Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 februari 2007
gepubliceerd op 01 maart 2007

Koninklijk besluit betreffende de benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter, de voltijdse leden en de deeltijdse leden van de Raad voor de Mededinging

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2007011083
pub.
01/03/2007
prom.
25/02/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter, de voltijdse leden en de deeltijdse leden van de Raad voor de Mededinging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, inzonderheid op de artikelen 12 tot 17;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 oktober 2006 tot vaststelling van het programma van het examen inzake beroepsbekwaamheid met het oog op de benoeming tot voorzitter, ondervoorzitter of raadslid van de Raad voor de Mededinging, opgericht bij de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006;

Gelet op de oproep aan de kandidaten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 november 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 januari 2007;

Overwegende dat, tussen de voorgestelde kandidaturen de heer Stefaan Raes volgens de jury als beste kandidaat voor de functie van voorzitter in aanmerking komt;

Overwegende dat de betrokkene onder meer licentiaat in de rechten is en houder van een Master of Laws, met C.R.B. Fellowship van de Belgian American Educational Foundation;

Overwegende dat de betrokkene bovendien beschikt over de nuttige ervaring en de kwaliteiten om de werkzaamheden van de Raad en zijn leden te organiseren en te leiden;

Dat hij onder andere, omwille van zijn vroegere ervaringen in de schoot van een groot advocatenkantoor en van zijn lidmaatschap van de Hoge Raad voor de Justitie blijk geeft van een geschiktheid om in teamverband te werken; dat hij als raadsheer en als voorzitter van een kamer in het Hof van beroep te Brussel, waar hij vooral zitting heeft gehouden in handels- en mededingingszaken, een belangrijke ervaring heeft opgedaan in de werking van een gerecht;

Overwegende dat hij eveneens heeft kunnen aantonen de nodige competenties te bezitten inzake gerechtelijke procedures om op adequate wijze leiding te geven aan de Raad voor de Mededinging waarvan hij momenteel voorzitter is;

Overwegende dat hij blijk geeft van de nodige aandacht voor het creëren van een sfeer van samenwerking en voor het motiveren van de overige leden van de Raad;

Dat hij een duidelijke opvatting heeft over de werking van de Raad; dat hij heeft deelgenomen aan talrijke internationale werkzaamheden in het domein van het mededingingsrecht; dat hij verder over een zeer goede kennis beschikt van het mededingingsrecht en de andere domeinen van het recht en de economie waarover kennis is vereist; dat hij de auteur is van belangrijke grondige publicaties over verschillende aspecten van het economisch recht en het gerechtelijk recht;

Overwegende dat zijn talenkennis en zijn communicatietalent uitstekend zijn; dat hij zowel in het Nederlands, in het Frans als in het Engels erin slaagt zijn boodschap op een duidelijke, begrijpelijke en consistente manier over te brengen;

Overwegende dat de jury zijn persoonlijkheid beoordeelt als open en luisterbereid, met de nodige autoriteit en talent om een team te leiden;

Overwegende dat hij bij uitstek over de vereiste kwaliteiten en competenties beschikt om benoemd te worden in de functie van voorzitter van de Raad voor de Mededinging;

Overwegende dat de heer Christian Huveneers wordt voorgesteld voor de functie van ondervoorzitter;

Overwegende dat de heer Huveneers ondermeer doctor in de rechten en licentiaat in de economische wetenschappen is, en houder van een Master of Arts in Economics;

Dat hij de enige kandidaat is die door de jury in aanmerking wordt genomen als geschikt voor de functie van ondervoorzitter; dat hij tijdens het gesprek blijk heeft gegeven van een zeer uitgebreide kennis van de materie en een zeer grondige beheersing van zowel de juridische (mededinging, gerechtelijk recht, boekhoudrecht) als de economische aspecten;

Overwegende dat deze dubbele competentie eveneens blijkt uit zijn curriculum vitae dat talrijke publicaties aangeeft; dat deze kandidaat daarenboven zowel vanuit de praktijk als vanuit wetenschappelijke hoek met de materie in nauw contact staat, hetzij als consultant in mededingingszaken, hetzij als deeltijds en als voltijds lid van de Raad voor de Mededinging, hetzij ook als wetenschapper (auteur van talrijke artikelen over economie, meer bepaald over concurrentiepolitiek; onderzoeker en docent aan de UCL en de Facultés de Namur);

Overwegende dat hij een grote beroepservaring inzake economische praktijk kan aantonen als kaderlid van een grote onderneming en als onderzoeker bij het Federaal Planbureau;

Overwegende dat hij heeft deelgenomen aan verschillende internationale vergaderingen en colloquia inzake mededinging;

Overwegende dat de betrokkene blijk kan geven van meerdere ervaringen in het werken in teamverband gedurende zijn carrière;

Dat dit in het bijzonder blijkt uit de samenwerking met de huidige voorzitter van de Raad voor de Mededinging in een hele reeks dossiers die behandeld werden tijdens de laatste twee jaren; dat hij over een uitstekende taalvaardigheid beschikt zowel in het Frans, in het Nederlands, in het Engels als in het Duits; dat zijn onderwijservaring zijn profiel vervolledigt;

Overwegende dat op basis van deze hoedanigheden de jury van oordeel is dat deze kandidaat uiterst geschikt is voor de te begeven functie; dat de jury bovendien van mening is dat de betrokkene over de vereiste leidinggevende capaciteiten beschikt om na drie jaar het voorzitterschap over te nemen;

Overwegende dat de heer Kris Boeykens, Mevr. Laura Parret, de heer Jeroen Capiau en Mevr. Dominique Smeets zich kandidaat hebben gesteld voor een functie als voltijds lid van de Raad voor de Mededinging;

Overwegende dat de heer Kris Boeykens houder is van een diploma van master in de economische wetenschappen; dat hij beschikt over een goede theoretische achtergrond en een ruime praktijkervaring, onder andere als medewerker bij de Belgische Dienst voor de Mededinging en de Merger Task Force van de Europese Commissie, om de functie van voltijds lid te kunnen uitoefenen;

Dat zijn werk bij de Merger Task Force gewaardeerd werd door de ambtenaren van de Commissie;

Dat hij als economist ook blijk geeft van voldoende juridische kennis, onder andere op het vlak van het boekhoudrecht; dat zijn kennis van het Engels en het Duits goed is;

Overwegende dat mevrouw Laura Parret houder is van een diploma van licentiaat in de rechten evenals in het Europees recht;

Dat de betrokkene blijk geeft van een rijke ervaring op de gevraagde domeinen en ook op het ruimere domein van het ondernemingsrecht; dat deze ervaring eveneens een internationaal aspect heeft als gevolg van haar docentschap aan de Universiteit van Tilburg;

Dat zij vlot is in de omgang en zich liet opmerken door de precisie van haar antwoorden; dat zij zeer taalvaardig is in het Engels;

Overwegende dat de heer Jeroen Capiau goede theoretische inzichten heeft in de concurrentieproblematiek alsmede een uitgesproken visie op de werking van de Raad; dat hij gedurende meer dan twee jaar actief is geweest op de Dienst voor de Mededinging; dat zijn kennis van het boekhoudrecht aanvaardbaar is;

Dat hij een uitstekende kennis van het Engels heeft;

Overwegende dat mevrouw Dominique Smeets houder is van een diploma van licentiaat in de rechten en in het Europees recht; dat zij voldoende beslagen is op het terrein van het mededingingsrecht;

Dat zij inderdaad reeds sedert 2000 de functie van voltijds lid van de Raad voor de Mededinging uitoefent en zich in die periode heeft kunnen bekwamen in de finesses van het Belgisch mededingingsrecht;

Dat haar kennis op de andere domeinen voldoende is en haar functionele kennis van het Engels aanvaardbaar is;

Dat bijgevolg de kandidaturen van de heer Boeykens, mevrouw Parret, de heer Capiau en mevrouw Smeets in aanmerking genomen dienen te worden;

Overwegende dat de heer Jacques Steenbergen, mevrouw Elisabeth van Hecke, de heren Olivier Gutt, David Szafran, Eric Bodson en Pierre Battard zich kandidaat hebben gesteld voor een functie als deeltijds lid van de Raad voor de Mededinging;

Overwegende dat de heer Steenbergen, doctor en licentiaat in de rechten, in het dossier van zijn kandidatuur alsook tijdens de evaluatie, blijk heeft gegeven van zijn uitzonderlijk brede en gedetailleerde kennis van het domein van de mededinging;

Dat zijn jarenlange ervaring als advocaat en als adviseur bij de beleidsondersteuning van hem een waardevolle kandidaat maken voor een functie als deeltijds lid van de Raad; dat hij een academische loopbaan aan de KULeuven heeft, een wetenschappelijke productie, specifiek in het mededingingsrecht, voorlegt, en kan bogen op een rijke en uitzonderlijke beroepservaring op het vlak van het economisch leven van de ondernemingen;

Dat zijn taalvaardigheid in het Engels bijzonder groot is;

Overwegende dat mevrouw Elisabeth van Hecke, licentiaat en doctor in de economie, beschikt over een rijke academische ervaring als economiste in concurrentieaangelegenheden gekoppeld aan een praktijkervaring in de privésector (onder meer in de kostprijscalculatie);

Dat haar autoriteit en de precisie van haar weloverwogen antwoorden betreffende verschillende andere aspecten van het mededingingsrecht de jury sterken in haar oordeel;

Dat haar kennis van het Engels bovendien uitstekend is;

Overwegende dat de heer Olivier Gutt, licentiaat in de rechten en houder van een diploma van een post-graduaat in de internationale handel, blijk geeft van een ruime kennis van de concurrentiepolitiek en van de Belgische economische, administratieve en zakenwereld;

Dat zijn ervaring als magistraat een nuttig element is, evenals zijn weliswaar kortstondig voorzitterschap van de Raad;

Dat hij tevens concrete, voor de toepassing van het mededingingsrecht nuttige kennis heeft verworven over de werking van bedrijven;

Dat zijn kennis van het Engels voldoende is;

Overwegende dat de heer David Szafran, licentiaat in de rechten en titularis van een speciale licentie in het economisch recht, beschikt over een brede en degelijke kennis op juridisch en economisch vlak, gebaseerd op zijn professionele activiteiten; dat zijn ervaring als deeltijds lid van de Raad ervan getuigt dat hij voldoet aan de vereisten opgelegd door de wetgever;

Dat hij meerdere wetenschappelijke publicaties van goed niveau kan voorleggen in het domein van het economisch recht, met inbegrip van het mededingingsrecht;

Dat zijn kennis van het Engels goed is;

Overwegende dat de heer Eric Bodson, licentiaat in de rechten en titularis van een speciale licentie in het economisch recht, een redelijke kennis heeft aangetoond van de materies waarvoor competenties moesten worden voorgelegd;

Dat zijn ervaring als advocaat in een internationaal kantoor dat concurrentiezaken behandelt hem zal toelaten om een functie als deeltijds lid van de Raad behoorlijk uit te oefenen;

Dat de permanente vorming inzake mededinging die hij volgt hem daarbij behulpzaam zullen zijn;

Dat de betrokkene zeer taalvaardig is in het Engels;

Overwegende dat de heer Pierre Battard als handelsingenieur, als bedrijfsleider van een K.M.O., als deeltijds lid van de Raad en als rechter in handelszaken in de Rechtbank van koophandel te Bergen, over een grote praktijkervaring en over een weloverwogen oordeel beschikt in mededingingsaangelegenheden;

Dat zijn kennis over de vereiste domeinen voldoende is;

Dat de kennis van het Engels van de betrokkene voldoende is;

Overwegende bijgevolg dat de kandidaturen van de heer Jacques Steenbergen, mevrouw Elisabeth van Hecke, en de heren Olivier Gutt, David Szafran, Eric Bodson en Pierre Battard in aanmerking genomen moeten worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De heer Stefaan Raes wordt benoemd tot voorzitter van de Raad voor de Mededinging.

Art. 2.De heer Christian Huveneers wordt benoemd tot ondervoorzitter van de Raad voor de Mededinging.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 12, § 1, van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, worden volgende personen benoemd tot voltijds lid van de Raad voor de Mededinging: 1° de heer Kris Boeykens;2° Mevr.Laura Parret; 3° de heer Jeroen Capiau;4° Mevr.Dominique Smeets.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 12, § 1, van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, worden volgende personen benoemd tot deeltijds lid van de Raad voor de Mededinging: 1° de heer Jacques Steenbergen;2° Mevr.Elisabeth van Hecke; 3° de heer Olivier Gutt;4° de heer David Szafran;5° de heer Eric Bodson;6° de heer Pierre Battard.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 13 van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, gelden de benoemingen in uitvoering van de artikelen 1 tot 4 van dit besluit voor een periode van 6 jaar, met dien verstande dat na 3 jaar de voorzitter en de ondervoorzitter onderling van functie verwisselen.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister die de Economie in zijn bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 februari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

^