Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 juli 2008
gepubliceerd op 21 augustus 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2008011097
pub.
21/08/2008
prom.
25/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/25/2008011097/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen, de artikelen 22, §§ 1 en 2, en 30, § 5, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 december 1983 en 17 juli 1986;

Gelet op het ministerieel besluit van 7 november 1978 betreffende de herijk en de technische controle van meetwerktuigen;

Overwegende dat voldaan is aan de formaliteiten voorgeschreven bij de richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (notificatie 2006 0150 B);

Gelet op advies 42.434/1 van de Raad van State, gegeven op 20 september 2007;

Op de voordracht van Onze Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 14 van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, meetstandaarden en meetwerktuigen, en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen, wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.De herijk heeft plaats om de vier jaar, behoudens toepassing van bijzondere koninklijke besluiten betreffende de verschillende groepen meetinstrumenten. ».

Art. 2.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.De gedetailleerde bepalingen omtrent de inrichting van de herijkzittingen, het opmaken van de lijsten van de ijkplichtigen en de oproeping van de ijkplichtigen worden bepaald door de Minister van Economie, hierna de Minister genoemd. ».

Art. 3.In hetzelfde besluit worden na titel II, de titels IIbis en IIter, die de artikelen 34bis 1 tot 34bis 20 omvatten, ingevoegd, luidende : « TITEL IIbis. - Erkende keuringsinstellingen voor het uitvoeren van de herijk HOOFDSTUK I. - Erkenning en bevoegdheden van de keuringsinstellingen Art. 34bis 1. § 1. De meetwerktuigen waarvoor de proeven van de herijk door keuringsinstellingen, erkend overeenkomstig de artikelen 34bis 2 en volgende van dit besluit, worden uitgevoerd, worden door Ons bepaald. § 2. De meetwerktuigen waarvoor de erkende keuringsinstellingen gemachtigd zijn om na afloop van de herijkverrichting vermeld in § 1 van dit artikel, aanvaardingsmerken, uitgestelde aanvaardingsmerken en afkeuringsmerken, zoals bepaald in hoofdstuk IV van deze titel, aan te brengen, worden door Ons bepaald. § 3. De herijk kan gebeuren onder de vorm van een metrologisch onderhoudscontract dat minstens de door Ons bepaalde minimale metrologische clausules bevat.

Dit contract wordt door de houder van het meetwerktuig gesloten met een erkende keuringsinstelling.

De meetwerktuigen waarvoor een onderhoudscontract verplicht is worden door Ons bepaald.

Art. 34bis 2. § 1. De keuringsinstellingen worden door de Minister of zijn gevolmachtigde erkend op grond van de erkenningsvoorwaarden bepaald in de besluiten met betrekking op de verschillende groepen meetwerktuigen en op grond van : 1° hetzij een accreditatie verleend door een Belgische accreditatie-instelling overeenkomstig gedefinieerde criteria in normatieve documenten die erkend en aanvaard zijn op internationaal vlak en die tot doel hebben het vertrouwen in de beproevings- en kalibratielaboratoria, de keuringsinstellingen en de instellingen voor certificatie van producten te bevorderen;2° hetzij een gelijkwaardige accreditatie verleend door een accreditatie-instelling die lid is van de EA (European Cooperation for Accreditation). Het type accreditatie volgens het betrokken meetwerktuig wordt door Ons bepaald. § 2. De namen en kwalificaties van het personeel belast met de ijkingen, hierna keurder genoemd, worden bij de bevoegde Dienst bekendgemaakt. Dit personeel volgt de opleidingen op het vlak van de wettelijke metrologie in verband met de erkenningsvoorwaarden georganiseerd door de bevoegde Dienst. § 3. De erkenning wordt verleend voor een categorie van meetwerktuigen in functie van het toepassingsdomein van de accreditatie. § 4. Ingeval van afwezigheid van keuringsinstelling worden de prestaties bedoeld in artikel 34bis 1 echter uitgevoerd door de bevoegde Dienst.

Art. 34bis 3. § 1. De aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning wordt gericht aan de bevoegde Dienst.

De erkenningsaanvraag vermeldt duidelijk op welke categorie van meetwerktuigen zij betrekking heeft.

Bij de aanvraag wordt een afschrift van de nodige stukken gevoegd, waaronder een afschrift van het bewijs van de accreditatie, bedoeld in artikel 34bis 2. § 2. De erkenningsaanvraag wordt onderzocht door de bevoegde Dienst.

Dit onderzoek is gesteund op de bij het aanvraagdossier gevoegde stukken alsook op elk nodig geacht onderzoek ter plaatse. § 3. De bevoegde Dienst onderzoekt de ontvankelijkheid en volledigheid van de aanvraag en stelt de aanvrager hiervan in kennis. Hij deelt hem mee welke stukken en inlichtingen er nog ontbreken. § 4. Binnen zestig dagen na de vaststelling van de volledigheid van het dossier neemt de minister of zijn gemachtigde een beslissing waarbij de erkenning al dan niet wordt verleend.

Art. 34bis 4. De controle op de naleving van de reglementaire verplichtingen van een erkende keuringsinstelling zoals bepaald in hoofdstuk II van deze titel, bestaat in een toezicht op haar activiteiten door de ambtenaren van de bevoegde Dienst die hiertoe door de Minister aangesteld zijn. Dit toezicht komt, inzonderheid, tot stand door een controle a posteriori van de nageziene meetwerktuigen of onverwacht bij een tussenkomst door een erkende keuringsinstelling.

Art. 34bis 5. Wanneer de erkende keuringsinstelling de bepalingen van dit besluit of de in uitvoering van dit besluit genomen bepalingen niet naleeft, kan de Minister of zijn gemachtigde op ieder moment de erkenning geheel of ten dele opschorten of intrekken, nadat de erkende keuringsinstelling in staat werd gesteld zijn opmerkingen kenbaar te maken. HOOFDSTUK II. - Verplichtingen van de erkende keuringsinstellingen Art. 34bis 6. De erkende keuringsinstellingen leven de erkenningsvoorwaarden na.

Zij informeren de bevoegde Dienst van elk nieuw element dat invloed kan hebben op de geldigheidsvoorwaarden van hun erkenning.

Art. 34bis 7. De erkende keuringsinstellingen, bevoegd om justeringen uit te voeren, justeren de meet-werktuigen zodanig dat de vastgestelde fouten zo dicht mogelijk nul benaderen.

Art. 34bis 8. § 1. De meetwerktuigen onderworpen aan herijk door een erkende keuringsinstelling overeenkomstig artikel 34bis 1, § 1 en 2 of aan een onderhoudscontract overeenkomstig artikel 34bis 1, § 3 worden, indien zij aan de voorgeschreven proeven voldaan hebben, door deze instelling voorzien van een aanvaardingsmerk bepaald in artikel 34bis 16. § 2. Het meetwerktuig wordt geweigerd indien de proeven en onderzoeken aantonen dat het meetwerktuig niet in overeenstemming is met de reglementaire beschikkingen.

Een bericht van afkeuring wordt aan de eigenaar en de gebruiker van het meetwerktuig bezorgd. Een kopie van dit afkeuringsbericht wordt gelijktijdig naar de bevoegde Dienst gestuurd.

Het betrokken meetwerktuig wordt in dit geval voorzien van het in artikel 34bis 17 bepaalde afkeuringsmerk. § 3. Wanneer bij de herijk geringe gebreken worden gevonden die geen merkbare invloed hebben op de nauwkeurigheid van het meetwerktuig, kan de keurder van de erkende keuringsinstelling die de ijkverrichting heeft uitgevoerd aan de eigenaar of gebruiker de gelegenheid geven het betrokken meetwerktuig te laten herstellen en het binnen een door de keurder vast te stellen termijn opnieuw ten ijk te laten aanbieden, zonder ondertussen het gebruik van het meetwerktuig te verbieden.

Een bericht van uitgestelde aanvaarding wordt aan de eigenaar en de gebruiker van het meetwerktuig overgemaakt.

Het meetwerktuig wordt in dit geval voorzien van het uitgesteld aanvaardingsmerk bepaald in artikel 34bis 18. Dit aanvaardingsmerk vermeldt de termijn bedoeld in het eerste lid.

Art. 34bis 9. De erkende keuringsinstellingen vergewissen zich ervan dat de meetwerktuigen verzegeld zijn overeenkomstig het model- of typegoedkeuringsdossier, de EG-verklaring van overeenstemming of volgens de voorschriften van de bevoegde Dienst.

Het model van de zegels wordt door de bevoegde Dienst goedgekeurd.

De verbroken zegels worden door de bevoegde Dienst of de erkende keuringsinstelling vervangen.

Een meetwerktuig dat niet verzegeld is overeenkomstig het eerste en het tweede lid mag niet gebruikt worden voor gereglementeerde metingen.

Art. 34bis 10. De erkende keuringsinstellingen sturen volgens de bepalingen vermeld in de erkenning het in artikel 34bis 19 bedoelde proefverslag naar de bevoegde Dienst.

Art. 34bis 11. De meetwerktuigen die vergezeld zijn van een gegevenskaart of een metrologisch boekje en de na te leven modaliteiten worden door Ons bepaald.

De afwezigheid of de beschadiging van de gegevenskaart of van het metrologisch boekje heeft de weigering van het meetwerktuig tot gevolg.

Art. 34bis 12. Voor het betrokken meetwerktuig is de duur van een metrologisch onderhoudscontract minstens gelijk aan de tijdsspanne tussen twee opeenvolgende verplichte herijken.

Art. 34bis 13. De ambtenaren van de bevoegde Dienst die hiertoe door de Minister aangesteld zijn mogen van de erkende keuringsinstelling eisen dat ze, zonder kosten, de middelen aan personeel en proefmaterieel tot hun beschikking stelt en deelneemt aan proeven in het kader van het toezicht voorzien in artikel 34bis 4. HOOFDSTUK III. - IJkverrichtingen Art. 34bis 14. De herijk omvat een administratief onderzoek en metrologische proeven.

Het administratief onderzoek laat toe zich ervan te vergewissen dat het meetwerktuig voorzien is van de verplichte informatie, correct verzegeld is en in overeenstemming blijft met het model- of typegoedkeuringsdossier.

De metrologische proeven omvatten de proeven voorzien in het koninklijk besluit inzake het betreffende meetwerktuig.

Elke herstelling of justering bij de herijk moet door de proeven van de herijk gevolgd worden.

Art. 34bis 15. Indien in de tijdsspanne tussen twee herijken, het meetwerktuig door een erkende keuringsinstelling onderworpen wordt aan een tussenkomst die de uitvoering van alle normaal voor de herijk verplichte proeven noodzakelijk maakt, dan mag de uitvoeringsdatum van deze proeven genoteerd worden als de datum van de laatste herijk mits een nieuw aanvaardingsmerk beschreven in artikel 34bis 16 wordt aangebracht. HOOFDSTUK IV. - Merken, tekens, documenten en ijklonen. Art. 34bis 16. Het aanvaardingsmerk bij herijk bestaat uit een zelfklevend vignet, aangebracht op een goed zichtbare plaats door een erkende keuringsinstelling. De nadere regels volgens welke het vignet wordt toegekend worden door Ons bepaald.

Het model van het vignet wordt gedefinieerd in bijlage 1.

De nadere regels voor de markering van de meetwerktuigen waarop het aanbrengen van vignetten niet mogelijk is, worden door Ons bepaald.

Art. 34bis 17. Het afkeuringmerk bij herijk bestaat uit een zelfklevend vignet, aangebracht door een erkende keuringsinstelling op een goed zichtbare plaats van het meetwerktuig. De nadere regels volgens welke het vignet wordt toegekend worden door Ons bepaald.

Het model van het vignet wordt gedefinieerd in bijlage 2.

Art. 34bis 18. Het uitgesteld aanvaardingsmerk bij herijk bestaat uit een zelfklevend vignet, aangebracht door een erkende keuringsinstelling op een goed zichtbare plaats van het meetwerktuig.

De nadere regels volgens welke het vignet wordt toegekend worden door Ons bepaald.

Het model van het vignet wordt gedefinieerd in bijlage 3.

Art. 34bis 19. Het proefverslag vermeldt minstens : 1° het erkenningnummer van de keuringsinstelling;2° de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de houder van het meetwerktuig;3° het adres van gebruik en in voorkomend geval het vestigingsnummer van de gebruiker;4° indien beschikbaar, het identificatienummer van het meetwerktuig bij de bevoegde Dienst;5° het merk, het model en het serienummer van het meetwerktuig;6° de keuringsdatum;7° het nummer van het vignet;8° de fouten van het meetwerktuig voor herstelling of justering;9° de fouten bij de metrologische proeven bepaald in artikel 34bis 14 van dit besluit;10° de eventuele niet-conformiteit of de slechte werking van het meetwerktuig;11° in voorkomend geval, de identificatie van de vorige keuringsinstelling;12° de staat van verzegeling van het meetwerktuig voor en na de tussenkomst;13° de beslissing na ijking : aanvaarding, uitgestelde aanvaarding of afkeuring;14° in voorkomend geval, de toestand van het metrologisch boekje of van de gegevenskaart;15° de naam van de keurder bedoeld in artikel 34bis 2, § 2. TITEL IIter. - Verplichtingen van de gebruikers van meetwerktuigen Art. 34bis 20. De gebruikers, die meetwerktuigen gebruiken in de zin van artikel 12 van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen : 1° delen iedere nieuwe ingebruikname van een meetwerktuig mee aan de bevoegde Dienst;2° vragen de herijk aan, overeenkomstig het betreffend besluit, zodat de reglementaire periodiciteit nageleefd wordt, of sluiten een onderhoudscontract met een erkende keuringsinstelling. De proeven moeten ten laatste uitgevoerd worden op de vervaldag van het ijkmerk; 3° vergewissen zich van de goede reglementaire staat van hun meetwerktuigen, in het bijzonder van het behoud van de integriteit van de verzegelingen en van de merken van eerste ijk of van de EG-markering van overeenstemming, van het vignet van herijk of van het onderhoudscontract;4° zorgen voor de integriteit van het metrologisch boekje of van de gegevenskaart indien voorzien in het betreffend besluit, doen ze aanvullen door de erkende keuringsinstellingen en houden ze ter beschikking van de controleoverheden;5° stellen de niet-conforme meetwerktuigen buiten gebruik.Deze buitengebruikstelling zal ondubbelzinnig zijn en aan de bevoegde Dienst kenbaar worden gemaakt. ».

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 1 ingevoegd waarvan de tekst in bijlage 1 bij dit besluit wordt opgenomen.

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 ingevoegd waarvan de tekst in bijlage 2 bij dit besluit wordt opgenomen.

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 3 ingevoegd waarvan de tekst in bijlage 3 bij dit besluit wordt opgenomen.

Art. 7.In artikel 3 van het ministerieel besluit van 7 november 1978 betreffende de herijk en de technische controle van meetwerktuigen worden de woorden « heeft plaats om de vier jaar en » geschrapt.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008.

Art. 9.Onze minister bevoegd voor Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 juli 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 juli 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 juli 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE

^