gepubliceerd op 03 september 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
25 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 Toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen (Overeenkomst geregistreerd op 24 augustus 2001 onder het nummer 58630/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking. HOOFDSTUK II. - Recht op toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
Art. 2.Een jaarlijkse regularisatievergoeding wordt toegekend aan de werklieden zodra zij, bij toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake werkloosheidsvergoeding, recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen. Deze jaarlijkse regularisatievergoeding wordt toegekend om de diverse verschillen in de werkloosheidsvergoeding te ondervangen. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkeringsmodaliteiten
Art. 3.De vergoeding waarvan sprake in artikel 2 wordt toegekend aan de rechthebbende op het sectorieel brugpensioen voorzover de maandelijkse aanvullende vergoeding brugpensioen minder bedraagt dan 94,20 EUR (3 800 BEF) per maand.
De vergoeding is gelijk aan het verschil, afgerond naar het hogere eenheid tussen 94,20 EUR (3 800 BEF) en de maandelijkse aanvullende vergoeding voor brugpensioen, toegekend op 1 januari van het lopende jaar, vermenigvuldigd met het aantal maanden dat hij de aanvullende vergoeding voor brugpensioen heeft genoten in het vorige kalenderjaar.
Art. 4.De jaarlijkse regularisatievergoeding wordt berekend en uitbetaald door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking".
Art. 5.De rechthebbenden die lid zijn van een syndicale organisatie, dienen hun aanvraag in door toedoen van één van de syndicale organisaties bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen.
De andere rechthebbenden dienen hun aanvraag rechtstreeks in bij het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 6.De vergoeding wordt jaarlijks uitbetaald in de loop van de maand april. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde tijd gesloten, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993 tot toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 juli 1994, die op 1 januari 2001 ophoudt van kracht te zijn.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage Commentaar bij artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 tot toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX