gepubliceerd op 29 augustus 2014
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot berekening van de boete
25 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot berekening van de boete
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het voorliggend ontwerp strekt er voornamelijk toe gebruik te maken van de machtiging die U is verleend door artikel 11, § 3, achtste lid van de
wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
14/12/2005
pub.
23/12/2005
numac
2005009962
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder
sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder.
COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN Artikel 1 Dit artikel voorziet de berekeningswijze van de boete : 1. Voor de volledig verkochte effecten, de gewogen gemiddelde prijs die bij de verkoop van die effecten werd verkregen.De weging was noodzakelijk aangezien de verkoop zich over verschillende dagen kan spreiden. 2. Voor gedeeltelijk verkochte effecten, zal de berekening gebeuren op de tegenwaarde, berekend onder punt 1.3. Voor de effecten waarvan er geen enkele werd verkocht, betreft de waarde hetzij deze van de laatste gekende koers, hetzij een richtprijs vastgesteld door de Veilingmeester op het ogenblik dat die effecten te koop werden aangeboden, indien ze niet op een markt zijn toegelaten. De Raad van State heeft opgemerkt dat enkel de berekening van de boete voor de niet verkochte effecten geregeld dient te worden bij een bij Ministerraad overlegd besluit. De berekening van de boete voor verkochte effecten vereist een eenvoudig koninklijk besluit.
Het leek ons evenwel coherenter om de berekening van de boete voor verkochte en onverkochte effecten in één enkel besluit te verzamelen, ook al is het overleg in Ministerraad overbodig voor de verkochte effecten. Dit geldt eens te meer, nu de berekening van de boete voor de gedeeltelijk verkochte effecten verwijst naar de berekening voor de volledig verkochte effecten.
De aanpassing is gedaan met het oog hierop. Formeel werd het onderscheid gemaakt in de aanhef teneinde te vermijden een advies aan de Raad van State te moeten vragen om in voorkomend geval artikel 1, 1° te wijzigen. Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS
Raad van State afdeling Wetgeving Advies 56.125/2 van 21 mei 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot berekening van de boete' Op 23 april 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot berekening van de boete'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 21 mei 2014. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Martine Baguet en Luc Detroux, staatsraden, Yves De Cordt en Sébastien Van Drooghenbroeck, assessoren, en Anne Catherine Van Geersdaele, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc Paquet, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 21 mei 2014.
Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht van de Regering op het feit dat de ontstentenis van de controle die het Parlement krachtens de Grondwet moet kunnen uitoefenen, tot gevolg heeft dat de Regering niet over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Voorafgaande vormvereisten Artikel 6, § 1, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging' luidt als volgt : "Elk regeringslid voert, volgens de voorwaarden die door de Koning zijn vastgelegd bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in artikel 5 bedoelde impactanalyse uit van de voorontwerpen van wet en van de ontwerpen van koninklijke of ministeriële besluiten die onder zijn bevoegdheid vallen en waarvoor de tussenkomst van de Ministerraad is vereist door een wettelijke of reglementaire bepaling".
Daar over het ontworpen besluit overleg moet worden gepleegd in de Ministerraad en het onderwerp ervan geen betrekking heeft op een van de gevallen die krachtens artikel 8 van dezelfde wet worden vrijgesteld of uitgezonderd van de impactanalyse, moet de impactanalyse worden uitgevoerd.
De steller van het ontwerp moet daarop toezien en moet in de aanhef van het ontwerp bevestigen dat dat vormvereiste naar behoren is vervuld, overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'.
Algemene opmerkingen 1. Het ontwerp geeft uitvoering aan bepaalde machtigingen die artikel 11, § 3, achtste lid, van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten `houdende afschaffing van de effecten aan toonder' aan de Koning verleent. De steller van het ontwerp moet nagaan of ook niet aan de andere machtigingen uitvoering moeten worden verleend, met name die inzake de vaststelling van "het bedrag van de kosten op te leggen aan de houder die de eis indient". 2. In advies 56.124/2, heden gegeven over het ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot vastlegging van de nadere regels voor de verkoop door de emittent, voor de overdracht van de opbrengst van die verkoop en van de onverkochte effecten aan de Deposito- en Consignatiekas en voor de teruggave van die effecten', wordt voorgesteld om de kwesties betreffende de nadere regels voor de inning van de boete (artikelen 11 en 12 van het voornoemde ontwerp waarover advies 56.124/2 is gegeven) te regelen in het ontwerp waarover dit advies wordt gegeven.
In die omstandigheden moet, zoals in het voornoemde advies 56.124/2 is aangegeven, over die bepalingen overleg worden gepleegd in de Ministerraad waarna die bepalingen van het ontwerp opnieuw aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State moeten worden voorgelegd.
Bijzondere opmerkingen Aanhef 1. In het eerste lid moet melding worden gemaakt van het achtste lid van paragraaf 3 van artikel 11 van de voornoemde wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten, dat de precieze rechtsgrond vormt van de bepalingen van het ontworpen besluit.1 De rechtsgrond van het ontwerp moet derhalve worden aangegeven als volgt : "Gelet op de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, artikel 11, § 3, achtste lid;". 2. Het vierde lid, waarin het overleg in de Ministerraad wordt vermeld, moet worden weggelaten, vermits die vermelding reeds in het laatste lid van de aanhef voorkomt2. Dispositief Artikel 1 1. De tekst van de bepaling onder het eerste streepje - "voor de overeenkomstig artikel 11 van de wet verkochte effecten, op basis van de gewogen gemiddelde prijs die bij de verkoop van die effecten werd verkregen;- moet worden weggelaten, aangezien de machtiging die artikel 11, § 3, achtste lid, aan de Koning verleent, alleen betrekking heeft op "de wijze van berekening van de tegenwaarde van de effecten gestort overeenkomstig § 4", te weten "effecten die (...) niet verkocht zijn".
De andere streepjes moeten worden vervangen door "1° " en "2° "3. 2. In de bepaling onder het derde streepje (dat 2° wordt) moeten de woorden "indien die effecten op een markt worden toegelaten" worden ingevoegd na de woorden "dat de effecten bij de Kas werden gedeponeerd". De griffier, Anne Catherine Van Geersdaele De voorzitter, Pierre Vandernoot _______ Nota's (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 27. (2) Ibid, formule F 3-9-1.(3) Ibid, aanbeveling 59. 25 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot berekening van de boete FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, artikel 11, § 3, achtste lid;
Gelet op het advies van de inspectrice van Financiën, gegeven op 7 maart 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 26 maart 2014;
Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd op 26 februari 2014 overeenkomstig artikel 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op advies 56.125/2 van de Raad van State, gegeven op 21 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers op datum van 28 maart 2014 wat betreft artikel 1, 2° en 3°, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De in artikel 11, § 3, van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder bedoelde boete wordt berekend op de volgende tegenwaarden : 1° voor de overeenkomstig artikel 11 van de wet verkochte effecten, op basis van de gewogen gemiddelde prijs die bij de verkoop van die effecten werd verkregen;2° voor de effecten waarvan slechts een deel kon worden verkocht overeenkomstig artikel 11 van de wet, op basis van de gewogen gemiddelde prijs die werd verkregen voor de effecten die konden worden verkocht;3° voor de effecten waarvan geen enkele kon worden verkocht overeenkomstig artikel 11 van de wet, op basis (i) van de laatste gekende koers op de dag dat de effecten bij de Deposito- en Consignatiekas werden gedeponeerd, indien die effecten op een markt worden toegelaten of (ii) van de richtprijs vastgesteld door de Veilingmeester op het ogenblik dat die effecten te koop werden aangeboden, indien ze niet op een markt zijn toegelaten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 juli 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS