25 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995, inzonderheid op artikel 6, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is om de dopingcontroleurs van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond ( K.B.D.B.) te legitimeren vóór de start van de wedvluchten;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. In punt 4 van artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden worden de woorden « te controleren en » ingevoegd vóór de woorden « te verbieden » en worden de woorden « of te bestraffen » vervangen door de woorden « en/of te bestraffen ». § 2. Aan het vierde punt van artikel 4 wordt volgende bepaling toegevoegd : « De Minister tot wiens bevoegdheid de Dierenbescherming behoort kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, de door de organisator aangestelde personen belast met het opsporen van het gebruik van prestatieverbeterende stoffen in hun functie bekrachtigen. » § 3. Aan artikel 4 wordt volgende paragraaf toegevoegd : « § 2 De organisator van wedstrijden met duiven moet bovendien de nodige maatregelen nemen opdat : 1° geen duivenvervoer over de weg georganiseerd wordt wanneer de lossingsplaats verder is dan 450 km in vogelvlucht van het centrum van de provincie vanwaar de wedstrijd georganiseerd wordt;2° het vervoer van duiven met het oog op wedstrijden in diervriendelijke omstandigheden georganiseerd is en dan met name met betrekking tot de bezettingsdichtheid, ventilatie, temperatuur, drenken en voederen.»

Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER