gepubliceerd op 03 juli 2023
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft het minimumpensioen
25 JUNI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft het minimumpensioen
VERSLAG AAN DE KONING Er is rekening gehouden met de opmerkingen opgenomen in het advies nr. 73.120/1 van 17 maart 2023 van de Raad van State.
Sire, We hebben de eer het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen.
Om aanspraak te kunnen maken op het minimumpensioen, zoals voorzien in artikel 131ter van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, is vereist dat een loopbaan bewezen wordt die ten minste gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan.
Twee wijzigingen worden aangebracht aan de wijze waarop de loopbaanjaren worden meegeteld voor de voorwaarde van twee derde van een volledige loopbaan vanaf 1 januari 2015. Enerzijds wordt de loopbaan als zelfstandige en de loopbaan als werknemer in aanmerking genomen vóór de toepassing van het beginsel van eenheid van loopbaan.
Anderzijds worden ook de jaren die in sommige andere landen recht geven op een pensioen en minstens 104 dagen tellen, in aanmerking genomen. Daarom wordt een nieuw artikel 56ter ingevoegd in het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen en worden enkele technische aanpassingen in andere artikelen van hetzelfde besluit doorgevoerd.
Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Dit artikel voegt een nieuw artikel 56ter in het voormelde koninklijk besluit van 22 december 1967 in.
Paragraaf 1 bepaalt wat voor de toepassing van artikel 131ter van de voormelde wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluitenl moet verstaan worden onder de gepresteerde tijdvakken als werknemer in België en welke tijdvakken die recht openen op een pensioen ten laste van een of meerdere lidstaten van de Europese Unie of in een of meerdere landen die onder het toepassingsgebied vallen van een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is, in aanmerking worden genomen wanneer nagegaan wordt of de gezamenlijke loopbaan ten minste gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan.
Het is belangrijk hierbij te vermelden dat voor de vaststelling van de vereiste loopbaanvoorwaarde, met name een beroepsloopbaan die overeenstemt met ten minste twee derde van een volledige loopbaan, voortaan rekening zal gehouden worden met de loopbaan die vastgesteld wordt vóór de toepassing van het beginsel van eenheid van loopbaan, bedoeld in artikel 19 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen.
Punt c) definieert de loopbaan die in de regeling voor werknemers in aanmerking genomen wordt wanneer de loopbaanvoorwaarde wordt nagegaan.
De loopbaan wordt uitgedrukt door een breuk waarvan de teller beperkt wordt tot de jaren van gewone en hoofdzakelijke, werkelijke of vermoede tewerkstelling in de zin van die regeling.
Wat onder gewoonlijke en hoofdzakelijke, werkelijke of vermoede tewerkstelling in de regeling voor werknemers begrepen wordt, staat gedefinieerd in artikel 3ter, eerste lid, 6°, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en in artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
Punt d) definieert wat moet begrepen worden onder een loopbaan die ten minste gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan wanneer er een samenloop is met een loopbaan in een lidstaat van de Europese Unie of in een of meerdere landen die onder het toepassingsgebied vallen van een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is. Een buitenlands jaar wordt in aanmerking genomen als het ten minste 104 gewerkte of gelijkgestelde dagen omvat die recht geven op een pensioen.
Paragraaf 2 bepaalt dat voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2015 de bestaande bepalingen die een beperking of een vermindering of een gehele of gedeeltelijke schorsing van het pensioen tot gevolg hebben, ook gelden voor het minimumpensioen overeenkomstig artikel 131ter.
Paragraaf 3 bepaalt dat er voor de plafonnering van het minimumpensioen op basis van het bedrag van het werknemerspensioen geen rekening mag gehouden worden met de welzijnsaanpassing die zich voorgedaan heeft in de regeling voor werknemers, zolang het plafondbedrag niet wordt verhoogd.
Artikel 2 Dit artikel brengt een technische aanpassing aan in artikel 103bis zodat het ook van toepassing is op het nieuwe artikel 131ter van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten.
Artikel 3 Dit artikel wijzigt artikel 110 om ervoor te zorgen dat het cumulatieplafond dat berekend wordt door het bedrag van het overlevingspensioen te vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk van dat overlevingspensioen, niet kleiner is dan de eenheid.
Deze bepaling zorgt ervoor dat als de breuk van opening van het recht groter is dan de eenheid (bv. 46/45sten), de vermenigvuldiging met de omgekeerde breuk (45/46sten) niet tot gevolg zou hebben dat een kleiner plafondbedrag zou in aanmerking genomen worden dan bij de berekening met de eenheid (45/45sten).
In het tweede lid wordt een technische aanpassing doorgevoerd om te verwijzen naar het nieuwe artikel 131ter van de voormelde wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten.
Artikel 4 Artikel 4 legt het toepassingsgebied van het besluit vast.
Artikel 5 Artikel 5 bepaalt dat dit besluit uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 6 Artikel 6 preciseert dat de Minister bevoegd voor Zelfstandigen en de Minister bevoegd voor Pensioenen, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van dit besluit.
We hebben de eer te zijn, Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX
25 JUNI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft het minimumpensioen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 31, 1° en 3°, hersteld bij de wet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1989 pub. 20/03/2009 numac 2009000181 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de bescherming van de gezinswoning sluiten;
Gelet op de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering van de pensioenregelingen, artikel 131ter, § § 1 en 2, ingevoegd bij de wet van 24 april 2014, en laatst gewijzigd bij de wet van 5 december 2022;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 10 november 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 20 januari 2023;
Gelet op het advies nr. 73.120/1 van de Raad van State, gegeven op 17 maart 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, wordt een artikel 56ter ingevoegd, luidende: "
Art. 56ter.§ 1. Voor de toepassing van artikel 131ter van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten moet worden verstaan: a) onder rust- of overlevingspensioen voor een volledige loopbaan als zelfstandige, het pensioen voor de toekenning waarvan de breuk die de beroepsloopbaan in België in de hoedanigheid van zelfstandige uitdrukt, vóór toepassing van artikel 24, tweede lid, of van artikel 25, § 2, gelijk is aan de eenheid;b) onder rust- of overlevingspensioen voor een loopbaan als zelfstandige ten minste gelijk aan twee derde van een volledige loopbaan, het pensioen voor de toekenning waarvan de breuk die de beroepsloopbaan in België in de hoedanigheid van zelfstandige uitdrukt, vóór toepassing van artikel 19 van het koninklijk besluit nr.72 en van artikel 24, tweede lid, of van artikel 25, § 2, ten minste gelijk is aan twee derde van de eenheid; c) onder rust- of overlevingspensioen voor een loopbaan ten minste gelijk aan twee derde van een volledige loopbaan in de regelingen voor zelfstandigen en voor werknemers samen, het pensioen voor de toekenning waarvan de breuk die de beroepsloopbaan in België in de hoedanigheid van zelfstandige uitdrukt vóór de toepassing van artikel 19 van het koninklijk besluit nr.72 en van artikel 24, tweede lid, of van artikel 25, § 2, vermeerderd met de tot dezelfde noemer herleide breuk die de beroepsloopbaan in België in de hoedanigheid van werknemer uitdrukt vóór de toepassing van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, in de mate waarin die loopbaan overeenstemt met jaren van gewone en hoofdzakelijke, werkelijke of vermoede tewerkstelling in de zin van de betrokken regeling, ten minste gelijk is aan twee derde van de eenheid; d) onder rust- en overlevingspensioen voor een loopbaan ten minste gelijk aan twee derde van een volledige loopbaan hetzij in de regeling voor zelfstandigen en in een of meerdere pensioenregelingen die onder het toepassingsgebied vallen van Europese verordeningen of een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is, hetzij in de regelingen voor zelfstandigen en werknemers en in één of meerdere regelingen die onder het toepassingsgebied vallen van Europese verordeningen of een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is, samen, het pensioen voor de toekenning waarvan de breuk die de beroepsloopbaan in België in de hoedanigheid van zelfstandige uitdrukt vóór de toepassing van artikel 19 van het koninklijk besluit nr.72 en van artikel 24, tweede lid, of van artikel 25, § 2, vermeerderd met de tot dezelfde noemer herleide breuk die de loopbaan uitdrukt waarvoor pensioenrechten kunnen geopend worden in één of meerdere lidstaten van de Europese Unie of in één of meerdere landen die onder het toepassingsgebied vallen van een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is, in de mate waarin de teller overeenstemt met de jaren van ten minste 104 gewerkte of daarmee gelijkgestelde dagen en, desgevallend, met de tot dezelfde noemer herleide breuk die de beroepsloopbaan in België in de hoedanigheid van werknemer uitdrukt zoals bedoeld in c), ten minste gelijk is aan twee derde van de eenheid. § 2. De wettelijke en reglementaire bepalingen die van aard zijn een beperking of een vermindering van de pensioenen toegekend ten laste van de pensioenregeling voor zelfstandigen met zich te brengen, of de betaling ervan geheel of ten dele te schorsen, zijn toepasselijk op het minimumpensioen. § 3. Voor de toepassing van artikel 131ter, § 1, 3°, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten wordt geen rekening gehouden met de verhoging van het werknemerspensioen ingevolge de aanpassing ervan aan de evolutie van het algemeen welzijn zolang het vóór de datum van deze aanpassing geldende bedrag van de in voormeld artikel 131ter, § 1, 3°, beoogde grens niet is gewijzigd.".
Art. 2.In artikel 103bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 oktober 1990, worden de woorden "De toepassing van artikel 131bis" vervangen door de woorden "De toepassing van artikel 131bis of van artikel 131ter".
Art. 3.Artikel 110 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 oktober 1990, wordt vervangen als volgt: "Voor de toepassing van de artikelen 108 en 109 dient onder overlevingspensioen voor een volledige loopbaan te worden verstaan het overlevingspensioen dat aan de langstlevende echtgenoot kan worden toegekend, vermenigvuldigd met het omgekeerde van de breuk die de belangrijkheid van dit overlevingspensioen uitdrukt in verhouding tot de loopbaan, zonder dat die omgekeerde breuk groter mag zijn dan de eenheid.
Wanneer de toepassing van artikel 131bis, § 1, 2°, of van artikel 131ter, § 1, 2°, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten een verhoging van het toekenbaar overlevingspensioen tot gevolg heeft, is het bedrag van het overlevingspensioen voor een volledige loopbaan gelijk aan het bedrag van het in respectievelijk het artikel 131bis, § 1, 1°, en het artikel 131ter, § 1, 1°, van de voormelde wet bedoelde minimumoverlevingspensioen.".
Art. 4.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 januari 2015.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Art. 6.De minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 25 juni 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX