Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 januari 2019
gepubliceerd op 11 februari 2019

Koninklijk besluit betreffende de legitimatiekaart van de beveiligingsagenten van politie, de beveiligingsassistenten van politie en de beveiligingscoördinatoren van politie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2019040167
pub.
11/02/2019
prom.
25/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/25/2019040167/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 JANUARI 2019. - Koninklijk besluit betreffende de legitimatiekaart van de beveiligingsagenten van politie, de beveiligingsassistenten van politie en de beveiligingscoördinatoren van politie


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 141, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van financiën, gegeven op 10 januari 2018;

Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 14 februari 2018;

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 421/4 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 13 maart 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 28 mei 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 28 mei 2018;

Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht van 3 juli 2018;

Gelet op het advies van de Minister van Justitie, gegeven op 6 oktober 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 20 november 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onverminderd de regels bepaald in de artikelen 7 en 8 verstrekt de commissaris-generaal aan de beveiligingsagenten van politie en aan de beveiligingsassistenten van politie, bedoeld in artikel 117, derde lid, van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, alsook aan de beveiligingscoördinatoren van politie bedoeld in artikel 3 van de wet van 12 november 2017 betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie, een legitimatiekaart waaruit hun hoedanigheid, respectievelijk, van beveiligingsagent van politie, van beveiligingsassistent van politie of van beveiligingscoördinator van politie blijkt.

De legitimatiekaarten bedoeld in het eerste lid worden overeenkomstig de modellen in bijlage vastgesteld.

Art. 2.De legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 hebben de vorm van een rechthoek met afgeronde hoeken die een lengte heeft van 86 mm en een breedte van 54 mm.

Ze zijn voorzien van veiligheidsopdrukken waaronder een specifiek hologram en ze zijn geplastificeerd.

Art. 3.De legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 bevatten op voor- en achterzijde een blauwe achtergrond waarop het logo van de geïntegreerde politie in beweging staat afgebeeld.

Art. 4.De voorzijde van de legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 bevat de volgende vermeldingen : 1° linksboven, de voornaam en de naam van de houder;2° rechtsboven, het logo van de geïntegreerde politie, zonder vermelding;3° op het linker middengedeelte, onder de voornaam en de naam van de houder, een pasfoto van de houder in kleur, met een minimumgrootte van 25 mm bij 25 mm;4° op het middengedeelte, het identificatienummer van de houder en daaronder, het volgnummer van de kaart;5° op het middengedeelte, onder het volgnummer van de kaart, de vermelding "POLITIE";6° onderaan, de vermelding "Koninkrijk België" en daaronder, een band met de nationale driekleur.

Art. 5.De achterzijde van de legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 bevat de volgende vermeldingen : 1° "Beveiligingsagent van politie", "Beveiligingsassistent van politie" of "Beveiligingscoördinator van politie" volgens de graad waarmee de titularis bekleed is;2° "Agent van bestuurlijke politie";3° op het rechterdeel, in de bovenhoek, het logo van de geïntegreerde politie, zonder vermelding;4° en daaronder, een band met de nationale driekleur.

Art. 6.De vermeldingen bedoeld in de artikelen 4, 5° en 6°, en 5, worden gesteld in het Nederlands, het Frans en het Duits, met voorrang voor de taal van de houder.

Art. 7.§ 1. De legitimatiekaart wordt teruggestuurd aan de interne directie voor preventie en bescherming op het werk van de federale politie om ze te laten vervangen en/of vernietigen : 1° wanneer de kaart beschadigd is;2° wanneer een gegeven dat op de kaart voorkomt, gewijzigd is of wanneer de foto niet meer voldoende gelijkend is;3° wanneer de houder om gelijk welke reden zijn ambt definitief niet langer uitoefent;4° wanneer de kaart wordt teruggevonden na een vervanging. De in het eerste lid bedoelde zending gebeurt op initiatief van de directeur van de directie van beveiliging van de federale politie.

Deze zending gebeurt per drager binnen de twintig dagen vanaf het zich voordoen van één van de in het eerste lid bedoelde redenen en bevat een vermelding tot precisering van deze reden. § 2. De directeur van de directie van beveiliging van de federale politie trekt tijdelijk de legitimatiekaart in van de geschorste of van zijn ambt ontheven beveiligingsagent van politie, beveiligingsassistent van politie of beveiligingscoördinator van politie, ongeacht de duur van die maatregel. Dezelfde procedure is van toepassing op de houder wiens ambtsuitoefening om enige andere statutaire reden gedurende meer dan vijfenveertig kalenderdagen onderbroken wordt.

De kaart wordt aan de houder teruggegeven zodra hij zijn ambt weer uitoefent.

Art. 8.Het verlies, de diefstal of de vernietiging van de legitimatiekaart wordt onmiddellijk gemeld aan de directie bedoeld in artikel 7, § 1. Het verlies en de diefstal maken bovendien het voorwerp uit van een proces-verbaal en van een dringende seining.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 januari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, P. DE CREM

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 25 januari 2019 betreffende de legitimatiekaart van de beveiligingsagenten van politie, de beveiligingsassistenten van politie en de beveiligingscoördinatoren van politie.

Brussel, 25 januari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, P. DE CREM

^