Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 maart 2018
gepubliceerd op 28 maart 2018

Koninklijk besluit tot instelling van een herinneringsmedaille voor de opdrachten of operaties met betrekking tot de operationele verdediging van het grondgebied

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2018011452
pub.
28/03/2018
prom.
25/03/2018
ELI
eli/besluit/2018/03/25/2018011452/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot instelling van een herinneringsmedaille voor de opdrachten of operaties met betrekking tot de operationele verdediging van het grondgebied


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 114;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 1987 instellende een herinneringsmedaille voor gewapende humanitaire operaties;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 april 1993 tot instelling van een herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/06/1997 pub. 18/07/1997 numac 1997007123 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot instelling van een Erekruis voor militaire dienst in het buitenland sluiten tot instelling van een Erekruis voor militaire dienst in het buitenland;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 september 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 8 november 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 9 november 2017;

Gelet op het protocol van onderhandelingen N-437 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 19 januari 2017;

Gelet op het protocol van onderhandelingen XIV-85 van het Sectorcomité XIV, gesloten op 19 januari 2017;

Gelet op het advies 62.949/4 van de Raad van State, gegeven op 7 maart 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Defensie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.Er wordt een eervolle onderscheiding ingesteld onder de benaming "Herinneringsmedaille voor opdrachten of operaties met betrekking tot de operationele verdediging van het grondgebied".

Art. 2.Deze medaille kan toegekend worden: 1° aan de militairen die, in uitvoering van een beslissing van de Belgische Regering, hebben deelgenomen aan bepaalde landoperaties of opdrachten gewijd aan de operationele verdediging van het grondgebied;2° aan de militairen die hebben deelgenomen aan bepaalde, ter zee of in de lucht gevoerde, politionele opdrachten of operaties in het kader van de in 1° bedoelde landoperaties;3° aan de militairen en de burgerlijke personeelsleden van het Ministerie van Landsverdediging die, in het belang van de in 1° en 2° bedoelde opdrachten of operaties, een punctuele gespecialiseerde ondersteuning, met betrekking tot een capacitaire dimensie waarvan de aanwending door de Regering bevolen werd, geleverd hebben.

Art. 3.De deelstand van de militairen die aan de opdrachten of operaties bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1° en 2°, deelnemen is "in militaire bijstand", "in hulpverlening" of "in operationele inzet". De individuele inzetduur in een van de voornoemde deelstanden moet minstens 30 dagen bedragen.

Art. 4.De medaille kan meerdere keren worden toegekend.

De voltooiing van elke bijkomende periode van 90 dagen vergunt de toestemming tot het dragen van een getal dat, in Arabische cijfers voorgesteld, overeenstemt met het aantal, in de deelstanden "in militaire bijstand", "in hulpverlening" of "in operationele inzet", gepresteerde bijkomende periodes van 90 dagen.

Art. 5.Voor de in artikel 2, 3° bedoelde gevallen van toekenning van de medaille, bepaalt de Minister van Defensie, op voorstel van de Chef van Defensie, per domein van gespecialiseerde ondersteuning: 1° de punctuele gespecialiseerde ondersteuning die voor de toekenning van de medaille in beschouwing kan genomen worden;2° het aantal keer dat een punctuele gespecialiseerde ondersteuning geleverd werd, beschouwd op een periode van 365 dagen, dat naargelang het geval, equivalent is aan een periode van 30 dagen of aan een bijkomende periode van 90 dagen, gepresteerd in de deelstanden "in militaire bijstand","in hulpverlening" of "operationele inzet".

Art. 6.De cirkelvormige medaille is uitgevoerd in getaand brons en vertoont een verheven rand op beide zijden. Haar diameter bedraagt 39 mm.

Op de voorzijde voert de medaille het wapenschild van het Belgisch Koninkrijk, gesierd met een koningskroon. Het geheel is omringd met de volgende tweetalige vermelding: "MISSIONS OU OPERATIONS INTERIEURES BINNENLANDSE OPDRACHTEN OF OPERATIES".

De achterkant van de medaille voert een gefruite lauwerkrans, dewelke een blank veld omringt waarop gebeurlijk de naam van de recipiendus en de datum van toekenning gegraveerd kunnen worden.

De medaille hangt met een draagring aan een gemoireerd lint van 35 mm breed. Het lint is van goud met, in het midden en verticaal, de nationale driekleur: van sabel, goud en keel.

De medaille en het lint stemmen overeen met de tekeningen in bijlage bij dit besluit gevoegd.

Art. 7.Het lint van de medaille wordt, in voorkomend geval, versierd met een getal dat, in Arabische cijfers voorgesteld, overeenstemt met het aantal uitgevoerde bijkomende periodes van 90 dagen, zoals bedoeld in artikel 4, waarvoor de recipiendus aan de toekenningsvoorwaarden heeft voldaan. Deze cijfers zijn in brons, 9 mm hoog en maximum 6 mm breed.

Art. 8.De medaille kan toegekend worden, ongeacht de normaal vereiste duur van deelname of het vereiste aantal interventies: 1° ten postume titel, aan de begunstigden die tijdens of ingevolge tijdens de in artikel 2 bedoelde militaire opdrachten of operaties opgelopen verwondingen zijn overleden;2° ten uitzonderlijke titel, aan de begunstigden die ernstig verwond werden tijdens diezelfde militaire opdrachten of operaties. In voorkomend geval, is het op de postume of uitzonderlijke toekenningen ook toegelaten het getal te dragen dat, in Arabische cijfers voorgesteld, overeenstemt met het onmiddellijk hoger aantal opeenvolgende toekenningen van de medaille.

Art. 9.Op straffe van niet-ontvankelijkheid van het voorstel tot toekenning, moet: 1° de aanvraag ingediend worden door de begunstigde, de rechtverkrijgenden, of de militaire overheid;2° de begunstigde blijk gegeven hebben van een onberispelijk gedrag tijdens de opdrachten of operaties bedoeld in artikel 2;3° de militaire begunstigde zich niet schuldig hebben gemaakt aan ernstige, met de staat van militair, overeenstemmend met zijn personeelscategorie, niet overeen te brengen feiten;4° de burgerlijke begunstigde zich niet schuldig hebben gemaakt aan tuchtrechtelijke inbreuken op de statutaire bepalingen die op hem van toepassing zijn;5° de begunstigde op zijn eer verklaart dat er geen enkele strafrechtelijke procedure tegen hem loopt. In de mate van het mogelijke, dienen de aanvragen samengebracht, op hun ontvankelijkheid gecontroleerd en, indien nodig, vervolledigd te worden door de militaire overheid die verantwoordelijk was voor de militaire opdracht of operatie.

Art. 10.De herinneringsmedailles met betrekking tot de militaire operaties die vóór de inwerkingtreding van dit besluit werden ingesteld hebben voorrang op de bij dit besluit ingestelde medaille. HOOFDSTUK 2. - WIJZIGINGS- EN OPHEFFINGSBEPALINGEN

Art. 11.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 11 september 1987 instellende een herinneringsmedaille voor gewapende humanitaire operaties wordt opgeheven.

Art. 12.In artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 april 1993 tot instelling van een herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 november 1994, worden de woorden "in militaire bijstand" ingevoegd tussen het woord "is" en de woorden ""in hulpverlening"".

De artikelen 6 tot 7 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 6.De medaille kan toegekend worden, ongeacht de normaal vereiste diensttijd of het vereiste aantal interventies: 1° ten postume titel, aan de begunstigden die tijdens of ingevolge tijdens de in artikel 2 bedoelde opdrachten of operaties opgelopen verwondingen zijn overleden;2° ten uitzonderlijke titel, aan de begunstigden die ernstig verwond werden tijdens diezelfde militaire opdrachten of operaties. In voorkomend geval, is het op de postume of uitzonderlijke toekenningen ook toegelaten het getal te dragen dat, in Arabische cijfers voorgesteld, overeenstemt met het onmiddellijk hoger aantal opeenvolgende toekenningen van de medaille.

Art. 7.Op straffe van niet-ontvankelijkheid van het voorstel tot toekenning, moet: 1° de aanvraag ingediend worden door de begunstigde, de rechtverkrijgenden, of de militaire overheid;2° de begunstigde blijk gegeven hebben van een onberispelijk gedrag tijdens de opdrachten of operaties bedoeld in artikel 2;3° de militaire begunstigde zich niet schuldig hebben gemaakt aan ernstige, met de staat van militair, overeenstemmend met zijn personeelscategorie, niet overeen te brengen feiten;4° de burgerlijke begunstigde zich niet schuldig hebben gemaakt aan tuchtrechtelijke inbreuken op de statutaire bepalingen die op hem van toepassing zijn;5° de begunstigde op zijn eer verklaart dat er geen enkele strafrechtelijke procedure tegen hem loopt. In de mate van het mogelijke, dienen de aanvragen samengebracht, op hun ontvankelijkheid gecontroleerd en, indien nodig, vervolledigd te worden door de militaire overheid die verantwoordelijk was voor de militaire opdracht of operatie."

Art. 13.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 14.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 16 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/06/1997 pub. 18/07/1997 numac 1997007123 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot instelling van een Erekruis voor militaire dienst in het buitenland sluiten tot instelling van een Erekruis voor militaire dienst in het buitenland wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - SLOTBEPALING

Art. 15.De minister bevoegd voor Defensie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 maart 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, S. VANDEPUT

Bijlage bij het koninklijk besluit van 25 maart 2018 tot instelling van een herinneringsmedaille voor de opdrachten of operaties met betrekking tot de operationele verdediging van het grondgebied.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 maart 2018 tot instelling van een herinneringsmedaille voor de opdrachten of operaties met betrekking tot de operationele verdediging van het grondgebied.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, S. VANDEPUT

^