gepubliceerd op 23 mei 2007
Koninklijk besluit betreffende de verplichte verzekering voorzien door de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect
25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte verzekering voorzien door de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect
ADVIES 42.190/1 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 26 januari 2007 door de Minister van Middenstand verzocht haar, binnen een termijn van dertig darren, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de verplichte verzekering voorzien door de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect », heeft op 22 februari 2007 het volgende advies gegeven : Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 1. De wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect is ingrijpend gewijzigd bij de wet van 15 februari 2006 betreffende de uitoefening van het beroep van architect in het kader van een rechtspersoon. De inwerkingtreding van de wet van 15 februari 2006 is luidens zijn artikel 16 als volgt geregeld : « Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum, en uiterlijk op de eerste dag van de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Deze wet mag niet in werking treden voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 4. (1) In afwijking van het eerste en tweede lid, treden de artikelen 11 en 14 in werking tien dagen na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. (...) Het om advies voorgelegde ontwerp bevat een bepaling, met name artikel 9, eerste lid, waarmee de wet van 15 februari 2006 en dus ook de wijzigingen aan de wet van 20 februari 1939 in werking worden gesteld op 1 juli 2007. Dat is ook de datum waarop de bepalingen van het ontwerp in werking zullen treden.
In de mate dat het ontwerp ertoe strekt de wet van 15 februari 2006 in werking te stellen, vindt het rechtsgrond in artikel 16 van die wet. 2. Artikel 2, § 4, van de wet van 20 februari 1939, zoals gewijzigd bij de wet van 15 februari 2006, bepaalt dat niemand het beroep van architect mag uitoefenen zonder door een verzekering gedekt te zijn « overeenkomstig artikel 9 ».De eerste twee leden van artikel 9 van de wet, zoals dat artikel is hersteld bij de wet van 15 februari 2006 en gewijzigd bi) de wet van 20 juli 2006, luiden : (1) Het vermelde artikel 4 van de wet van 15 februari 2006 herstelt artikel 9 van de wet van 20 februari 19.39. « Alle natuurlijke personen of rechtspersonen die ertoe gemachtigd werden overeenkomstig deze wet het beroep van architect uit te oefenen en van wie de aansprakelijkheid, met inbegrip van de tienjarige aansprakelijkheid, kan worden verbonden wegens de handelingen die zij beroepshalve stellen of de handelingen van hun aangestelden dienen door een verzekering te zijn gedekt. Deze verzekering kan kaderen in een globale verzekering voor alle partijen die in de bouwakte voorkomen.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels en de voorwaarden van de verzekering die een adequate risicodekking ten voordele van de opdrachtgever mogelijk dient te maken, onder meer : - het minimum te waarborgen plafond; - de uitgebreidheid in de tijd van de waarborg; - de risico's die gedekt dienen te worden ».
Het om advies voorgelegde ontwerp beoogt uitvoering te geven aan artikel 9, tweede lid, van de wet van 20 februari 1939, dat het ontwerp in beginsel ook tot rechtsgrond strekt, met uitzondering van artikel 8 (zie randnummer 3, hierna) en artikel 9, eerste lid, van het voorliggende ontwerp (zie randnummer- 1). 3. Artikel 8 van het ontwerp voorziet in de nietigheid van de architectuurovereenkomst bij ontstentenis van het bewijs van de eerbiediging van de verzekeringsverplichting. De Raad van State, afdeling wetgeving, ziet niet welke wettelijke bepaling daarvoor rechtsgrond zou kunnen bieden. Die bepaling dient derhalve uit het ontwerp te worden weggelaten.
Onderzoek van de tekst Aanhef Om legistieke redenen stelle men het eerste lid van de aanhef als volgt : « Gelet op de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect, inzonderheid op artikel 9, hersteld bij de wet van 15 februari 2006 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006; ».
Gelet op wat over de rechtsgrond is opgemerkt, dient in de aanhef na het eerste lid een nieuw lid te worden toegevoegd waarin wordt verwezen naar, artikel 16 van de wet van 15 februari 2006, dat de Koning machtigt om de inwerkingtreding van de meeste artikelen ervan te regelen.
Artikel 4 1. Het is legistiek gebruikelijk de onderdelen van een opsomming aan te geven met 1°, 2°,..., en, wanneer in een onderdeel van een opsomming een verdere opsomming voorkomt, met a), b), ... De vermeldingen « a) », « b) » en « c) » in artikel 4, eerste lid, moeten daarom worden vervangen door « 1° », « 2° » en « 3° ».
Eenzelfde opmerking geldt voor artikel 5 van het ontwerp. 2. Aangezien in lopende tekst munteenheden bij voorkeur voluit worden geschreven, vervange men in het eerste lid het teken « euro » telkens door het woord « euro ».3. Gelet op het bepaalde in artikel 190 van de Grondwet vervange men het woord « publicatie » in de Nederlandse tekst van het tweede lid van artikel 4 telkens door het woord « bekendmaking ». Artikel 5 Aangezien het ontwerp minimumvoorwaarden bevat waaraan de verzekeringsovereenkomsten dienen te voldoen en de gemachtigde heeft bevestigd dat het om een limitatieve opsomming gaat, kan de inleidende zin van artikel 5 beter als volgt luiden : « Mogen enkel uitgesloten worden van de dekking : ».
Artikel 7 1. In artikel 7, eerste lid, wordt verwezen naar een model van certificaat, dat als bijlage bij het besluit hoort.In de versie zoals die om advies is voorgelegd is evenwel geen bijlage gevoegd, zodat het ontwerp op dit vlak moet worden aangevuld. 2. ln de Nederlandse tekst van artikel 7, derde lid, zou in plaats van het woord « ontbinden » beter het woord « opzeggen » worden gebruikt, dat accurater weergeeft wat wordt bedoeld. Artikel 9 1. Aangezien de wet van 15 februari 2006 niet geheel in werking wordt gesteld - een aantal bepalingen zijn reeds in werking -, dient de ontworpen bepaling te worden aangepast.2. Zowel in het tweede als in het derde lid van artikel 9 van het ontwerp kan beter « architectuurovereenkomsten » worden geschreven in plaats van « overeenkomsten ».3. Om taalkundige redenen dient in de Nederlandse tekst van het tweede en het derde lid van artikel 9 het woord « afgesloten » vervangen te worden door het woord « gesloten ». De kamer was samengesteld uit : De heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;
J. Baert en W. Van Vaerenbergh, Staatsraden;
M. Rigaux en M. Tison, assessoren van de afdeling wetgeving;
Mevr. A. Beckers, griffier.
Het verslag werd uitgebraeht door Mevr. G. Scheppers, auditeur. (...) De griffier, A. Beckers.
De voorzitter, M. Van Damme.
25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte verzekering voorzien door de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect, inzonderheid op artikel 9, hersteld bij de wet van 15 februari 2006 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006;
Gelet op de wet van 15 februari 2006 betreffende de uitoefening van het beroep van architect in het kader van een rechtspersoon, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het advies van de Commissie voor Verzekeringen van 13 november 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 11 december 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 januari 2007, Gelet op advies 42.190/1 van de Raad van State, gegeven op 22 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en van Onze Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Elke verzekeringsovereenkomst die onderschreven wordt krachtens de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van den titel en van het beroep van architect, bevat waarborgen die ten minste in overeenstemming zijn met de minimumvoorwaarden die bij dit besluit worden bepaald.
Art. 2.De verzekering dekt de burgerlijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit de activiteit van architect voor zover deze activiteit betrekking heeft op de in België uitgevoerde werken en geleverde prestaties.
Art. 3.Worden beschouwd als verzekerden, elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ertoe gemachtigd is het beroep van architect uit te oefenen en die in de verzekeringsovereenkomst vermeld staat alsook zijn aangestelden.
Het personeel, de stagiairs en andere medewerkers van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die ertoe gemachtigd is het beroep van architect uit te oefenen, worden beschouwd als zijn aangestelden wanneer zij voor zijn rekening handelen.
Zijn eveneens verzekerd in het geval van een rechtspersoon, de bestuurders, zaakvoerders, leden van het directiecomité en alle andere organen van de rechtspersoon die belast zijn met het beheer of het bestuur van de rechtspersoon, welke benaming ze ook hanteren wanneer zij handelen voor rekening van de rechtspersoon in het raam van de uitoefening van het beroep van architect.
Art. 4.De dekking in geval van burgerlijke aansprakelijkheid die in de verzekeringsovereenkomst voorzien is, mag per schadegeval niet lager zijn dan : 1° 1.500.000 euro voor de schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels; 2° 500.000 euro voor het totaal van de materiële en immateriële schade; 3° 10.000 euro voor de voorwerpen die aan de verzekerde zijn toevertrouwd.
Het bedrag in punt 1° is gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basisindex deze van de maand die de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad voorafgaat (basis 2004= 100). De bedragen in de punten 2° en 3° zijn gekoppeld aan de ABEX-index, met als basisindex deze van de maand die de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad voorafgaat.
Art. 5.Mogen enkel uitgesloten worden van de dekking : 1° de schade ingevolge radioactiviteit;2° de schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels ingevolge de blootstelling aan wettelijk verboden producten.
Art. 6.De verzekeringswaarborg geldt voor de vorderingen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekeringsovereenkomst schriftelijk worden ingesteld tegen de verzekerden of de verzekeringsonderneming op basis van een in deze overeenkomst gewaarborgde aansprakelijkheid en die betrekking hebben op schade die tijdens dezelfde duur is voorgevallen.
De waarborg strekt zich uit tot de vorderingen die worden ingesteld binnen een termijn van tien jaar te rekenen vanaf de dag dat er een einde is gesteld aan de inschrijving op de tabel van de Orde van Architecten.
Art. 7.§ 1. De verzekeringsonderneming stelt ten laatste op 31 maart van elk jaar aan de Raad van de Orde van Architecten een elektronische lijst ter beschikking van de architecten die bij haar een verzekeringsovereenkomst gesloten hebben met vermelding van het ondernemingsnummer en de naam van de architect, het nummer van de verzekeringspolis en de begin- en einddatum van de verzekeringsdekking.
De verzekeringsonderneming of de architect kan een verzekeringsovereenkomst niet ontbinden zonder hiervan de bevoegde Raad van de Orde van Architecten per aangetekende brief of op gelijkwaardige elektronische wijze te hebben verwittigd, ten laatste 15 dagen voor de inwerkingtreding van de opzegging waarvan hij tegelijkertijd de datum meedeelt.
De verzekeringsonderneming stelt trimestrieel de Raad van de Orde van architecten via een elektronische lijst in kennis van de verzekerings-overeenkomsten die opgezegd of geschorst zijn, of waarvan de dekking geschorst werd. § 2. De architectuurovereenkomst vermeldt de naam van verzekeringsonderneming van de architect, diens polisnummer evenals de coördinaten van de Raad van de Orde van architecten die kan worden geraadpleegd met het oog op de naleving van de verzekeringsplicht.
Art. 8.De wet van 15 februari 2006 betreffende de uitoefening van het beroep van architect in het kader van een rechtspersoon, met uitzondering van de artikelen 11 en 14, en dit besluit treden in werking op 1 juli 2007.
De bepalingen van de wet en van dit besluit zijn van toepassing op de architectuurovereenkomsten die gesloten worden vanaf de inwerkingtreding van de wet en dit besluit.
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten die aangegaan worden vanaf de inwerkingtreding van de wet en dit besluit. Ze zijn ook van toepassing op de bestaande verzekeringsovereenkomsten die de architectuurovereenkomsten gesloten na de inwerkingtreding van de wet en dit besluit, dekken.
Onverminderd de toepassing van de bepalingen van dit besluit, gaan de verzekeringsondernemingen over tot de formele aanpassing van de verzekeringsovereenkomsten en andere verzekeringsdocumenten aan de bepalingen van dit besluit ten laatste op de datum van wijziging, hernieuwing, verlenging of omvorming van de lopende overeenkomsten.
Art. 9.Onze Minister bevoegd voor Middenstand en Onze Minister bevoegd voor Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE