na vereffening van de verschillende premies aan de vakorganisaties, blijft eigendom van de v.z.w. genoemd in artikel 5.
De bestemming van deze eventuele overschotten zal in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, na aftrek van de werkingskosten en niet inbare schuldvorderingen, paritair worden bepaald. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 9.Partijen komen overeen om het bedrag van het sociaal voordeel aan een evaluatie te onderwerpen, uiterlijk tegen einde mei 1999.
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1992, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 oktober 1992 (Belgisch Staatsblad van 16 december 1992).
Zij heeft uitwerking met ingang vanaf 1 oktober 1997 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij kan op verzoek van de meest gerede partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden; deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1999.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET