gepubliceerd op 18 januari 2018
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 bestemd tot het dekken van gerechtskosten en schadevergoedingen, achterstallige premies voor competentieontwikkeling, cybersecurity, investeringen in Defensie en andere diverse uitgaven
25 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 bestemd tot het dekken van gerechtskosten en schadevergoedingen, achterstallige premies voor competentieontwikkeling, cybersecurity, investeringen in Defensie en andere diverse uitgaven
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017014119 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 sluiten houdende de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 december 2017 en 22 december 2017;
Overwegende dat op het programma 03-41-1, op de basisallocatie 41.10.01.00.01, van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 een provisioneel vastleggings- en vereffeningskrediet is ingeschreven van 374.175.000 euro, bestemd tot het dekken van gerechtskosten en schadevergoedingen, achterstallige premies voor competentieontwikkeling, cybersecurity, investeringen in Defensie en andere diverse uitgaven;
Overwegende dat op de sectie 18 - FOD Financiën en 23 - FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 geen enkel krediet is uitgetrokken om de uitgaven te dekken in verband met schadevergoedingen en gerechtskosten voor het vierde trimester 2017;
Overwegende dat de bovenvermelde FOD's schadevergoedingen en/of gerechtskosten moeten betalen en dat een laattijdige betaling nalatigheidsinteresten kan veroorzaken;
Overwegende dat op de secties 01 - Dotaties en activiteiten van de koninklijke familie; 02 - FOD Kanselarij van de Eerste Minister; 05 - FOD Informatie- en Communicatietechnologie; 12 - FOD Justitie; 16 - Ministerie van Landsverdediging; 17 - Federale Politie en geïntegreerde werking; 18 - FOD Financiën; 23 - FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg; 32 - FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie en 33 - FOD Mobiliteit en Vervoer van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 geen enkel krediet is uitgetrokken om de uitgaven te dekken in verband met de nieuwe initiatieven, redesign en met de impact van de indexsprong;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 20 oktober 2016 om binnen de interdepartementale provisie middelen te reserveren voor nieuwe initiatieven;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 8 december 2017 om binnen de interdepartementale provisie middelen te reserveren om de Koninklijke Muntschouwburg een compensatie uit te betalen.
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 1 december 2017 om binnen de interdepartementale provisie middelen te reserveren voor de lokale politie.
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een vastleggingskrediet van 54.770.998 euro en een vereffeningskrediet van 56.161.232 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet, ingeschreven op het programma 03-41-1 (basisallocatie 41.10.01.00.01) van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017, en worden verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
De in deze tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten die onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2017.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De minister bevoegd voor Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 december 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting, S. WILMES
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 december 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting, S. WILMES