Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 januari 2001
gepubliceerd op 06 februari 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 oktober 1991 houdende afscheiding van het Instrumentenmuseum van het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel en aanhechting ervan bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

bron
diensten van de eerste minister
numac
2001021011
pub.
06/02/2001
prom.
25/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/25/2001021011/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 oktober 1991 houdende afscheiding van het Instrumentenmuseum van het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel en aanhechting ervan bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37, 107, tweede lid en 129, § 2 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1991 houdende afscheiding van het Instrumenten museum van het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel en aanhechting ervan bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, inzonderheid op de artikelen 1 tot 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 december 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het departement "Muziekinstrumentenmuseum" van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis op 10 juni 2000 voor het publiek geopend werd;

Overwegende dat de eigendom van de gebouwen van het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel in onverdeeldheid overgedragen wordt aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap;

Overwegende dat het dus dringend is voor een duidelijke overdracht te zorgen van de permanente collecties van het vroegere Instrumentenmuseum naar de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis als gevolg van de fysieke verhuizing ervan;

Overwegende dat deze overdracht met terugwerkende kracht tot 10 juni 2000 dient te gebeuren;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 16 oktober 1991 houdende afscheiding van het Instrumentenmuseum van het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel en aanhechting ervan bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, wordt vervangen door het volgende opschrift : « Koninklijk besluit waarbij het Instrumentenmuseum van het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel wordt overgedragen aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. »

Art. 2.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.Het Instrumentenmuseum verbonden aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel, erkend als vervullende wetenschappelijke opdrachten, wordt overgedragen aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis onder de directie van de Hoofdconservator van deze instellling. »

Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de woorden "Instrumentenmuseum" vervangen door de woorden "Muziekinstrumentenmuseum".

Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 3.De juridische eigendom van de goederen die de permanente collecties vormen van het Instrumentenmuseum en die opgenomen zijn in zijn inventaris, wordt overgedragen aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Deze goederen zullen opgeslagen worden op de plaats aangewezen door de Hoofdconservator van de instelling. »

Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 4.De in artikel 3 vermelde goederen worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden, met de bijzondere lasten en verplichtingen verbonden aan hun verwerving, evenals de gebeurlijk aan derden toegestane rechten. »

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 juni 2000.

Art. 7.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

^