gepubliceerd op 22 juni 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1992 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Duitstalige Gemeenschap van gebouwen voor de huisvesting van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap en haar diensten gelegen te Eupen
25 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1992 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Duitstalige Gemeenschap van gebouwen voor de huisvesting van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap en haar diensten gelegen te Eupen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 2 en 121 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op artikel 12;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, laatst gewijzigd bij de wet van 16 december 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1992 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Duitstalige Gemeenschap van gebouwen voor de huisvesting van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap en haar diensten gelegen te Eupen;
Overwegende dat de beschrijving van de overgedragen goederen niet volledig is;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De beschrijving van de goederen vermeld in artikel 1, 2, van het koninklijk besluit van 6 maart 1992 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Duitstalige Gemeenschap van gebouwen voor de huisvesting van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap en haar diensten gelegen te Eupen, wordt vervangen door : « 2. EUPEN, administratieve gebouwen gelegen Gosperstrasse 1 tot 5, te Eupen, gekadastreerd 1e afdeling, sectie E, nrs. 284 D (4a 61ca), 285 A (1a 14ca), 286 D (14a 90ca). »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 april 1992.
Art. 3.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 januari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR