Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 februari 2024
gepubliceerd op 07 maart 2024

Koninklijk besluit tot uitvoering, voor het jaar 2024, van artikel 21, § 3, eerste lid, en § 4, van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2024201296
pub.
07/03/2024
prom.
25/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot uitvoering, voor het jaar 2024, van artikel 21, § 3, eerste lid, en § 4, van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, artikel 21, § 3 en § 4, vervangen bij de wet van 30 maart 2018;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke besturen van de Federale Pensioendienst, gegeven op 26 oktober 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 januari 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 13 februari 2024;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 21, § 2, van de voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de besturen die aangesloten zijn bij het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen ertoe gehouden zijn om de responsabiliseringsbijdrage te betalen onder de vorm van maandelijkse termijnen;

Overwegende dat de in 2023 betaalde aanvullende maandelijkse termijnen die betrekking hadden op de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2023 reeds 100% bedroegen van de geraamde opbrengst van deze laatste bijdrage zodat in 2024 nog uitsluitend aanvullende maandelijkse termijnen moeten worden betaald die betrekking hebben op de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2024 zelf;

Overwegende dat, opdat de lopende pensioenen ten laste van het Gesolidariseerde pensioenfonds in het jaar 2024 zouden kunnen worden uitbetaald zonder thesaurieproblemen, het vereist is dat overeenkomstig artikel 21, § 4, van de voormelde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de in 2024 te betalen aanvullende maandelijkse termijnen één twaalfde bedragen van 100% van de geraamde opbrengst van de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2024;

Overwegende dat de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2024 wordt geraamd op 1.217,71 miljoen EUR terwijl de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2022 682,01 miljoen EUR bedraagt zodat de verhouding tussen beide gelijk is aan 179%;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De einddatum bedoeld in artikel 21, § 3, eerste lid, van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen wordt vastgelegd op 31 december 2023.

Art. 2.De twaalf maandelijkse aanvullende termijnen bedoeld in artikel 21, § 4, van de voormelde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten worden elk vastgesteld op één twaalfde van 179 van het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die het bestuur verschuldigd was voor het jaar 2022.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 31 december 2023.

Art. 4.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 februari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

^