Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2014
gepubliceerd op 04 juni 2014

Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke de ziekenhuizen gegevens met betrekking tot de "Treatment Demand Indicator" moeten meedelen aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2014024197
pub.
04/06/2014
prom.
25/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/25/2014024197/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke de ziekenhuizen gegevens met betrekking tot de "Treatment Demand Indicator" moeten meedelen aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 92;

Overwegende verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving;

Overwegende de EU-drugsstrategie (2005-2012), goedgekeurd op de Europese Raad van 16 en 17 december 2004 te Brussel en de EU-drugsstrategie (2013-2020), goedgekeurd op de Europese Raad van 7 december 2012 te Brussel;

Overwegende het EU-drugsactieplan 2005-2008, 2009-2012 en 2013-2016;

Overwegende het protocolakkoord inzake de registratie van de behandelingsaanvragen via de Treament Demand Indicator, ondertekend op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 12 december 2005, vervangen door het protocolakkoord van 30 september 2013;

Gelet op het advies nr. 53/2013 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 6 november 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 september 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 februari 2014;

Gelet op het advies 55.055/3 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Treatment Demand Indicator (hierna afgekort tot TDI) : de Belgische versie van de registratie van de behandelingsaanvragen voor een probleem rond het gebruik van een psychoactieve stof en/of het gebruik van alcohol, gebaseerd op het protocol van het "European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction";2° technisch platform : het platform dat door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt aangewezen om als intermediaire organisatie de overdracht van de gegevens op een veilige manier te laten verlopen en de te verzamelen gegevens op een correcte manier te coderen.

Art. 2.Dit besluit beoogt de registratie van de Treatment Demand Indicator in ziekenhuizen en de verwerking van deze gegevens door het directoraat-generaal Gezondheidszorg van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid dat optreedt als coördinator op Belgisch niveau van de registratie van de TDI in uiteenlopende categorieën van instellingen.

Art. 3.§ 1. De registratie van de TDI heeft tot doel de Belgische overheid in de mogelijkheid te stellen haar engagementen ten aanzien van de Europese Unie inzake de registratie van de TDI te vervullen. § 2. De registratie van de TDI heeft verder tot doel het gezondheidsbeleid te ondersteunen door epidemiologische gegevens te leveren. Deze gegevens kunnen de overheid helpen verder inzicht te verwerven in de drugsproblematiek door gegevens te verschaffen over : 1° de grootte van het aantal behandelingsaanvragen en de daaraan gekoppelde nood aan middelen en voorzieningen;2° de trends op het vlak van drugsgebruik;3° de toegankelijkheid van instellingen die de behandelingen op zich nemen.

Art. 4.§ 1. De registratie heeft betrekking op alle behandelingen in een ziekenhuis die tijdens het kalenderjaar zijn aangevat voor een probleem rond het gebruik van één of meerdere psychoactieve stoffen.

De lijst van psychoactieve stoffen waarvan het problematisch gebruik moet geregistreerd worden, wordt door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bekend gemaakt ten laatste 6 maanden voor de start van de registratieperiode.

De registratie heeft betrekking op alle manieren om vrijwillig één of meerdere psychoactieve stoffen te gebruiken. Het gebruik van deze stoffen moet de voornaamste reden voor de behandeling zijn. § 2. Het volgende is uit de registratie uitgesloten : 1° de behandelingen die enkel betrekking hebben op de somatische complicaties die samenhangen met het gebruik van psychoactieve stoffen, zoals acute of chronische intoxicaties en de somatische gevolgen van deze intoxicaties;2° de behandelingen in de ziekenhuisfuncties `gespecialiseerde spoedgevallenzorg' en `eerste opvang spoedgevallen' Art.5. Een registratieperiode bestrijkt een kalenderjaar: de periode begint op 1 januari van het jaar en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Een behandelingsepisode start op het moment dat de persoon in het ziekenhuis wordt opgenomen of onvoorzien opnieuw wordt opgenomen.

Een behandelingsepisode eindigt wanneer de persoon uit het ziekenhuis wordt ontslagen.

Indien daarentegen een in het voorgaande jaar gestarte behandeling wordt verlengd, wordt deze niet in de registratie van het daaropvolgende jaar opgenomen.

Art. 6.De gegevens moeten worden verzonden met behulp van een beveiligd registratie-instrument gecreëerd door het technisch platform.

Na controle en validering door de instelling worden de geregistreerde behandelingsaanvragen van het kalenderjaar vóór 31 maart van het volgende jaar naar de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu gestuurd. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zal deze gegevens gedurende tien jaar in een beveiligde omgeving bewaren en daarna deze gegevens vernietigen.

De stukken op basis waarvan de geregistreerde gegevens kunnen worden gecontroleerd en gevalideerd, moeten gedurende vijf jaar in de instelling worden bewaard.

Art. 7.Er zal voor iedere patiënt een unieke patiëntencode worden aangemaakt. Deze unieke code wordt door software aangemaakt die ter beschikking zal gesteld worden door het technisch platform.

Art. 8.In elke instelling moet er minstens een persoon zijn die door de beheerder van het ziekenhuis is aangewezen als contactpersoon voor de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De identiteit van deze persoon of personen en wijzigingen hiervan moeten worden meegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 9.De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is verantwoordelijk voor de verwerking van de TDI-gegevens in de zin van artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Het directoraat-generaal Gezondheidszorg van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid zijn de verwerkers van de gegevens.

Art. 10.Elk jaar vóór het einde van de maand juni bezorgt de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de gegevens van het voorgaande jaar via het technisch platform aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, dat verantwoordelijk is voor het vervullen van de doelstelling bedoeld in artikel 3, § 1, van dit besluit.

Art. 11.De te registreren gegevens betreffen de volgende administratieve gegevens : 1° het erkenningsnummer van het ziekenhuis toegekend door de overheid die bevoegd is voor de erkenning van ziekenhuizen;2° de unieke patiëntencode, zoals bedoeld in artikel 7 van dit besluit;3° type ziekenhuis waarnaar de patiënt zijn behandelingsaanvraag heeft gericht;4° type van dienst waarnaar de patiënt zijn behandelingsaanvraag heeft gericht;5° datum waarop de behandeling is gestart, uitgedrukt in dag van de week, maand en jaar;6° het feit of de patiënt reeds eerder werd behandeld wegens problemen met psychoactieve stoffen;7° datum waarop de behandeling werd beëindigd;8° manier waarop de patiënt verwezen is naar het ziekenhuis;9° geslacht van de patiënt;10° leeftijd van de patiënt;11° leefmilieu van de patiënt 30 dagen voorafgaand aan de opname;12° primaire bron van inkomsten van de patiënt 30 dagen voorafgaand aan de opname;13° hoogst behaalde onderwijsniveau van de patiënt;14° leefsituatie (vooral met wie samengewoond) van de patiënt in de afgelopen 30 dagen; 15° verantwoordelijkheden t.a.v. kinderen jonger dan 18 jaar waarmee de patiënt samenwoonde de afgelopen 30 dagen; 16° beroepssituatie van de patiënt de afgelopen 30 dagen.

Art. 12.De te registreren gegevens betreffende de volgende medische gegevens : 1° de door de patiënt gebruikte psychoactieve stoffen die volgens hem problemen veroorzaken;2° de voornaamste psychoactieve stof die de patiënt ertoe bracht om de huidige behandeling te starten;3° het feit of de patiënt reeds eerder werd behandeld met een substitutiebehandeling;4° type van de gevolgde substitutiebehandeling;5° leeftijd waarop de eerste substitutiebehandeling ontvangen werd;6° de gebruikelijke toedieningswijze van de stof die bij punt 2° opgegeven werd als meest gebruikte psychoactieve stof;7° de gebruiksfrequentie van de stof die bij punt 2° opgegeven werd als meest gebruikte psychoactieve stof tijdens de 30 dagen voorafgaand aan de opname;8° leeftijd waarop de stof bij punt 2°, voor het eerst werd gebruikt;9° Consumptie van psychoactieve stoffen door injectie in de levensloop van de patiënt;10° leeftijd van de patiënt bij de eerste injectie;11° tijdsstip waarop de patiënt een stof voor het laatste injecteerde waarbij de mogelijke antwoordcategorieën zijn : - de laatste 30 dagen; - vorig jaar; - meer dan een jaar geleden; - onbekend; 12° tijdsstip waarop de patiënt voor het laatst spuiten of naalden gedeeld heeft waarbij de mogelijke antwoordcategorieën zijn : - de laatste 30 dagen; - vorig jaar; - meer dan een jaar geleden; - nooit; - onbekend; 13° doel dat men met de behandeling wil bereiken waarbij de mogelijke antwoordcategorieën zijn : - geen doelstelling; - stabilisatie van de consumptie; - een behandeling met een substitutiemiddel; - een vermindering van de consumptie; - ontwenning; - andere; 14° type van problematisch gedrag waarbij de mogelijke antwoordcategorieën zijn : - intoxicatie; - misbruik; - verslaving; - andere.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Art. 14.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^